Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op vakantie onder het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op vakantie onder het Woord

15 minuten leestijd

Hoe breng ik de zondag door op vakantie in het buitenland? Sommigen bezoeken lokale kerkdiensten, anderen zoeken bewust naar een reformatorische dienst voor vakantiegangers. Een derde groep luistert in zijn huisje of hotelkamer mee met de eigen gemeente. ”Belangrijk is dat het Woord klinkt, dat het echt zondag is en dat we ons niet onder een prediking zetten die de zonden goedpraat.”

Deze zomer hoopt hij met zijn vrouw en kinderen naar Israël af te reizen. Het is de eerste keer dat hij met zijn gezin kiest voor een vliegvakantie, geeft ds. J. Joppe aan. De vier nog thuiswonende kinderen gaan mee. Hij kiest bewust voor een bezoek aan het land, dat het zeventig jarig bestaan herdenkt, om hun wat „mee te geven van de tradities, cultuur en historie van het land van de Bijbel.”

De hersteld hervormde predikant uit Oud-Beijerland beseft dat vliegreizen naar Israël, zeker in het hoogseizoen, niet bepaald goedkoop zijn. „Het hoeft niet ieder jaar. Ook uit het oogpunt van duurzaamheid dienen we enige terughoudendheid te betrachten, hoewel ik de eerste ben om toe te geven dat ik daar vaak te weinig bij stilsta.”

LONDEN EN PARIJS

Ds. Joppe houdt ervan om over de grens te kijken. Hij bezoekt graag kerken, musea en natuurgebieden. „Hoewel je dat natuurlijk niet doorlopend kunt doen met een gezin met daarin verschillende leeftijdsgroepen.”

Zijn buitenlandse vakanties, regelmatig op christelijke vakantieparken, zijn vanzelf ontstaan. „Toen de kinderen nog klein waren, gingen we vaak naar de Veluwe. Maar als ze groter worden, vragen ze vanzelf naar andere bestemmingen. Dat is ook niet verwonderlijk, want met school trekken ze regelmatig de grens over, naar Londen en Parijs en zelfs naar Israël.”

Twee jaar geleden bezocht hij met zijn gezin Tsjechië en vorig jaar de Franse Alpen. „In principe zoek ik naar mogelijkheden om ook op die plaatsen voor te gaan. Ik mag dat graag doen en je bent en blijft predikant, vind ik. Dat draag ik ook uit in mijn kleding.”

In Tsjechië preekte hij in een zaal van het gemeentehuis en in de Franse Alpen ging hij voor in een rooms-katholiek kerkgebouw. „In die laatste kerk stonden veel beelden, maar het gaat erom dat je de Heere Jezus Christus ziet. Dat kan ook daar. Je hoopt altijd dat een rustperiode tot zegen mag zijn en dat iemand, net als de kamerling, anders thuiskomt dan hij wegging. Het mooie is dat op die plaatsen mensen uit heel verschillende kerkverbanden onder je gehoor zitten. Dan ontstaat er iets van eenheid, ondanks alle verscheidenheid. Afgelopen zomer ging ik ‘s ochtends voor zonder een ouderling of andere ambtsdrager. Na de dienst meldde zich iemand bij me die vertelde dat hij in zijn thuisgemeente ouderling is en hij bood aan me ‘s avonds naar de kansel te brengen. Het gaf een mooi gesprek. Dat is toch prachtig?”

Ook in Israël hoopt hij deze zomer voor te gaan. „Er bevinden zich tal van Nederlanders uit de reformatorische gezindte. Ik heb nog geen locatie, maar heb wel contacten met de Schotse kerk in Jeruzalem.”

ZINGEN

Vakantie –ds. Joppe spreekt liever van een rustperiode– is een legitieme zaak, vindt hij. „De Heere geeft ons iedere week een rustdag. Dan mogen we rusten van ons werk en die dag in Zijn dienst besteden. De Heere Jezus zei tegen Zijn discipelen dat ze „een weinig” moesten rusten. Dat doen wij meestal in de zomer. We dienen die tijd niet alleen te besteden aan het bekijken van de omgeving, maar vooral ook met het onderzoeken van Gods Woord. Neem daarom wat boeken en in de eerste plaats de Bijbel mee.”

