Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een deuk in de ziel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een deuk in de ziel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jong gezin: vader, moeder, vijf kleine kinderen onder de 7 jaar. De Heere was nabij, het leven was goed. Tot ruim twintig jaar geleden. Moeder Melanie overlijdt, 29 jaar oud. Als er tranen komen, laat ze dan lopen.

Ds. A.T. Vergunst, predikant van de Netherlands Reformed Congregation in Waupun (VS), kan er nog lang over praten, over zijn eerste vrouw Melanie, over haar ziekbed, haar sterven, het gemis aan haar, ook al is het al meer dan twintig jaar geleden dat ze stierf en ook al is hij gelukkig hertrouwd. „Soms ben ik nog helemaal in de war. Dan lijkt het wel een chaos vanbinnen.”

Een paar weken geleden verscheen zijn boek ”Ik wist niet hoe moeilijk dit was”. Ontboezemingen van een rouwdragende man en vader” (uitg. De Banier). Ds. Vergunst noemt het een reisbeschrijving, het verhaal van een reis door de vallei van verdriet, door het onbekende landschap van de rouw. „Toen Melanie ziek werd en overleed, stapte ik een onbekende wereld binnen. En ik heb nooit geweten hoe moeilijk dat was.”

Hersentumor

De reis begint in december 1993. Bij Melanie Vergunst, moeder van vijf kinderen, wordt een hersentumor ontdekt. Na een lang en moeilijk ziekbed van twee jaar en twee maanden overlijdt ze, 29 jaar oud. „Als predikant wist ik heus wel welke Bijbelteksten gepast en vertroostend zijn voor mensen in rouw. Iedere zondag preekte ik over God, over Zijn goedheid, liefde en genade, maar opeens was het voor mezelf een hele worsteling te geloven wat ik anderen preekte. Als ik op de preekstoel mensen opriep om tot Hem te gaan, stormde het vanbinnen: Heere, waar bent U? Waarom doet u dit, een moeder van vijf kleine kinderen wegnemen, mij als weduwnaar achterlaten? U weet toch dat ik dit niet aankan? Waarom laat U dit toe? Schokkend was het. En het was zwaarder dan ik ooit had kunnen denken. Ik was opstandig en boos, terwijl ik als dominee natuurlijk heel goed wist dat dat helemaal niet mag.”

Melanie Vergunst was, volgens haar man, heel gevoelig, teer en nederig van karakter. „Ze was ongelooflijk zacht van aard, altijd bezig met de moeite en de zorgen van andere mensen.” Voordat de kinderen geboren werden, werkte Melanie als verpleegster in het ziekenhuis in Kalamazoo, op de afdeling oncologie. Het liefste werkte ze ’s nachts. „Op oncologie liggen veel mensen die weten dat ze sterven moeten”, zei ze, „en die kunnen ’s nachts vaak niet slapen. Dan willen ze weleens graag even met je praten. Dat kan ’s nachts wel, maar overdag is daar geen tijd voor.”

Steile berg

In zijn boek put ds. Vergunst zich uit om de diepte van rouw in woorden te vangen: „Rouw is altijd de prijs die we betalen voor dat wat we liefhebben en ons ontvalt.” En: „Mensen die rouwen kunnen soms echt niet verder. Ze hebben het gevoel alsof ze een steile berg moeten beklimmen. Soms is het net alsof ze niet meer kunnen denken. (...) Het kan soms jaren duren voordat iemand weer echt op gang komt.”

Het verlies van Melanie voelt als een amputatie, nog steeds. „Het is alsof ze van mij is losgescheurd. Als je rechter- of je linkerhand geamputeerd is, krijg je die nooit meer terug. Je moet alles opnieuw leren. Knoopjes dichtdoen, je riem omdoen, je haar kammen. Het kan lang duren voordat je al die gewone dingen weer kunt. En sommige dingen zul je zelfs nooit meer kunnen, omdat je daar die geamputeerde rechter- of linkerhand voor nodig hebt. Rouwen is niet alleen maar verdrietig zijn, maar vraagt om aanpassing aan levensomstandigheden die nooit meer dezelfde zullen zijn. Alles is radicaal veranderd.”

Foute opmerkingen

Veel rouwende mensen vinden het moeilijk om over hun verdriet te praten, weet ds. Vergunst. „Je bent bang dat de ander je niet begrijpt. Veel rouwdragers zijn bezeerd, door onbegrip of foute opmerkingen van anderen. Daarom heb ik dit boek zo openhartig mogelijk willen schrijven. Daarmee maak ik mezelf wel kwetsbaar, maar dat kan niet anders, want iedereen die rouwt, is kwetsbaar.”

