Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De preekstoel is mijn houten dokter”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De preekstoel is mijn houten dokter”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de salontafel ligt de Bijbel open bij Hoséa 2. Vers 18 kreeg een bijzondere betekenis voor ds. J. Schipper, predikant van de gereformeerde gemeente in Leerdam: „En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid, ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden.

Er zit een verhaal vast aan Hoséa 2:18. „Op 15 mei 2013 stierf mijn vrouw. Drie maanden later preekte ik in Kruiningen uit Jesaja 54. In die preek haalde ik onder meer deze tekst uit Hoséa aan. Zo geheel ongedacht kwam de Heere daarin mee. Als predikant ben je op de preekstoel altijd gericht op het Woord, om vanuit het Woord de gemeente te dienen en te onderwijzen. Vaak deel je als dominee daar zelf niet in. Maar op dat moment was het opeens anders. Ik ondervond zoveel troost uit die woorden.
De volgende dag was ik bij mijn zoon Willem in Yerseke. Voor haar overlijden had mijn vrouw een dagboek aan hem gegeven, ‘Door Baca’s vallei’, het dagboek van Philpot, waarin ze zelf zoveel had zitten lezen. Ik zag het boek liggen, bladerde er wat in en kwam een uitgeknipte meditatie tegen uit het RD. Die had mijn vrouw willen bewaren. De meditatie was van Thomas Boston, jawel, over Hoséa 2:18.
Boston schrijft daar over de maaltijd van de ondertrouw tussen Jezus en de gelovige: „Aan Christus’ zijde is alles gereed voor de plechtige gelegenheid van deze bruiloft.” Het was voor mij een bevestiging van wat ik op zondag had ervaren en ik wist weer: De Heere weet ook van mij af.”
De echtgenote van ds. Schipper, Janna Paulina Schipper-Baan, overleed op 65-jarige leeftijd, na dertien maanden in coma te hebben gelegen. „In al die maanden ben ik met onze kinderen naar het moment van haar overlijden toe gegroeid. We zijn erheen geleid. Want we zagen wel dat het niet goed kon gaan. Die twaalf maanden waren voor ons al een soort rouwproces. We zagen het minder worden. Het einde was onafwendbaar. Hoewel, ze was wel in coma, maar ze leefde nog. Toen het leven eruit was, was het opeens toch anders.”

Hersentumor
In 2006 nam ds. Schipper, toen nog predikant in ’s-Gravenpolder, het beroep naar Dirksland aan. „Mijn vrouw had er toen al last van dat ze dingen dubbel zag. We probeerden een paar keer een nieuwe bril, maar dat hielp allemaal niet. In het ziekenhuis in Dirksland bleek dat er sprake was van een hersentumor vlak bij de hersenstam, een zogeheten ‘chordoma’. Daarvoor was een behandeling in Nederland niet mogelijk. We konden kiezen voor Boston in Amerika of Heidelberg.”
In oktober 2007 vonden er in het ziekenhuis in Heidelberg 21 keer bestralingen plaats. „Iedere dag. Dat was heel zwaar. Ze kwam er wel doorheen, maar de tumor was niet weg. We bleven hopen op herstel.”
2009 was een zwaar jaar. „Er vond een oogoperatie plaats. De baarmoeder moest verwijderd worden. En ze moest geholpen worden aan borstkanker.”
Twee jaar later bleek de hersentumor te groeien. Mevrouw Schipper werd daarvoor geopereerd in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. De tumor kon gedeeltelijk verwijderd worden, maar een hersenbloeding bracht haar in coma, waaruit ze niet meer ontwaakte.

Koninklijke begrafenis
Na twaalf maanden in verpleeghuis Salem in Ridderkerk te zijn verpleegd, overleed mevrouw Schipper, op 15 mei 2013. In het kerkhistorisch tijdschrift ‘Oude Paden’ schrijft J. Mastenbroek, een vriend van de familie Schipper, over de begrafenis in Dirksland: „Op 21 mei waren de circa 850 belangstellenden getuige van een Koninklijke begrafenis, die haar ten deel viel. Een zeer lange, zwarte stoet volgde de baar naar het graf, na een rouwsamenkomst in het kerkgebouw, waarin ds. C. Sonnevelt sprak over Jesaja 33:17: Uw ogen zullen de Koning zien in zijn schoonheid; zij zullen een vergelegen land zien.”
Mastenbroek schrijft over mevrouw Schipper: „Zij was een meelevende en beminnelijke vrouw, bij wie na veel bange zielsworstelingen en onmogelijkheden het licht des Geestes in haar hart en leven helder is doorgebroken.”
Ds. Schipper: „Een meelevende en beminnelijke vrouw, ja, dat was niet overdreven. Ze was zorgzaam, altijd gericht op het welzijn van de ander, leefde zelf bescheiden op de achtergrond.”

