Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van hart tot hart spreken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van hart tot hart spreken

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Een pasgeboren baby zoekt meteen contact met zijn moeder. die sterke behoefte naar echt contact gaat niet meer over. Toch zijn veel mensen eenzaam. Ook binnen relaties. Of misschien wel juist binnen relaties. Echte verbinding ontstaat er alleen als mensen van hart tot hart met elkaar spreken"

Op het plein van een school voor voortgezet onderwijs ontstaat een knallende ruzie. Docent en teamondersteuner Piet Schep (zie kader) vist de vechtersbazen uit elkaar en heeft een gesprek met hen. Ondertussen gaan de andere leerlingen verder met de les. „Toen ik terugkwam in de klas, zaten ze in een kring te discussiëren over de ruzie. Ik ben er tussen gaan zitten en we raakten aan de praat, niet alleen meer over de ruzie, maar ook over wie God nu eigenlijk was, en Wie Hij zijn wil als je jong bent.
Van een van de jongens wist ik dat hij niets meer had met God en met de Bijbel. Alles van het geloof had hij losgelaten en in de kerk kwam hij ook nooit meer. Gesprekken over het geloof probeerde hij altijd in de war te schoppen, en dat wilde hij nu weer doen. Toch heeft hij het hele gesprek erbij gezeten, stil, en onder de indruk. Er is die vrijdagmiddag geen les meer gegeven. Later zag ik hem weer in de kerk. Je weet niet wat zo’n gesprek dan uitgewerkt heeft, maar ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is om jongeren in je hart te laten kijken.”
Maria Vermeulen-Bakker, maatschappelijk werker en jeugdhulpverlener, is het roerend met Schep eens. „Van hart tot hart spreken is de enige manier waarop je echt contact kunt krijgen met de ander. Dat geldt in een ouder-kindrelatie, maar ook in gelijkwaardige, zelfgekozen relaties, bijvoorbeeld met je man, vrouw of vrienden. De mens is per definitie een relationeel wezen, geschapen om relaties aan te gaan.”

Menselijke behoefte
Niemand kan zonder contact. „Eenzaam en alleen zijn is voor niemand goed. Dat was voor Adam niet goed en voor ons ook niet. Als een baby voldoende gevoed, maar niet gekoesterd wordt, verkommert het, en overlijdt zelfs in het ergste geval van emotionele verwaarlozing. Behalve het kunnen ontvangen van aandacht, liefde en waardering, is het kunnen geven van deze aspecten binnen relaties net zo belangrijk. Ook dat is een wezenlijk menselijke behoefte: je van betekenis weten voor anderen.”
Toch gaat het juist met het van hart tot hart spreken vaak mis, is de ervaring van Vermeulen. „Zo’n tachtig procent van de echtparen die ik begeleidde toen ik als gezinsbegeleider werkzaam was bij stichting Timon, had moeite met communiceren. En als de communicatie binnen een relatie niet goed verloopt, ontstaat er eenzaamheid en vervreemding. Eenzaamheid is een gevolg van de zondeval. Het eerste wat in Genesis 3 ontstaat is: schaamte. Vervolgens verliezen Adam en Eva het vertrouwen in elkaar, en ook in God. Kennelijk heeft de duivel toen de angel van het wantrouwen in de mens gebracht, en die angel doortrekt alle relaties tussen mensen onderling, tot op de dag van vandaag. Wantrouwen is funest voor een open relatie. Vertrouwen is een sleutelwoord. Wie de ander vertrouwt, durft ook iets te delen. Wie de ander wantrouwt, houdt wijselijk z’n mond. Het spreekt dus niet vanzelf dat de ene mens de ander weet te bereiken.”

Schaamtecultuur
Daar kunnen volgens Vermeulen verschillende redenen voor zijn. Het individualisme in de samenleving speelt een rol. Steeds meer mensen leven voor zichzelf en lijken weinig behoefte te hebben aan de nabijheid van een ander. Ook de schaamtecultuur kan een oorzaak zijn. „Mensen ervaren het als een opdracht om gelukkig te zijn. Als dat niet lukt om welke reden dan ook, voelt dat voor henzelf alsof ze falen. Kennelijk doen ze iets niet goed, met als gevolg dat ze zich op zichzelf gaan terugtrekken. Dat werkt belemmerend. Wie zich schaamt voor zijn eigen leven, is te kwetsbaar om open te durven zijn.”