Toen hij nog niet zo lang predikant was, had hij er moeite mee om ver weg te trekken. „Ik wilde dan in de buurt zijn voor onverwachte zaken in de gemeente, zoals een sterfgeval. Ik ben weleens teruggegaan toen iemand op jonge leeftijd stierf. Maar daarin moet je eigenlijk één lijn trekken. Wat je bij de een doet, moet bij de ander ook. Ik heb dat later afgeleerd. Je hebt een vervanger en bent niet onmisbaar.”

De predikant adviseert bij de planning van een vakantie vooraf goed te overdenken wat je wilt gaan doen en hoe je de zondag wilt doorbrengen. „Waar je ook bent, het moet wel echt zondag zijn. Dat betekent naar de kerk gaan of –als het echt niet anders kan– een preek lezen of via internet beluisteren en samen zingen. Ik ben niet tegen een wandelingetje met de kinderen, maar als we niet gewend zijn om bijvoorbeeld op zondag te voetballen, ga dat dan ook tijdens de vakantie niet doen.”

Gebruik van de smartphone en laptop of het beluisteren van een cd is op zich niet verkeerd, maar het is „veel mooier om samen te komen. Met mensen uit verschillende kerkverbanden. Nog fijner is het wanneer je naar een lokale kerk kunt gaan. Dat zijn vaak heel kleine gezelschappen die blij zijn wanneer er gasten uit een ander land op bezoek komen. Vaak lukt dat met kleinere kinderen niet, omdat ze de taal niet beheersen.

De belangrijkste vraag is wel wat er wordt verkondigd. Het Woord moet er in alle eerlijkheid klinken, daar gaat het om. Het gaat om onze ziel. Via internet kun je vooraf veel te weten komen. Als tijdens een dienst de zonden worden goedgekeurd, zou ik er niet graag naartoe gaan. Voor jonge kinderen is het bovendien van belang dat zo veel mogelijk wordt vastgehouden aan de gebruiken van thuis.”

Lang niet overal wordt het Woord nog gebracht. „In Tsjechië kwam ik eens op een doordeweekse dag langs een kerk waarvan de deuren waren opengezet. We zijn gestopt om er een kijkje te nemen. Toen kwam er een kudde schapen uit. De kerk werd gebruikt als schaapskooi. Een prachtig beeld natuurlijk, maar er was in geen velden of wegen iets van religie te vinden in die omgeving.”

VLIEGVAKANTIES

Met zijn gezin gaat de predikant meestal één keer per jaar op vakantie. „Hoewel we dit voorjaar wel enkele dagen naar Limburg zijn gegaan. Ik ben toen voorgegaan in Horst en het was goed om als gezin enkele dagen bij elkaar te zijn.” Hij plaatst kanttekeningen bij het reisgedrag dat hij soms waarneemt. „Steeds vaker en steeds verder. Dat heeft te maken met de globalisering en het feit dat vliegvakanties relatief goedkoop zijn.

Maar waar is de grens, ook in relatie tot duurzaamheid en soberheid? Wat ga je op die plaatsen doen en hoe vul je een rustperiode in? Het kan mooi zijn om andere werelddelen te bezoeken om christenen in nood daar te bemoedigen en werkvakanties voor jongeren juich ik toe. Maar een opmerking van iemand tegen een ander die vertrok voor een strandvakantie op de Canarische Eilanden, bleef bij me haken. „Doe Gods volk daar de groeten”, zei hij.”

SOBERHEID

Soberheid misstaat niet, benadrukt ds. Joppe. „We hoeven niet in een vijfsterrenhotel te verblijven en dure bezienswaardigheden kun je soms inruilen voor een bezoek aan een natuurgebied. Dat is vaak gratis. Het is daarnaast de vraag of er van onze uitgaven iets voor een ander overblijft.”

