Johannes en zijn vrienden
Week 2
„Groet de vrienden met name. (3 Johannes vers 15b)
Waarschijnlijk is Gajus geschrokken van wat Johannes over Diotrefes schreef. Misschien heeft hij zich afgevraagd: Wat komt er van onze gemeente terecht als dit bekend wordt?
Maar Johannes schrijft meer. Wij lezen ook van een zekere Demetrius. Het schijnt dat hij een rondreizende prediker was, die door Diotrefes niet ontvangen werd. Johannes schrijft echter dat ze hem gerust in de gemeente en op de kansel kunnen ontvangen. Hij heeft een goede naam en Johannes staat in voor zijn betrouwbaarheid. Wie Demetrius’ prediking aan Gods waarheid toetst, ontdekt dat zijn boodschap zuiver is.
Daarmee zegt Johannes tegelijk tegen de geschrokken Gajus: Gods werk gaat door. De man die hem dit briefje van Johannes brengt, is een getrouwe gezant. Zoals het in Spreuken staat: een medicijn uit de apotheek van de grote Heelmeester. In de wond die in de gemeente geslagen wordt, mag de prediking van Demetrius dienen als balsem. De Heere weet wat de gemeente nodig heeft. Dat bleek in de zending van Zijn Zoon en in de uitstorting van de Heilige Geest.
Ondertussen loopt er een scherpe scheidslijn door de gemeente van het Nieuwe Testament. Tegen die achtergrond moeten we de laatste woorden van dit briefje lezen. We zouden verwachten dat Johannes de gemeente laat groeten. Maar het blijkt dat Johannes en Gajus ook vijanden hebben. Zelfs zo’n Diotrefes, de man met de mooie naam en de voorname plaats. Het zijn vijanden van Christus, die daarom hun vijanden zijn.
Ik denk dat de apostel der liefde met pijn en verdriet heeft geschreven: „Groet de vrienden.” Misschien heeft hij gedacht aan de nacht waarin Judas ontmaskerd werd en Jezus tegen de anderen zei: „Ik noem u Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied.” Johannes weet dat er in de kerk schapen en bokken zijn. Gajus weet het nu ook, al heeft hij bij sommigen misschien getwijfeld.
Weet u het onderscheid? De vrienden van Johannes zingen van harte mee: „Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw naam ootmoedig vrezen.” Zulke mensen krijgen de groeten van Johannes.
1. De waarheid getuigt van Demetrius (vers 12). Hoe moeten we denken over en luisteren naar dat getuigenis? Of leggen we andere maatstaven aan in het beoordelen van Gods gezanten?
2. Bent u een vriend? En wie zijn uw vrienden? Wat blijkt daaruit?
3. Jongere, wie zijn jouw vrienden? Zou Johannes jou de groeten doen?
4. Kinderen, Demetrius was een goede dominee. Wanneer vind jij een dominee goed?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 2017
Terdege | 100 Pagina's