Memorial Box
Groot was Gods trouw over haar leven geweest. „Tijdens een Goede Vrijdagpreek van ds. J. Mijnders in Veenendaal, in de jaren tachtig, mocht ze een gezicht krijgen op de Tweede Persoon, op de Borg en Middelaar. De tekstwoorden waren: ‘Het is volbracht.’ Dat was ook voor haar waar: Het was volbracht. Ze is er nooit de bekeerde vrouw mee geworden, want in haar beleving was het in haar eigen ziel nooit zoals het zou moeten zijn.”
Meer dan twintig jaar later vond ze ruimte om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen. „Ik sprak in die dienst over Hooglied 1:4b: ‘De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren.’ Ik had niet verwacht dat ze ooit nog vrijmoedigheid zou ontvangen om aan te komen, maar zag haar opeens door het gangpad naar de tafel toe komen. Onvergetelijk.”
Op zijn bureau heeft ds. Schipper een Memorial Box staan, vol herinneringen aan zijn echtgenote, met erin drie boeken die ze altijd las: ‘Door Baca’s vallei’ van Philpot, ‘Het zien op Jezus’ van Ambrosius en ‘Droefheid naar God’ van professor Wisse. De box is samengesteld door een broer van mevrouw Schipper. Aan de buitenzijde van de box zijn briefjes van haar bevestigd, die ze geschreven had aan de kinderen van haar broer, en ook de tekst van Psalm 86: „Heere, neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig.”

Naar Leerdam
Enkele maanden na het overlijden van zijn vrouw, in september 2013, nam ds. Schipper een beroep aan naar Leerdam, een gemeente die bijna een halve eeuw herderloos was geweest.
In de huiskamer van de pastorie in Leerdam bevinden zich veel foto’s. Van de ouders van ds. Schipper, van zijn kinderen, van hun trouwerijen, en van zijn vrouw, in haar jeugdjaren, in haar huwelijksjaren, en ook toen ze al ziek was. „Kijk, dit was ze.” En: „Dit was ze ook.”
Weduwnaar zijn valt niet mee, zegt ds. Schipper. „Ik probeer zoveel mogelijk voor mezelf te zorgen, want elke dag iemand over de vloer, dat is ook niet goed. Het lukt allemaal wel, maar het is altijd zo stil in huis. Je kunt nooit meer eens je verhaal kwijt. En wat je altijd aan je vrouw vertelde, vertel je niet aan je kinderen.”
In de zomer van 2015 werd ds. Schipper zelf ziek. Hij kreeg last van zijn maag. Galstenen bleken de boosdoeners te zijn. Die werden wel verwijderd, maar de klachten hielden aan. Bij nader onderzoek bleek er een gezwel te zitten bij de blindedarm. Het was een slijmvormende tumor. Die werd in november van dat jaar weggehaald in het ziekenhuis in Gorinchem.
Een tweede operatie bleek echter nodig, in het Erasmus. „De arts had gezegd dat dat een zware operatie zou worden. Ik meende onder biddend opzien de middelen te mogen gebruiken.”

