Rijke historie in Vlaamse Ardennen
Soms heeft de omgeving er wat weg van delen van Limburg. Het heuvelachtige karakter van de Vlaamse Ardennen in België lijkt in ieder geval niet op de echte Ardennen, in Wallonië. De natuur is er prachtig. Liefhebbers van kerkgeschiedenis moeten beslist De Geuzenhoek aandoen.
Het carillon strooit zijn klanken uit over Oudenaarde. Op een donderdag eind september zitten de vele terrasjes nog overvol. Vermoedelijk is het extra druk omdat tal van markthandelaren het plein tussen de Sint Walburgakerk, het voormalige stadhuis en het winkelgebied bezetten. Auto’s worden zoveel mogelijk geweerd. Bij de ingang van het stadje zijn grote parkeerterreinen aangelegd, waar bezoekers gratis hun vervoermiddel kunnen stallen. Een deel van de straten en het plein voor de oude Sint-Walburgakerk is opengebroken. In hun zoektocht naar de middeleeuwse stadsmuren zijn archeologen er aan het werk.
Het stadhuis, waarin een museum is gevestigd, behoort tot de pareltjes van de Brabantse gotiek. Het oudste deel, de voormalige Lakenhal, dateert uit de veertiende eeuw. Deze hal staat symbool voor het roemrijke textielverleden. De bouw van het eigenlijke stadshuis begon in 1526. Het belfort is als centrale toren opgenomen in de hoofdvleugel van het gebouw. Het pand staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Crypte
Liefhebbers van bouwstijlen zullen smullen in de Crypte van Sint-Hermes in Ronse, dertien kilometer ten zuiden van Oudenaarde. In deze plaats, waar de overgang naar de Franse taal duidelijk aanwezig is, staat de kerk van Sint Hermes. Aan de zijkant, enigszins verscholen, bevindt zich de bewaarplaats voor de relikwieën van Hermes, de patroon van de zenuw- en geesteszieken. Bedevaarders met zenuwziekten kwamen in de Middeleeuwen van heinde en verre naar het stadje om hulp en genezing te vragen.
De verschillende bouwstijlen, begonnen in de elfde eeuw en pas voltooid in het begin van de zestien eeuw, vloeien in elkaar over. Het bouwwerk telt 32 zuilen, heeft prachtige muren in natuursteen, een verborgen grafkamer en een waterput met badkamers voor zieke bezoekers.
De basisinformatie wordt gebracht via infopanelen. Een audiogids in vier talen biedt meer gedetailleerde informatie. Bezoekers moeten wel rekening houden met de enigszins Franse manier van leven. Van twaalf tot twee zit de deur, ook op openingsdagen, op slot.
Zwalm
De moeite waard is ook het laagste deel van het gebied, de streek rondom het plaatsje Zwalm en de beek de Zwalm. De omgeving kent tal van kleine en gezellige dorpjes, twaalf in totaal. Typisch voor deze regio zijn de vele molens. Een groot deel hiervan is gerestaureerd. Sommige bieden zelfs overnachtingsmogelijkheden. Het is er bijzonder rustig, omdat er geen echte verbindingswegen doorheen lopen. Een groot deel van de Vlaamse Ardennen kenmerkt zich door smalle kronkelweggetjes, waar auto’s elkaar nauwelijks kunnen passeren.
Toeristische trekkers in de Vlaamse Ardennen zijn verder het bos op de top van de Kluisberg (141 meter), een grote recreatieplas in Geraardsbergen en de ruïnes van de burcht in Herzele.
Calvinisten
Horebeke is beslist een bezoek waard. In het gehucht Korsele woont sinds 1554 een gemeenschap van protestanten, die de naam Geuzen kregen. De protestantse gemeente van Horebeke kent een rijke historie. Het kleine overblijfsel van de Reformatie kende in de Zuidelijke Nederlanden in de 16e eeuw veel aanhangers. In het enigszins afgelegen Horebeke hielden de calvinisten later hardnekkig stand, trouw gesteund door geloofsgenoten in Zeeland. In 1795 kregen ze toestemming om een schuilkerk te bouwen. Die staat er nog steeds, achter het huidige kerkje, en wordt onder andere gebruikt voor het gezamenlijk koffiedrinken na de dienst.
