Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over een vlak veld ten avondmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over een vlak veld ten avondmaal

Avondmaalsvoorbereiding

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor veel avondmaalgangers is het een weerkerende vraag. Hoe moet ik me concreet voorbereiden? „Zelfmishagen is Bijbels, maar het spitten in jezelf brengt je meestal niet veel verder.

In de pastorale praktijk wordt ds. B. Labee er geregeld mee geconfronteerd. Gemeenteleden die worstelen met de vraag of ze ten avondmaal mogen. De predikant van de gereformeerde gemeente in Veenendaal is blij met de levensernst die daaruit spreekt. Tegelijk is hij beducht voor een eenzijdige concentratie op dit sacrament. „Het wordt te veel losgemaakt van het Woord, dat niet zonder reden het oersacrament is genoemd.”
De Vroege Kerk kende dit probleem niet. Door de dagelijkse en later wekelijkse avondmaalsviering stond het hele leven in het teken van de ontmoeting met Christus aan Zijn tafel. De kerk van de Reformatie kwam tot een driemaandelijkse bediening, met daaraan verbonden een week van voorbereiding. Die praktijk kan een zeker wetticisme veroorzaken, weet ds. Labee uit ervaring. „De gedachte dat we in die week een geestelijk hoogtepunt moeten bereiken. We zijn dan zo op onszelf gericht, dat we vergeten om Wie het gaat. Aan de andere kant mag het avondmaal nooit alledaags worden. Wilhelmus à Brakel vergeleek het met een bruiloft.”
De kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Veenendaal geeft daarom aan het begin van het jaar alle avondmaalszondagen door. „Zodat gemeenteleden bij het invullen van de agenda er rekening mee kunnen houden. In een voorbereidingsweek moeten we net als anders getrouw ons werk doen, maar er is iets mis als ook alle avonden gevuld zijn met werk en andere verplichtingen.”

Avondmaalsformulier
Het avondmaalsformulier blijft voor de predikant van de Gereformeerde Gemeenten een geschikte leidraad voor de voorbereiding. In de loop der jaren raakte hij er ook persoonlijk steeds meer aan verknocht. „Door de lengte ervan moet je als predikant, zeker in een grote gemeente, de preek tijdens de avondmaalsdienst kort houden. Het voordeel daarvan is dat je eigen gemoedsgesteldheid niet al te zeer de inleiding tot de bediening van de tafel stempelt. In het formulier komt alles wat nodig is om daar aan te zitten in grote evenwichtigheid aan de orde.”
Ds. J.M.J. Kieviet, auteur van het boek ‘Tot Mijn gedachtenis’, acht het overdenken van Christus en Zijn werk in een week van voorbereiding vruchtbaarder dan het ontleden van het eigen geestelijk leven. „Kohlbrugge zegt: ‘Het gezonde geloof houdt zich aan het Woord.’ Juist in de week voor het avondmaal is er het gevaar van vleselijk heiligheidsstreven. Je moet toch wat hebben? Die benadering zet ons op het verkeerde been. Het hoort bij het christenleven dat we dágelijks tijd inruimen voor bezinning en gebed. Als we dat meer beseffen en vooral praktiseren, verliest het avondmaal de kramp die ik nu nogal eens waarneem. Het moet verbonden zijn met je staan in het leven en wie de Heere ook in andere weken voor je is.”
Dat neemt voor de christelijke gereformeerde predikant de waarde van een voorbereidingsweek niet weg. „Die leent zich in het bijzonder voor het lezen en overdenken van Bijbelgedeelten over het lijden en sterven van de Zaligmaker, en onze verhouding tot Hem. Kennen we de noodzaak van genade, hebben we genade ontvangen en leven we uit die genade? Dat is de kern van de bekende drie stukken. Echtparen doen er goed aan om ’s avonds samen iets te lezen wat betrekking heeft op het avondmaal, en daarover door te spreken. Je kunt dat ook met anderen uit de gemeente doen. Hier in Renswoude hebben we het gebruik om op de donderdagavond in de voorbereidingsweek als gemeente samen te komen voor een korte dienst.”

Genadegift
Ds. Labee leerde in de loop der jaren dat een geestelijke zegen ook bij een serieuze voorbereiding een genadegift blijft. „Je kunt een hele dag uittrekken voor meditatie en dan zo verward zijn, dat je je geen gedachte van God kunt vormen. We blijven diep afhankelijk van Gods Geest. Een paar woorden kunnen je hart meer verbreken dan een compleet boek waarvan je veel verwacht.”
Uitermate geschikt voor de noodzakelijke verootmoediging is voor de predikant uit Veenendaal de hooggestemde slotzin van het avondmaalsformulier: ‘Daarom zal mijn mond en hart des Heeren lof verkondigen van nu aan tot in der eeuwigheid.’ „Hoe is het geweest als ik terugkijk op de achterliggende drie maanden? Dan moet je op z’n minst met je verstand erkennen dat je tal van dagen God helemaal niet bedoelde.”
Als het om geschikte literatuur voor de week van voorbereiding gaat, wijst ds. Kieviet op de schat van de kerk der eeuwen. „Denk aan mannen als Teellinck, Kohlbrugge en Arthur Pink. Ook de geschriften van de nadere reformatoren en puriteinen zijn leerzaam. Schrijvers uit later eeuwen zijn soms al te zeer gericht op de kenmerken. Dat is niet heilzaam. Het gebod van Christus is: ‘Doet dat tot Mijn gedachtenis.’ Het gaat om Hem en Zijn werk. Zelfonderzoek is geboden, maar het spitten in jezelf brengt je niet veel verder.”