Niet zweverig
Verder kan de digitalisering van de samenleving ook tot verschraling van het echte contact leiden. „Digitale contacten kunnen echte contacten nooit vervangen. Je moet elkaar kunnen aankijken, elkaar kunnen aanraken. De menselijke aanraking is de meest cruciale communicatie tussen mensen. Het is een bevestiging van je mens zijn, een waardering van wie je bent. Een hand op je schouder doet vaak meer dan honderd woorden, geeft je het gevoel dat je er mag zijn. Dat is niet soft of zweverig, elk mens heeft deze wezenlijke vorm van contact nodig.”
Ook de opvoeding speelt een belangrijke rol. Als een onderwerp voor ouders taboe is, is het voor hun kinderen ook taboe. „Veel mensen vinden het bijvoorbeeld lastig om over geloof of over seksualiteit te spreken. Toch is dat wel noodzakelijk. Want zeker jongere kinderen kunnen niet verder groeien dan hun ouders. Als ouder moet je dan ook altijd de eerste stap zetten. Zelf ervaar ik hierin ook mijn eigen tekortkomingen.”

Bewustwording
Maar zelfs als je het van hart tot hart spreken niet hebt meegekregen in je jeugd, kun je het alsnog leren, is de ervaring van Vermeulen. „Cursussen kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn. Het patroon doorbreken, begint in ieder geval met een stukje bewustwording. Waarom spreek ik niet van hart tot hart met mijn man, mijn kind? We zouden ons weer bewust moeten worden van de aanwezigheid van de ander, en van het belang om met die andere te communiceren, van hart tot hart met de ander te spreken. Dat kan klein beginnen, in het gezin. Er moet meer rust gecreëerd worden waardoor we elkaar echt kunnen ontmoeten. Daarmee scheppen we voorwaarden waarin ontmoeting mogelijk is. Zet als man en vrouw bij voorbeeld eens in de twee weken op een avond een kruis in je agenda. Dat wordt dan een avond waarin je aandacht hebt voor elkaar. Alle schermen uit, telefoons uit. En dan kun je nog best allebei verdiept zijn in een boek. Het betekent in elk geval dat je elkaar bereikt, dat je openstaat voor de ander.”
Dat vraagt energie, tijd en vertrouwen. „Wie zich openstelt, durft kwetsbaar te zijn. Durf je er op te vertrouwen dat jouw kwetsbaarheid bij de ander veilig is?”

Huisbezoek
Het jaarlijkse huisbezoek van de kerkenraad vinden veel mensen erg ongemakkelijk, denkt Vermeulen. „In je geestelijk leven ben je toch met meest kwetsbaar. Als je je daarin niet begrepen voelt, sluit je je af. Een huisbezoek staat niet echt in een relationele context. Gemeenteleden hebben niet zomaar een vertrouwensrelatie met de bezoekende broeders. Toch wordt van je gevraagd je hart op tafel leggen. Mensen voelen zich al gauw beoordeeld, gewogen, misschien wel afgekeurd, wie zal het zeggen? Kan de ouderling luisteren zonder direct te oordelen? Wil hij afstemmen op de golflengte van de ander?”
Als er op huisbezoek geen echt contact ontstaat, kom je allebei tekort. „Als er daarentegen wel contact ontstaat, word je er allebei rijker van. Wie het gevoel heeft dat de ander echt luistert en zich wil inleven in jouw situatie, wordt daar blij van. Deze dingen gaan echter niet vanzelf. We zitten onszelf vaak in de weg. Het had vroeger toch wel wat dat de dominee zomaar eens door de achterdeur naar binnenkwam, aan de keukentafel ging zitten en een praatje maakte. Dat gaf in elk geval een relatie.”