Beproefd
Voordat de operatie plaatshad, werd ds. Schipper bepaald bij Psalm 118:17: „Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des Heeren vertellen.” „Ik ben geen mens die overal maar teksten voor heeft, maar deze tekst was waar. Die kreeg ik van Boven. God gaf me hoop dat ik zou blijven leven en dat ik daarna opnieuw zou mogen preken, om de werken des Heeren te vertellen. Maar ja, een mens kan ook wel eens een verkeerde toepassing maken. Als er ooit iets beproefd is geworden, dan is het wel deze tekst geweest. Als dominee preek je wel over beloften en over de vervulling ervan, maar tussen beide kan de dood wel liggen. Een mens moet overal tussenuit. En zo is het ook gebeurd.”
Na de operatie traden er ernstige complicaties op. Nog twee operaties volgden. „De koorts liep op tot 42 graden. Het was heel kritiek. Ik was de dood nabij. Vijf weken lang heb ik op de IC gelegen, waarvan een groot deel niet of nauwelijks bij bewustzijn, zo hoorde ik achteraf van mijn kinderen.”
„Ik zal niet sterven”, was de boodschap van Psalm 118. „Het was waar: Ik mocht blijven leven. Maar het was een zware weg. In een verpleeghuis heb ik maandenlang een revalidatietraject gevolgd. Daar wilde ik zo graag bidden, maar ik kon niet eens meer bidden, wist geen woorden te vinden, en viel onder het gebed zomaar in slaap. Wat overbleef, was alleen nog maar: ‘Heere, help.’
In het verpleeghuis luisterde ik eens mee naar een leespreek in Leerdam. Toen hoorde ik zeggen: ‘Het kan zijn dat u niet meer bidden kunt, maar Gods volk heeft een Voorbidder in de hemel, die altijd bidt voor de Zijnen.’ Och, dat wist ik natuurlijk heel goed, maar het werd opeens zo heel erg nieuw voor mij. Wat was God goed voor een slecht mens als ik.”

De werken des Heeren
Ds. Schipper kreeg fysiotherapie om weer te leren lopen, want dat kon hij niet meer. „Ik kreeg logopedie om weer goed te leren spreken, want dat ging ook niet meer. Ik kon het woord ‘rollator’ niet meer uitspreken, ook al liep ik er elke dag achter.”
Na het verpleeghuis is ds. Schipper een tijd in huis geweest bij zijn kinderen in Scherpenzeel. Daar ging hij ook weer voor het eerst naar de kerk. „Heel stilletjes zat ik op de achterste bank. Wat een belevenis, weer in de kerk! Wat een voorrecht, als je na vele maanden weer in Gods huis mag zijn.”
Psalm 118 bleef leven. „En ik zal de werken des Heeren vertellen.” „Ik had altijd gepreekt dat de Heere een Waarmaker is van Zijn eigen Woord. En dat geloofde ik ook echt. Maar of die tekst ook voor míj waar zou worden, dat kon ik niet bekijken.”

Op de kansel...
In augustus 2016 betrok ds. Schipper weer zijn pastorie in Leerdam, eerst een paar dagen samen met zijn dochter en schoonzoon, daarna alleen.
„Mijn vriend ds. H.A. van Zetten preekte op zondag bij ons in Leerdam. In de week daaraan voorafgaand stelde hij voor dat hij een korte preek zou houden, en dat ik daarna even op de preekstoel zou komen om iets tegen mijn gemeente te zeggen. Onder veel strijd en opzien heb ik dat beloofd.
Het was ontroerend toen ik de kanseltrap weer beklom. Toen maakte de Heere Zijn eigen Woord waar. Ik mocht de gemeente de werken des Heeren vertellen. Met veel schroom heb ik iets gezegd over wat God de Vader in Zijn voorzienigheid kan, maar ook wat Hij in Zijn oneindige goedheid wil doen. En dat ik in het dal van de schaduwen des doods was geweest, maar ook dat Zijn stok en staf me niet verlaten hadden. Daarna hebben we nog een versje gezongen, Psalm 30: ‘Mijn God, Gij hebt mij op mijn klacht, genezen, en mijn smart verzacht! Gij hebt mijn ziel, door angst beroerd, als uit het graf weer opgevoerd’.”
Gods trouw is groot, zegt ds. Schipper, op alles terugziende. „Hij volvoert Zijn raad en laat niet varen het werk van Zijn handen. Hij blijft Dezelfde, ondanks al onze afdwalingen en ongerechtigheden, tot mijn verwondering en verootmoediging. Wat is toch een mens. Wat is een dominee.”
Inmiddels preekt ds. Schipper weer iedere zondag tweemaal. „Preken is voor mij een medicijn. Tijdens het preken mag ik wel eens boven alles worden uitgetild. De preekstoel is menigmaal mijn houten dokter.”


Ds. J. Schipper (70)
Kandidaat: per 22 juni 1998
Predikant achtereenvolgens te:
• ’s-Gravenpolder (16 september 1998)
• Dirksland (20 juni 2006)
• Leerdam (14 januari 2014)

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 februari 2017

Terdege | 92 Pagina's

„De preekstoel is mijn houten dokter”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 februari 2017

Terdege | 92 Pagina's