Verzoening
Tegelijk signaleert de predikant uit Renswoude met zorg een afnemend besef van de heiligheid van het avondmaal. „Deelname is voor velen vanzelfsprekend geworden. Dat heeft onder meer te maken met het vereenzelvigen van geestelijk leven en het heilig avondmaal. Als ik daaraan deelneem, hoor ik erbij. Dan leef je voorbij aan de vraag die essentieel is voor waar geestelijk leven. ‘Mijn ziele, doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God.’ Er moet verzoening in ons leven plaatsvinden. Zeker in een week van voorbereiding mogen we ons de vraag stellen of we daarvan weten.”
Het vasten, in kerkelijke tradities zoals die van de Koptische Kerk onlosmakelijk verbonden aan de voorbereiding op de avondmaalsviering, krijgt in reformatorische kring geen aandacht. Ten onrechte, vindt ds. Labee. „Laat er op z’n minst matigheid zijn in deze week, in de breedste zin van het woord. Om ons des te meer te kunnen concentreren op de eeuwige dingen. Wij scheiden het natuurlijke te veel van het geestelijke. De Bijbel verbindt het bidden heel vaak met vasten.”
Een ander onderbelicht punt is voor de Veenendaalse predikant de noodzaak van goede verhoudingen. „Ook onder avondmaalgangers leeft soms onenigheid. Te gemakkelijk maakt men dan toch gebruik van het sacrament, alsof de verhouding met God los staat van die met de naaste. Onze reformatoren en nadere reformatoren legden juist grote nadruk op het uit de weg ruimen van fricties en vetes. Daar moeten we ook in de prediking nadrukkelijker aandacht aan besteden. Al is er geestelijk nog zo veel gebeurd in ons leven, wij eten ons een oordeel als we aan de avondmaalstafel zitten terwijl we weten dat het niet vlak ligt tussen ons en een medelid van de gemeente.”

Zelftucht
Beide predikanten zijn beducht voor het opschorten van de bediening van het sacrament vanwege conflicten. Het avondmaal moet niet wijken voor de zonde, maar de zonde voor het avondmaal. „Daarin heeft ieder gemeentelid zijn persoonlijke verantwoordelijkheid te verstaan”, constateert ds. Kieviet. „Binnen de kerkenraad kennen we het censura morum, waarbij wordt gevraagd of er tussen de broeders zaken liggen die een verhindering voor deelname aan het avondmaal vormen.”
In de gemeenten die hij diende, had hij tot nu toe niet te maken met een situatie die de bediening van het heilig avondmaal onmogelijk maakte. Wel werd hij er als kerkvisitator mee geconfronteerd. „Soms wordt het avondmaal uitgesteld omdat er een conflict is tussen broeders in de kerkenraad. Dat lijkt me onjuist. Je mag een gemeente niet opzadelen met individuele problemen van kerkenraadsleden. Als het goed is, leidt de voorbereidingsweek bij kerkenraad én gemeente tot zelftucht. Zodat het avondmaal voortgang kan vinden, zoals Christus ons heeft bevolen.”


Wekelijks avondmaal
„Het moest altijd zo gebeuren, dat er geen enkele samenkomst van de gemeente zou plaatsvinden zonder prediking van het Woord, gebeden, uitdeling van het Avondmaal en aalmoezen. Het is niet ingesteld om eenmaal per jaar ontvangen te worden (...), maar om dikwijls door alle christenen gebruikt te worden, opdat ze daardoor dikwijls het lijden van Christus zouden herdenken, en door die herdenking hun geloof zouden ondersteunen en versterken en elkaar zouden aansporen om Gods lof te belijden en te zingen en Zijn goedheid te verkondigen, en ten slotte daardoor de onderlinge liefde te voeden en ook elkaar te betuigen, waarvan ze de band zien in de eenheid van het lichaam van Christus.”

Johannes Calvijn


Missen protestanten de biecht?

Een groeiende groep protestanten vindt dat de Reformatie de biecht te rigoureus aan de kant zette, en pleit voor herwaardering ervan. Ex-priester Toon Vanhuysse kan er weinig mee. „Mensen moeten het met hun zonden niet van mij verwachten, maar van God en zijn Woord.”