Hij heeft daarvan een mooi voorbeeld. „In mijn eerste gemeente moest een nieuw kerkgebouw komen. Een jong gezin koos ervoor om dat jaar niet op vakantie te gaan en het bedrag dat ze anders daaraan zouden hebben uitgegeven, over te maken voor de kerk. Niet om er iets mee te zijn, maar uit liefde voor Zijn dienst.”

ZIE OOK RD (PUNTKOMMA) 7 JUNI 2018: ”KATHOLIEK OP VAKANTIE”.


Jan-Johan van Nieveen, echtgenote Carla en drie van hun zes kinderen

In het Duitse stadje Traben-Trarbach zijn ze tijdens vakanties in de Evangelische Kirche graag geziene gasten. Jan-Johan Nieveen (44), echtgenote Carla (47) en hun kinderen Anne-Beth (15), Cees-Jan (14), Johan (12), Hannah (10), Bastiaan (8) en Rosemarije (7) brengen er regelmatig hun vakantie door.

Op zondagmorgen bezoeken ze steevast de enige dienst. Ontmoetingen met de lokale bevolking leiden tot goede gesprekken, zegt Jan-Johan. „De diensten zijn soms wel wat oppervlakkig, maar met een van de twee predikanten hebben we een prima contact. Als het over ”het ene nodige” gaat, vallen er veel verschillen weg.” De predikant heeft inmiddels een heel rijtje Duitse uitgaven van de stichting Vrienden van Heidelberg op zijn boekenplank. „Iedere keer doen we hem een exemplaar cadeau.”

Al jarenlang gaan ze tijdens hun vakanties op een vast adres aan de Moezel naar de Evangelische Gemeinde. „Dat kan ook aan de overkant van de brug zijn. Afwisselend zijn de diensten in het ene en dan weer in het andere kerkgebouw.” Ongezien binnenkomen is er niet bij. „Als er geen bijzondere gebeurtenissen zijn, zitten er krap twintig mensen. Voornamelijk ouderen. En dan komen wij met z’n achten.”

De allereerste keer, nog met de ouders en zus van Carla, was het de Duitsers al duidelijk dat ze met Hollanders van doen hadden. „Dat moest wel, met zo’n groot gezin, concludeerde een oudere bezoekster. Vorig jaar wilden ze na de dienst met ons op de foto. Een hoed, dat kende ze nog uit haar jeugd.”

In zijn woonplaats Rotterdam is het gezin aangesloten bij de gereformeerde gemeente van IJsselmonde. Jan-Johan en Carla gaan er graag een aantal dagen tussenuit. Ze zijn net terug van een midweek Limburg. „Meestal gaan we in de zomer en het najaar. Omdat we twintig jaar getrouwd zijn, gaan we dit jaar we zelfs drie keer. Deze zomer naar Otterlo, omdat onze oudste zoon dat graag wilde, en dit najaar weer naar Traben-Trarbach.”

Meestal gaan ze met de trein, een heel enkele keer huren ze een busje. Bewust heeft het gezin geen auto. Jan-Johan: „Dat bespaart enorm veel kosten. Ik kan op de fiets naar m’n werk op de administrate van het Wartburg College. Ook aan vakanties geven we niet al te veel uit. Zo veel mogelijk low-budget, niet al te dure adressen en geen dure vakantieparken.” Lopend gaan ze naar het station. „We dragen allemaal een eigen koffertje en een rugzak.”

Hun afkeer van vakantieparken is niet alleen ingegeven door de prijs. „We willen graag tussen lokale bewoners verblijven en met hen in gesprek gaan. Niet tussen grote groepen reformatorische mensen. Ook hier in de buurt stellen we ons open op. Misschien dat we daarom wel de stad niet uit willen.”

Eén keer vergiste het echtpaar zich. Carla: „Toen bleek er een oecumenische dienst te zijn, samen met rooms-katholieken. Ik ben toen met de jongsten weer weggegaan, Jan-Johan is met de anderen gebleven.” Het gaf veel stof voor nabespreking. „Vooral met de vragen uit de catechismus over de paapse mis. De kinderen hebben tekeningen gemaakt waarop onder meer de liturgische verschillen waren uitgebeeld. We hebben daarover vrij lang doorgesproken.”

