Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grote gezinnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grote gezinnen

5 minuten leestijd

Hoe doen die moeders dat toch? Tien of meer kinderen opvoeden, enorme pannen eten koken, het huis schoonhouden, de boodschappen, was- naai- en verstelwerk. Vier families vertellen. Over de mooie kanten, de soms moeilijke kanten en de gezelligheid.

Familie Spek
(Genemuiden)

Marleen Spek: „Van de zomer wilden we bij een kabelbaan in Tsjechië een familiekaart kopen. „Drie kinderen?” vroegen ze bij de kassa. „Nee, tien”, zeiden wij. Ze snapten ons niet, maar uiteindelijk kregen we twee kaarten.

We ervaren een groot gezin niet als zwaar. Anderen maken zich er drukker om dan wij. Zeker toen de jongste vijf kinderen in 3,5 jaar tijd werden geboren. Zelf moest ik even aan het idee wennen dat we een tweeling kregen. Maar die zwangerschap verliep zo goed, dat ik me beschaamd zou hebben gevoeld als ik tijdens de laatste drie zwangerschappen niet op de Heere had vertrouwd.

Dat de kinderen zo weinig in leeftijd verschillen, heeft ook voordelen. Ze gingen bijvoorbeeld lange tijd op dezelfde moment naar bed. Dan lezen en bidden we met hen. Dat is ook het moment dat je even rustig met hen door kunt praten, zonder dat er gelijk een ander doorheen schreeuwt.

De kinderen doen om beurten 's avonds de vaat. Mijn man heeft veel last van zijn rug, dus de jongens helpen regelmatig in de tuin. Maar vaste taken hebben de kinderen niet.

Met een groot gezin word je vanzelf makkelijker. In de kerk zitten wij op de voorste bank. Meestal komen we laat binnen. Met een doopdienst zit de familie van de doopouders op onze plaats. Je ziet mensen dan kijken, waar moeten die zitten? Daar maken wij ons niet druk om: we hebben nog nooit een dienst gestaan.”


Familie Anker
(Berkenwoude)

Weiny: „Toen ik op de huishoudschool zat, at ik voor het eerst macaroni. Ik wist niet wat ik meemaakte. Mijn moeder maakte daar altijd pap van, pijpjespap. Ook paprika en witlof had ik nog nooit gegeten. Thuis aten we vooral groenten en aardappels uit de tuin.”

Ria: „We woonden op een boerderij met koeien en varkens. Het was heel gezellig thuis, er was altijd iemand om mee te spelen.

We hebben ook hard leren werken. Moeder hield van orde en netheid. De jongens hielpen vader op de boerderij. De meiden draaiden mee in het huishouden. Op zaterdag poetsten we alle schoenen. Elk jaar slachtten we een koe en een varken en hielpen we allemaal mee om hamburgers en dergelijke te maken. Als ik aardappels moest schillen, deed ik daar soms een hele middag over en speelde ik tussendoor tikkertje op het erf.

Toen mijn ouders trouwden, hadden ze nog geen wasmachine. Toch heeft mijn moeder altijd katoenen luiers gebruikt, voor ons alle elf. De vieze luiers werden in emmers en heel vroeger ook in de sloot uitgespoeld.

We leefden eenvoudig. We gingen nooit op vakantie, maar logeerden bij onze oom en tante en reden soms naar de zee en de speeltuin. We hadden geen computer, radio, mobiele telefoon of vriezer. De groenten werden in weckpotten gedaan. Naar de winkel gingen we zelden: de bakker, SRV-wagen en kistjesman kwamen gewoon langs de deur. En met oudjaar bakten we een melkbus vol oliebollen.”


Familie Zweistra
(Hendrik-Ido-Ambacht)

Ina Zweistra: „Ik koop wc-papier altijd met drie van die heel grote pakken tegelijk. „Zo mevrouw, u heeft zeker een feestje”, hoor ik soms. „Ja”, zeg ik dan, „elke week een feestje.”

Ik haal drie of vier karren boodschappen per week. Zonder briefje. Ik vergeet zelden iets, daar ben ik best trots op eerlijk gezegd

Wij zijn getrouwd toen we 19 waren. In het begin kregen we elk jaar een kind. Dan kwamen er weleens nare opmerkingen. Ik trok me er niets van aan, heb een heel gladde rug als het daar om gaat.

Als je me op mijn 18e had verteld dat ik later twaalf kinderen zou krijgen, had ik je voor gek verklaard. Dat aantal schrikt toch af. Anderen vinden het ook bijzonder: we worden vaak door medeweggebruikers geteld als we in de auto zitten.

Een grappig feitje is dat al onze kinderen een bijnaam hebben. Dat is spontaan ontstaan. Onze Carine noemen we bijvoorbeeld Keessie.

Of het druk is, zo’n groot gezin? Ik voel me beslist geen slaaf. Ik doe gewoon mijn werk en maak ook nog schoon bij zeven andere families. Ondernemend ben ik altijd al geweest. Ik sta altijd gelijk met mijn man op, om kwart over vijf. Dan kun je zo veel doen voordat de kinderen uit bed komen.

Het mooie aan een groot gezin is de liefde en de gezelligheid. Wat ik moeilijk vind, is de verantwoordelijkheid. Onze kinderen zijn toch twaalf zielen die straks de eeuwigheid in moeten gaan.


Familie Kooiman
(Enkhuizen)

Marieke Kooiman: „Als ik met Bas op het consultatiebureau kom, vragen ze soms de hoeveelste hij is. Ze rollen zowat om als ik vertel dat ik er nog tien heb. „Meent u dat?”, is het dan. „En allemaal van één vader?”

Simon en ik runnen ons gezin zoveel mogelijk samen, met Gods hulp. De kinderen werken mee: Alize wast vaak af, Martin schilt de piepers. De kleintjes verzorgen de dieren.

We hebben ontzettend veel wasgoed. De machine draait elke dag een keer of vijf, behalve op zondag. Er moeten pittig wat overhemden gestreken worden, daarom krijgen we elke vrijdag hulp van een vrouw van 84.

Vandaag ben ik begonnen met het uitzoeken van de winterkleren. De kleding gaat hier van de een op de ander over. Daar hoor ik de kinderen nooit over klagen.

We vinden het een zegen dat we een groot gezin hebben. Vooral als het gaat om saamhorigheid en het delen van lief en leed.

Natuurlijk zijn er ook weleens zorgen, bijvoorbeeld over hoe we het rond moeten krijgen. We merken dat de Heere daarin van ons af weet. Mensen bij ons uit de kerk geven ons bijvoorbeeld groente en piepers.

Er gaan al met al flink wat boodschappen doorheen per week. We eten 2,5 broden per dag, friet bakt Simon in een dubbele frituurpan van 2 keer 8 liter en sla doen we in een schaal zo groot als een afwasteil, of hoger.

We hebben een belangrijke familieregel: we gaan nooit met ruzie slapen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 oktober 2017

Terdege | 108 Pagina's

Grote gezinnen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 oktober 2017

Terdege | 108 Pagina's