Ouderlijk gezag
De ouders van nu zijn andere ouders dan die van vroeger, zegt Vermeulen. „Wij zijn nu meer uit op echt contact met onze kinderen, proberen naast hen te staan en op gelijke hoogte met hen te komen. Daarmee zijn we het ouderlijk gezag wel een beetje kwijt geraakt. En een opgroeiend kind heeft beide nodig: het vertrouwen en het gezag van zijn ouders. Alle opvoeders door de eeuwen heen hebben het moeilijk gehad met het vinden van de juiste balans.” Ouders hoeven er ook niet van te schrikken als een puber wat afstand van hen neemt. „Die afstand hebben ze nodig om hun eigen identiteit te ontwikkelen. Ze willen wel dat ouders hun best blijven doen, maar zeggen, heel dubbel: „Ik moet zelf een eigen persoonlijkheid worden. Blijf dus een beetje dichter bij me uit de buurt.”

Huwelijkscursus
Jongeren zijn al meer gewend om van hart tot hart te spreken dan ouderen, merkt de maatschappelijk werkster. „Ik hoor veel positieve verhalen van stellen die bijvoorbeeld een huwelijkscursus volgen voordat ze gaan trouwen. In die gesprekken komen thema’s als gezinsvorming en seksualiteit aan de orde. Veel stellen denken dat zij de enigen zijn die daarmee worstelen. Dat anderen net zo goed hun vragen en twijfels hebben, is voor hen een heel prettige ervaring. Vraag ook eens aan oudere echtparen hoe zij het gered hebben. Dan krijg je horen dat het huwelijk in de praktijk geen rechte weg vol met passie is, maar dat veel stellen moeilijke tijden hebben gehad. Onvoorwaardelijk voor elkaar kiezen is wel heel belangrijk. Binnen dat veilige kader, durf je risico’s te nemen. Dat geeft ook veiligheid waardoor je van hart tot hart durft te spreken. Ik zeg regelmatig voor de grap: „Mijn man is de enige met wie ik ruzie durf te maken. Van hem weet ik zeker dat hij me niet in de steek laat.”


Stoom tussen de oren
Piet Schep is ambtsdrager in de protestantse gemeente in Rotterdam. Hij weet dat niet ieder ambtelijk gesprek vanzelf een gesprek van hart tot hart is. „Sommige mensen zijn wat gesloten van karakter. Niet iedereen is het gewend om zomaar over het geloof te spreken. Als je vaker bij iemand op huisbezoek bent geweest, heb je al gauw wat intensiever contact dan als je ergens voor het eerst aanbelt. Mensen moeten kennelijk, en ook begrijpelijk, vertrouwen in je hebben.”
Op school ziet Schep vooral jongeren die vragen over het geloof maar lastig vinden. Als teamondersteuner spreekt hij ze vaak onder vier ogen. „Ze komen bij mij als ze de klas zijn uitgestuurd, vaak nog met stoom tussen de oren. Als je op zo’n moment echt belangstelling toont in wat die jongere bezighoudt, willen ze vaak best wel vertellen wat er aan de hand was, waar ze mee zitten en waarom het in de klas zo mis ging. Je moet oprecht aandacht hebben, er de tijd voor nemen.”
Vaak heeft Schep de gelegenheid een tijdje met jongeren ‘op te lopen’. „Dat gebeurt dan in een periode van hun leven waarin zij nog op zoek zijn naar zichzelf, te midden van een wirwar van informatie en veranderingen. Jongeren willen je dan wel eens vertellen over wat hun bezighoudt, ook op geloofsgebied. Dat kan ook heel confronterend zijn, als ze je bij voorbeeld zeggen dat het geloof hen niets meer zegt. Ik probeer dan naast hen te staan en hen te vertellen dat ik zelf vroeger ook zo’n periode in het leven heb gehad, maar dat ik toch Gods aanwezigheid in mijn leven heb ervaren."