Rouw na verlies is een normale en een noodzakelijke reactie, zegt ds. Vergunst. „Rouwen is geen zwakheid, maar het is menselijk en voluit Bijbels. God heeft ons zo gemaakt dat we verdriet kunnen hebben. De Heere Jezus Zelf ervaarde ook verdriet. Ook Hij rouwde. Toen Hij hoorde dat Johannes de Doper onthoofd was, nam Hij Zijn discipelen mee in de woestijn. Hij was verdrietig, moest tot Zichzelf komen. Waar liefde is, wordt rouw ervaren als er een scheiding komt.”

Soms leeft ds. Vergunst nog in het verleden. „Je wilt terug naar vroeger, maar je kunt niet terug. Het kan zo moeilijk zijn om verder te gaan. De reis door de vallei van de rouw móét worden gemaakt. Je kunt het niet ontlopen, niet zomaar een andere afslag nemen. Ik las hierover eens een beeld dat me erg aansprak: „Om het licht weer te zien, is het beter niet naar het westen te rennen, achter de wegzinkende zon aan, maar naar het oosten te rennen, om daar de opgaande zon weer te vinden.” Dus om het licht te vinden, moeten we de duisternis in, moeten we de vallei van het verdriet door. Er is geen weg terug.”

Traanbuis

God heeft niet voor niets een traanbuis in het oog geschapen, zegt de predikant in Waupun. „Als er tranen komen, laat ze dan lopen. In het oude Oosten huilden de mensen luidkeels. Wij in het Westen vinden dat overdreven, doen dat niet. Toen ik met mijn kleine kinderen aan het graf stond, waar de kist met Melanie in neerdaalde, hebben we niet gehuild. Omdat het om ons heen zo ‘doodstil’ was, durfden we dat niet. Al die mensen keken zo. Zelfs mijn kinderen stonden zonder een geluidje te geven naar de zakkende kist van hun moeder te kijken. We stonden als een ijspegel te kijken. durfden niet te huilen. Hadden we het maar wel gedaan. We slikten onze tranen weg en onderdrukten daarmee de normale en noodzakelijke uiting van verdriet.”

In zijn boek noemt ds. Vergunst tranen „Gods voertuigen om verdriet af te voeren.” „Wat een wijsheid en goedheid van onze Schepper. Het is niet voor niets dat iemand die eens goed kan huilen dat ervaart als een soort grote schoonmaak. Voor mij en mijn kinderen waren het bijzondere momenten als we samen eens konden huilen. Als papa huilde, vonden de kinderen het veilig om ook te huilen.”

Niet onmatig rouwen

Je kunt ook op een zondige manier rouwen, weet ds. Vergunst. „Rouw mag niet onmatig zijn. Je kunt je geliefde ook zo gaan vereren dat de menselijke maat wordt overstegen. Je mag ook niet zo rouwen, alsof er geen God in de hemel is, Die alles ziet en weet. En het is zondig om je verdriet te koesteren. Het zou je bitter kunnen maken. Je zou er nijdig van kunnen worden, maar de Bijbel zegt dat nijd een verrotting van je beenderen is. Zó mag je niet rouwen”.

Pottenbakker

„Waarom God het heeft gedaan, Melanie wegnemen? Ik weet het nog steeds niet. Hij is de grote Pottenbakker en ik ben Zijn leem en mag Hem niet vragen: „Wat doet Gij?” Ongetwijfeld heeft hij er Zijn wijze bedoelingen mee gehad. Nu, na meer dan twintig jaar, mag ik wel zeggen dat het verdriet mij verrijkt heeft, dat ik in het pastoraat goud heb opgedolven, ook al heb ik nog steeds verdriet. Zijn doel is heilig en rechtvaardig. Ik denk nog steeds: Heere, wat had mijn vrouw toch nog veel voor ons kunnen betekenen. Maar Hij heeft het niet verkeerd gedaan, ook al blijft Zijn diepste bedoeling voor mij verborgen. Ik zoek er geen antwoord meer op, mag het aan Hem overlaten.”

In 1997 hertrouwde ds. Vergunst met Michelle, een jongere zus van Melanie. „Ik mag weer een rijk en gezegend huwelijksleven hebben. Maar nog steeds verschijnt Melanie weleens levensecht in mijn dromen. Nog steeds zijn er dingen die me intens aan haar doen denken. Dat kan een geluid zijn, een woord, of een bepaalde geur. Rouw laat zich nooit voorgoed wegwerken. De deuk valt nooit meer uit te deuken.”

N.a.v. ”Ik wist niet hoe moeilijk dit was”, door ds. A.T. Vergunst; uitg. De Banier, Apeldoorn, 128 blz.; € 10,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2017

Terdege | 164 Pagina's

Een deuk in de ziel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 2017

Terdege | 164 Pagina's