‘s Middag leest Jan-Johan meestal een preek of een meditatie. „Dat moet niet te lang zijn, met z’n achten rond de tafel redden wij geen anderhalf uur achtereen. Ik neem ook altijd een paar boeken mee waarin, voor verschillende leeftijdsgroepen, kernbegrippen worden uitgelegd en toegelicht.”


Het gezin Van Gurp: Samuël, Liesbeth en hun vier kinderen

Ze willen tijdens hun vakantie de zondag graag op dezelfde wijze als thuis doorbrengen. Samuël (38) en Liesbeth (36) van Gurp uit Nieuwdorp zochten in het verleden altijd een vakantiehuisje in Nederland dat niet te ver verwijderd was van de kerk van hun keuze.

„Eerder in ons huwelijk zijn we één keertje in Duitsland geweest. Van maandag tot zaterdag, om op zondag weer thuis te zijn. Jarenlang gingen we naar Drenthe. We hielden er rekening mee dat we niet langer dan een kwartiertje of twintig minuten rijden verwijderd waren van de kerk.” Dat was voor het bij de gereformeerde gemeente van Nieuwdorp aangesloten echtpaar in Drenthe de evangelisatiepost in Emmen of de gereformeerde gemeente van Hoogeveen. „Daar zijn we het meest geweest”, herinnert Liesbeth zich. „Op het laatst kenden ze ons al.”

Het echtpaar heeft vier kinderen: Martijn (16), Lisanne (14), Lennard (12) en Wiljan (10). „Toen zij wat groter werden, was het vooral Samuël die erop aandrong eens wat anders op te zoeken. Hij zocht wat meer aanspraak.” Ze besloten een huisje te huren op een christelijk park in Beieren van reisorganisatie Vakanz.

„We kenden de organisatie helemaal niet. Samuël kwam die tegen op internet en hebben ons aangemeld. We waren daarom best een beetje gespannen.” De aanwezigheid van een predikant –„afkomstig uit rechterflank van de gereformeerde gezindte”– noemt ze een groot voordeel. „Eigenlijk is dat voor ons doorslaggevend. Dat we de zondag kunnen doorbrengen zoals we dat thuis gewend zijn. Twee keer naar de kerk en ‘s avonds een gezamenlijk zanguurtje.”

Na de eerste keer, in 2014, hadden ze de smaak te pakken. „De saamhorigheid en de gezelligheid spraken ons enorm aan. We zijn toen ook in Virton in België, Thüringen en Lot Dordogne geweest.” De Zuid-Franse plaats was wel erg ver weg, vindt ze. „Dit jaar hopen we naar het Zwarte Woud te gaan. Dat hadden we al eerder gewild, maar dat kwam toen niet goed uit.” De vakantiebestemming wordt al in de winter uitgezocht. „We zijn niet zo van het vroeg boeken, maar in dit geval heb je geen keus. Anders vis je achter het net.”

De reisorganisatie zorgt zelf voor een predikant en regelt dat er gebruikgemaakt wordt van een of meerdere kerkgebouwen in de buurt. „We hebben eens meegemaakt dat we moesten wachten tot een dienst voorbij was. Tien tot vijftien kerkgangers kwamen eruit. Die keken heel raar op dat er buiten honderden mensen stonden te wachten.”

Liesbeth noemt het bijzonder dat tijdens de diensten in het buitenland de verschillen tussen de uit tal van kerkgenootschappen afkomstige mensen wegvallen. „Wanneer we dan weer in Nederland zijn, gaat ieder zijn eigen weg. Helaas is dat zo.” Gesprekken met anderen over de diensten zijn er alleen als ze lopend naar de kerk kunnen. „Wij trekken ons de rest van de zondag terug in huis. Net zoals we dat in Nieuwdorp gewend zijn.

Steeds vaker komen ze mensen tegen die ze eerder hebben ontmoet. „Onze oudste dochter heeft er een vriendinnetje aan overgehouden. We zouden het niet graag meer anders willen.”