Voorbeeld 1: Huisbezoek
Mark Jansen, 37 jaar, alleenstaand. Zijn wijkouderling belt ieder jaar op gezette tijden voor een huisbezoek. Mark ziet er, als hij eerlijk is, als een berg tegenop. Hij schrikt al als hij het nummer van de wijkouderling in het schermpje van z’n telefoon ziet verschijnen. Nee, met de wijkouderling is niks mis. Met de bezoekbroeder die hem vergezelt ook niet. Maar de setting van twee-tegen-één zorgt voor gespannen huisbezoeken. Voor beide partijen, trouwens. Want ook de bezoekende broeders bedenken al een hele dag wat ze ’s avonds toch moeten zeggen tegen Jansen.
Dan doorbreekt de wijkouderling in een opwelling het gebruikelijke schema. Hij belt Mark met de vraag of het goed is dat hij, alleen, dan en dan een bak koffie komt drinken. Mark klinkt opgelucht. De sfeer tijdens het bezoek is ontspannen. Er ontstaat een gesprek van hart-tot-hart waarin de moeilijke vragen niet weggeduwd worden en waarin de wijkouderling ook dingen uit z’n eigen geestelijk leven durft te delen. Mark betrapt zich erop dat hij bij het afscheidnemen bijna wil zeggen: „Dat moeten we snel nog eens over doen”.


Voorbeeld 2: Offline
Janny en Erik hadden afgesproken dat ze één avond per week de mobiele telefoons, laptops en tablets zouden uitschakelen. Ze wilden dan niet gestoord worden door gesprekken, appjes of wat dies meer zij, maar echt aandacht hebben voor elkaar. En zo de mogelijkheid scheppen tot een gesprek van hart-tot-hart dat niet onderbroken wordt door steeds weer oplichtende schermen.
Het duurde even voor ze een avond gevonden hadden. Maandag was er iets, dinsdag kwam niet goed uit, woensdag moest Erik weg en donderdag had Janny een afspraak en vrijdag moesten ze boodschappen doen. En toen was het zaterdag en gingen ze offline. De avond verliep stroef en geforceerd. Want nu moesten ze dus praten.
Nog voor de avond om was, besloten ze het anders te doen. Voortaan gaan tijdens het avondeten alle mobieltjes uit. Ook die van de kinderen. De kinderen mopperden twee avonden, maar de derde avond vonden ze het eigenlijk wel prettig. En er werd eindelijk weer eens gewoon gepraat, zonder dat iedereen steeds naar z’n mobiel greep.


Voorbeeld 3: Pubergesprek
Martijn (12) was hevig aan het puberen. Tot wanhoop van z’n ouders. Er moest nodig gepraat worden. Ja, ook en vooral over seksualiteit. Want de schaarse opmerkingen die Martijn over meisjes uit z’n klas maakte, waren niet bepaald geschikt voor een pedagogisch handboek. Moeder had al eens een voorzichtige poging gewaagd om het gesprek met hem aan te gaan. Maar hij had zich volledig in zichzelf teruggetrokken en was al bij de eerste de beste mogelijkheid tot ontsnapping naar z’n kamer gevlucht. „Jij moet met hem praten”, had moeder tegen haar man gezegd.
De dag brak aan dat Martijn voor het laatst de deur van de basisschool achter zich dichtrok. Zijn vader stelde voor om nog voor de gezinsvakantie samen twee dagen naar Parijs te gaan. Eerst keek Martijn wat vreemd, maar zo'n reis leek hem wel gaaf.
Het goede gesprek kregen ze toen ze ’s avonds na een drukke eerste dag op het terras van hun hotel nog even wat zaten af te koelen. De sfeer was open en goed. Een dag later, werd het gesprek bij flarden en met tal van onderbrekingen voortgezet. Automatisch. Het vader-zoon-uitje mét gesprekken van hart-tot-hart was een doorslaand succes. Voor zoon én vader.