Zeker in een week van voorbereiding op de viering van het heilig avondmaal kunnen oude zonden weer in de herinnering komen. Ook in protestantse kring leeft in toenemende mate de gedachte dat het belijden ervan aan God soms aanvulling behoeft met het belijden aan mensen. Het tweede deel van het Dienstboek van de Protestantse Kerk in Nederland besteedt er concreet aandacht aan. Het bevat voorbeelden van individuele en gezamenlijke rituelen voor mensen die willen uiten wat ze op hun hart hebben.
Naar aanleiding van een vraag op Refoweb over dit onderwerp antwoordde een hervormd gereformeerde emeritus predikant: „Dat kan, als het goed is, bij uw pastor of bij een andere ambtsdrager / ander gemeentelid die te vertrouwen is en die in staat is om - goed luisterend - het contact met u te verdiepen en helder te krijgen wat er ten diepste misgedaan en misgegaan is. Daarbij kan na meerdere gesprekken het moment komen dat u in de Naam des Heeren mag worden aangezegd, dat de bepaalde zonden die u bezwaren en die u oprecht beleden hebt, vergeven zijn van Godswege. Dit gebeuren kan en mag met handoplegging en zegening gepaard gaan.”

Vermaning
Ex-priester Toon Vanhuysse, emeritus voorganger van “De stem van de Goede Herder” in Tongeren, leest dit soort berichten met gemengde gevoelens. Vele jaren zat hij op gezette tijden in de biechtstoel, om via een luikje te horen wat de man of vrouw aan de andere kant van het schot had misdaan. Namens God schonk hij de biechteling aansluitend vergeving voor kleine en grote misdaden.
Hij kreeg het er steeds moeilijker mee. „Als mensen mij hun zonden beleden, werd ik altijd geconfronteerd met mezelf. Ook ik deed verkeerde dingen, had onkuise gedachten en onzuivere verlangens. Hoe kon ik dan hun zonden vergeven? Ik ben naar een collega-pater gegaan en heb hem mijn verlegenheid voorgelegd. Hij had er alle begrip voor. Paters van een klooster in de buurt hebben daarna bij toerbeurt mijn plaats in het biechthokje ingenomen. Ik kon het niet meer.”
De bevrijdende ontdekking dat hij zijn zonden rechtstreeks aan God mocht belijden, kon hij niet voor zichzelf houden. „Tijdens huisbezoeken zei ik tegen parochianen, op grond van de Bijbel: ‘Jullie hoeven niet naar de biechtstoel. Je mag hier je knieën buigen, in verootmoediging en schuldbesef. Dan zal God je zeker horen.’ Ik verbaas me er enorm over wanneer protestanten een pleidooi houden voor terugkeer van de biecht. Natuurlijk is het goed als je een geestelijke vriend hebt bij wie je terechtkunt voor bemoediging, vermaning en gebed, maar dat is iets totaal anders.”
Met heimwee denkt hij terug aan zijn geestelijke vader ds. H.J. Hegger, ook een voormalige priester. „Regelmatig zocht ik hem op. We gingen nooit uit elkaar zonder dat de Bijbel open was geweest en zonder gebed. Dit soort rijke, bemoedigende contacten zijn er vandaag denk ik te weinig, maar daar moet je niet het woord biecht aan verbinden. Daarmee suggereer je dat je die ander nodig hebt tot vergeving. Mensen moeten het met hun zonden niet van mij verwachten, maar van God en zijn Woord.”

Onenigheid
Veel wezenlijker dan onderling zonden opbiechten, is voor de Vlaamse ex-priester het uit de weg ruimen van onenigheid, al wil hij dat niet te strak aan het heilig avondmaal koppelen. „Het is nooit goed als je met een broeder of zuster in onmin leeft. Dat hoort niet in de christelijke gemeente. Je moet het zo mogelijk nog dezelfde dag in orde maken. Dat is de Bijbelse weg die we hebben te bewandelen. Hoe kun je aan het eind van de dag in gebed tot God naderen en Hem om vergeving vragen voor alles wat niet was naar Zijn wil, als je niet in staat bent om de minste te zijn? In de week voor het avondmaal moeten we onszelf nog sterker op dit punt beproeven.”
In de protestantse gemeente van Tongeren wordt het sacrament maandelijks bediend. Een vast advies van Vanhuysse aan de schapen van zijn kudde is: veel mediteren over de woorden die Jezus sprak bij het avondmaal. „Die moeten we diep tot ons laten doordringen, om vervolgens onszelf de vraag te stellen: Heb ik dit geloof en sta ik nog vást in dat geloof der Schriften? Zie ik werkelijk dat mijn zonden zo verschrikkelijk zijn, dat de Heere Jezus daarvoor de weg moest gaan van lijden en sterven? Maar ook dat Hij door kruis en opstanding een volkomen genoegdoening en vergeving van mijn zonden heeft bewerkt? Hij bekleedt mij, zondig en onrein mens, met het kleed van Zijn gerechtigheid. Dat is het hart van mijn prediking op de avondmaalszondagen. Het verkondigen van die boodschap geeft me nog altijd een geweldige blijdschap.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 april 2017

Terdege | 92 Pagina's

Over een vlak veld ten avondmaal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 april 2017

Terdege | 92 Pagina's