Een eigen kerkhof – het enige in Vlaanderen – en school kwamen er eerder dankzij koning Willem I, in de tijd dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden nog eenmaal verenigd waren, tussen 1815 en 1830. Aan de muur van de graftuin, waar nog steeds gemeenteleden worden begraven, hangt een plaquette waarop Willem I wordt geëerd. „Zelfs na hun dood zorgt hij nog voor zijn onderdanen.”
Het eigen schooltje is nu een museum, waarin ook de protestantse geschiedenis is vastgelegd. Het is op afspraak geopend. Dat geldt ook voor een doordeweeks kerkbezoek. Op de site (zie kader) staat het telefoonnummer van de scriba, met wie contact kan worden opgenomen.
Niet ver
De Geuzenhoek, met Horebeke als onbetwist centrum, ligt slechts enkele tientallen kilometers ten zuiden van Gent. Opmerkelijk is de overgang vanuit het enigszins industriële en ook vlakke buitengebied van Gent naar het heuvelachtige terrein met tal van natuurgebieden en zijn zo typisch rommelige Belgische dorpjes en stadjes. Ver is het allerminst. Ongeveer tweeënhalf uur rijden vanaf Utrecht en uitermate geschikt voor een bezoek van enkele dagen.
Om alles rustig te bekijken, zou een fiets uitkomst kunnen bieden. Maar het heuvelachtige terrein en de soms onverwacht forse hoogteverschillen maken dat lastig. Met een elektrische fiets is het haalbaar, maar de afdalingen kunnen dan weer niet ongevaarlijke situaties opleveren. Voor wandeltochten zijn tal van plekken beter geschikt.
De Vlaamse Ardennen danken hun naam aan de schrijver Lodewijk Omer Wattez, die door velen als de grondlegger van het toerisme in Zuidoost-Vlaanderen wordt gezien. Hij schreef over het gebied al in 1889: „O, mijn schoon land, met uw wijde horizonten; land van heuvels en dalen waar ge tien, twaalf dorpen in één dag te voet kunt bezoeken.”
www.toerismevlaamseardennen.be
Vreemde eend in de bijt van de VPKB
„Wij prediken niet ons zelven maar Christus Jezus onzen Verlosser”, staat er op een bordje boven de ingang. De in 1872 gebouwde kerk van Korsele, een gehuchtje in de Vlaamse gemeente Horebeke (België), opent iedere zondag om 10.00 uur de deuren.
25 tot 30 mensen bezoeken wekelijks de diensten. Het is een beetje een vreemde eend in de bijt van de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB). „We krijgen hier predikanten met een rechtzinnig, maar ook voorgangers met een vrijzinnig profiel. Sommige kerkgangers zijn Bijbelvast, andere niet”, zegt ouderling Hans Nelis.
De 65-jarige hoogleraar microbiologie aan de universiteit van Gent is een van de pleitbezorgers van een verdiepende prediking in de Geuzenhoek, een gebied met een bijzondere geschiedenis. Sinds het vertrek van de door Nelis als rechtzinnig omschreven Hongaarse predikant Tihamér Buzogány, afgelopen lente, is de gemeente bezig met het aantrekken van een nieuwe voorganger. Door het optreden van Nelis werden in de kerk aan de Nieuwe Bijbelvertaling ook enkele exemplaren van de Herziene Statenvertaling toegevoegd. „Verschillende mensen gebruiken die nu ook thuis.”
Van de zes leden tellende kerkenraad maken ook twee vrouwen deel uit. Eigenlijk is het best bijzonder dat het nog steeds lukt een volledige kerkenraad samen te stellen. De kleine gemeente in het mini-dorpje aan de rand van de Vlaamse Ardennen, enkele tientallen kilometers ten zuiden van Gent, heeft zelfs nog een vrouwenvereniging en een zangkoor. Zo nodig is een kindernevendienst. Maar kinderen zijn uit de sterk vergrijzende gemeente zo goed als verdwenen. „De meeste leden zijn de zestig gepasseerd”, weet Nelis, die vreest dat de gemeente het niet langer dan een generatie nog zal volhouden. Toch is er ook wel vertrouwen dat God „niet zal laten varen het werk dat Zijn hand begon”.
De voorheen rooms-katholieke Nelis kwam in de jaren tachtig in aanraking met het protestantisme. Hij volgde in Goes de cursus CGO van de Gereformeerde Gemeenten.
www.geuzenhoek.be
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 januari 2017
Terdege | 124 Pagina's