Geen pasklare antwoorden
Ko de Jong uit Berkenwoude, docent autotechniek aan het Wartburg College te Rotterdam en koster van de gereformeerde gemeente te Berkenwoude, weet dat jongeren graag naar mogelijkheden zoeken om te delen wat hen bezighoudt. „Zij zoeken mensen die door hun schil heen kijken. Jongeren ervaren het leven als complex, maar in een veilige setting laten zij best wel in hun hart kijken. Een goede luisterhouding is belangrijk.”
Om te komen tot een goed gesprek van hart tot hart zijn volgens De Jong nodig: Vertrouwen, veiligheid en de bereidheid om te luisteren. „Het gaat niet om pasklare antwoorden, veel meer om beschikbaarheid. Om kwetsbaar durven te zijn en naast elkaar te willen zitten. Om vragen te stellen en ook door te durven vragen. Luisteren is ook horen naar wat niet gezegd wordt.
Wie van hart tot hart spreekt, richt zich op de persoon van de ander, in plaats van op een probleem. Het is simpel in regeltjes te blijven hangen. Maar wie écht contact wil maken, moet naar de persoon kijken: Waar gaat het om? Wil je dat wij samen kijken naar wat jou nu bezighoudt? Als je zou bidden, wat zou je vragen?”
Ten diepste is er in dit opzicht niet veel veranderd vergeleken met vroeger, zegt De Jong. „Want harten blijven vooral aards gericht. Jongelui van nu stellen hun vragen. Zij zeggen dingen onomwonden, maar tonen ook bereidheid te luisteren naar wat de Heere in de Bijbel bedoelt. Ik ben soms verwonderd over wat zij willen delen”.


7 tips en trucs

01 Wees gericht op de ander
De grootste valkuil als je met iemand praat? Dat je te veel op jezelf gericht bent. Leg daarom de focus op het begrijpen van de ander, niet op het zelf begrepen worden. Pas als je gericht ben op de ander kun je van hart tot hart met elkaar spreken.

02 Luister zonder oordeel
Als je wilt openstaan voor de ander, laat OMA dan thuis. Uiteraard is deze tip niet bedoeld om grootouders uit te schakelen. OMA staat in dit geval voor Oordelen, Meningen en Adviezen. Kom niet gelijk met je oordeel, maar luister oprecht naar de ander. Gelijk met ongevraagde adviezen komen staat een gesprek van hart tot hart in de weg.

03 Stel vragen
Een goede vraag zet de gesprekspartner aan het denken. Dat maakt dat hij of zij figuurlijk bij zichzelf naar binnen moet kijken en tot reflecteren kan komen. Stel dat bijvoorbeeld je vriendin in de opvoeding van haar kinderen problemen ondervindt en die met jou bespreekt. Zij vindt dat ze best een stevig pak slaag aan haar kind mag geven. Vraag dan eens aan haar: Hoe hoop je dat je kind op zijn of haar jeugd terugkijkt? Op die manier activeer je het denkproces van de ander, terwijl je haar niet meteen van adviezen voorziet of veroordeelt.

04 Luister naar wat de ander NIET zegt
Soms spreekt de lichaamstaal of de gezichtsuitdrukking boekdelen. Meer nog dan het antwoord dat je op een vraag krijgt. Vraag door bij iemand die zegt dat het goed met hem of haar gaat, maar er tegelijk uitziet alsof hij van vermoeidheid elk moment kan omrollen.

05 Zet zelf de eerste stap door te delen wat er in je omgaat
Natuurlijk kun je gelijk van wal steken door te zeggen: Jij bent ook nooit een avond thuis! Maar of het daar gezelliger van wordt? Je kunt ook zeggen: „Ik mis het zo dat we tegenwoordig bijna nooit meer een rustig moment samen hebben.” Dan vertel je wat er in je omgaat, waaraan jij behoefte hebt en laat je de ander in je hart kijken.

06 Schep de voorwaarden die nodig zijn voor echt contact
Zorg dat er momenten zijn waarop er rust in huis is en je tijd en aandacht aan elkaar kunt geven. Wees daarin creatief. Zijn de kinderen bijvoorbeeld nog klein? Stop ze een avond wat vroeger in bed en bestel eten. Kaarsen aan en het etentje kan beginnen.

07 Bedenk dat er ook sprake van intimiteit kan zijn als er niet wordt gepraat
Vooral vrouwen hebben het gevoel dat praten heel belangrijk is voor intimiteit en van hart tot hart spreken. Maar intimiteit kan ook schuilen in samen activiteiten ondernemen. Als een vader en zoon allebei erg van vissen houden, kunnen ze gerust samen twee uur lang naar een dobber zitten staren. Dan hoeft er geen woord te vallen en toch kan de sfeer heel intiem zijn.

Met dank aan Maria Vermeulen,
www.salouz.nl.2

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 2017

Terdege | 116 Pagina's

Van hart tot hart spreken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 mei 2017

Terdege | 116 Pagina's