Arjen Smit

Meerdere keren per jaar leidt Arjan Smit (27) uit Dordrecht reizen voor Avanta. De avontuurlijke trektochten voor de reisorganisatie voeren hem naar verre oorden, soms weken achter elkaar. „Vooraf kijk ik altijd of er een geschikte kerk in de buurt is. Die proberen we op zondag te bezoeken. Een tweede dienst kennen ze in veel landen niet, zodat ik in plaats daarvan een preek lees of die laat horen. Bij de keuze houd ik rekening met de brede samenstelling van de groep.”

Smit, docent aardrijkskunde en godsdienst aan de Gomarus Scholengemeenschap, woonde voor zijn studies een halfjaar in Rwanda. De voorbije jaren bezocht hij wereldwijd tal van landen. „Vorige zomer waren we in Jordanië en Israël, deze zomervakantie hoop ik bij leven en welzijn naar Chili, Peru en Bolivia te gaan.”

De ontmoetingen met de lokale bevolking vindt Smit „heel waardevol. Zeker op zondag. Door je aanwezigheid laat je zien dat je met hen meeleeft. Het geeft een stukje onderlinge verbondenheid op grond van dezelfde geloofsbelijdenis.”

Daarnaast biedt het een inkijkje in de ontwikkeling van andere kerkelijke tradities. „Ik probeer altijd met mensen te spreken, zowel voor als na de dienst. Vaak word je uitgenodigd om bijvoorbeeld mee te eten.” De taal kan een barrière vormen. „Soms is er iemand te vinden die de dienst stukje bij beetje in het Engels vertaalt. Een enkele keer gaan we alleen voor de liturgie en bemoediging. Vaak breng ik, voorin de kerk, de groeten over namens christenen in Nederland.”

De docent geniet ervan om te spreken met christenen uit andere culturen. „Dat leert je relativeren. Vorig jaar was ik tijdens de herfstvakantie in Togo. Aan het einde van de dienst was er een collecte. In optocht gaat iedereen zingend en klappend door de kerk en gooit aan het eind iets in de zak. Een geldstuk, een kip, een sinaasappel of wat dan ook. Toen was er vervolgens een gezette ”mama”, die een tros bananen bij opbod verkocht. De opbrengst was eveneens voor de kerk. Als ik dan weer thuis ben, kan ik soms glimlachen om onze strakke gewoontes, waarvan geen millimeter wordt afgeweken.”

Doordeweeks houdt hij tijdens de reizen af en toe een Bijbelstudie. „Vorig jaar gebeurde dat op onze kampeerplaats op de top van de berg Nebo. We hebben het toen over het sterven van Mozes gehad. Aan de zee van Tiberias bespraken we de Bergrede. Dat was natuurlijk heel voor de hand liggend, maar ook in andere landen zijn er wel aanknopingspunten te vinden.” Van vijandschap op plaatsen waar christenen met de nek worden aangekeken, merkt hij niet veel. „Je bent een buitenlander, daar wordt toch anders naar gekeken. Alleen in Egypte hadden we eens een dienst, niet zo lang na een aanslag. Er stonden soldaten met mitrailleurs voor de deur. Erg prettig voelt dat niet.”

De docent verwacht de komende jaren iets minder te reizen. „Ook omdat ik een studie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn volg.” Vijf jaar geleden werd Arjan tijdens een rondreis door een aantal Afrikaanse landen in Malawi ernstig ziek. „Dankzij een intensivecareverpleegkundige in de groep kon uiteindelijk worden vastgesteld dat het om een hersenvliesontsteking ging en niet om malaria. Ik ben enkele weken buiten bewustzijn geweest, naar Mozambique gebracht en daarna per heli naar Zuid-Afrika. Niemand geloofde dat ik het zou overleven, de familie was al invlogen. Ik ben, na een revalidatieperiode van anderhalf jaar, weer helemaal hersteld. Ik zie het echt als een onbegrijpelijk groot wonder van God. Hij heeft me een tweede leven gegeven.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 juni 2018

Terdege | 196 Pagina's

Op vakantie onder het Woord

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 juni 2018

Terdege | 196 Pagina's