Refozussen bij de politie
Ze werken allebei als agente in Almelo en zijn aangesloten bij dezelfde reformatorische kerk. De zussen Christina (41) en Marieke Mauritz (33) voelen zich wel een beetje een uitzondering. ”We kennen in heel het land maar één verwante vrouwelijk collega. Dat is jammer, want refovrouwen zouden bij de politie van zo veel meerwaarde kunnen zijn.”
Ze wonen in Rijssen, zijn allebei getrouwd met een onderwijsman en zitten zondags in de tot de Gereformeerde Gemeenten behorende Zuiderkerk. Enige verschil is dat Christina Gerritsen-Mauritz is opgeklommen tot operationeel leidinggevende/wijkteamchef „Maar we hebben het wel zo geregeld dat er geen directe gezagsrelatie is tussen ons. Dat zou niet zuiver zijn. Als we een zogenaamde vlootschouw onder het personeel hebben, ga ik even koffiedrinken als mijn zus besproken wordt.”
De liefde voor het politievak is niet verwonderlijk. Christina is geboren in Daarlerveen, een plaatsje achter Hellendoorn, waar vader Mauritz wijkagent was. „Dat was nog echt een politiepost aan huis. Moeder was als het ware zijn secretaresse. Ze typte vergunningen en werkte verslagen uit. Later zijn we verhuisd naar Rijssen, en werd vader wijkagent in Nijverdal. Hij is nu 72 en wordt nog steeds enthousiast als het over zijn beroep gaat.”
HUILEN
Christina luisterde aandachtig naar de gepassioneerde verhalen van haar vader. „Ik weet nog goed dat hij eens aan tafel zat te huilen. Er was een meisje van 8 jaar verongelukt. Professionele opvang had je toen nog niet. Moeder was het opvangteam. Bij haar kon hij de verhalen kwijt. Het leek me geweldig om ook agent te worden. Na de middelbare school, ik was nog maar 17, heb ik gesolliciteerd bij de politie en na het doorlopen van de selectieprocedure ben ik direct doorgegaan naar de politieschool. Die was toen in Lochem.”
Ze glimlacht als ze terugdenkt aan de begintijd. „Bij stages voelde je je een hele piet als jij het verkeer mocht regelen. Anderen moesten op jouw bevel stoppen. Ik keek raar op toen ik eens een oudere man bij een verkeerscontrole erop wees dat hij in de auto geen gordel droeg. Hij begon met: „Ach kind”….”
DUBBEL GENIETEN
De acht jaar jongere Marieke ten Bolscher-Mauritz genoot bij het opgroeien dubbel van de verhalen van haar vader én haar zus. „Op m’n 10e stond ik al een dienstauto te wassen en ik ben regelmatig mee geweest naar het bureau. Dat geeft je een heel andere kijk op de politie. Het zit in ons DNA. Pal staan voor de kerk en maatschappij is ons met de paplepel ingegoten. Alleen onze broer is niet bij de politie gegaan, maar is als spoedeisendehulparts wel dienstbaar aan de samenleving.”
Op haar 15e kwam Marieke van de mavo. „Ik was echt te jong om naar de politie te gaan en heb ervoor gekozen om apothekersassistente te worden. Ook om wat achter de hand te hebben voor het geval dat ik niet zou worden aangenomen bij de politie.” Dat laatste werd niet bewaarheid, want op haar 18e kreeg ze een plekje op de politieschool. „Nog steeds in Lochem. Halverwege de opleiding werd alles overgeplaatst naar Apeldoorn.”
ME-OPLEIDING
Ze vond een baan bij het korps in Almelo en werkt daar nog steeds. „Ik heb de afgelopen jaren de bike- en de ME-opleiding gedaan.” Dat laatste leidde aanvankelijk tot verbaasde reacties in haar omgeving. „Veel mensen denken dat je dan vooral druk bent met rellende voetbalsupporters, maar er is zo veel meer. Je wordt ook ingezet bij vermissingen, bij demonstraties, bij een politieke top in Den Haag en op Koningsdag. Je ziet veel ellende, maar bent onderdeel van een hechte, aan elkaar verbonden club. Ik beschouw het echt als een extraatje. Natuurlijk word ik bij sommige wedstrijden in het stadion achter de hand gehouden, maar dat heeft met die sport als zodanig niets te maken. Je bent er voor de handhaving van de openbare orde. Bij een reanimatie in de kerk staan we eveneens klaar.”
Binnen het korps is het aantal vrouwen bij de mobiele eenheid nog steeds heel beperkt, geeft ze aan. „We zijn met z’n vijven of zessen in de groep van pakweg vijftig mensen.”
BEVALLING EN PUBERS
Al die jaren combineert ze net als Christina haar werkzaamheden met haar gezin. Marieke is vorig jaar van haar derde kind –opnieuw een jongen– bevallen. De andere twee zijn nu 7 en 5 jaar. Christina heeft eveneens drie kinderen, van 18, 15 en 12 jaar. Ze was aanvankelijk werkzaam bij de politie in Enschede, was een aantal jaren wijkagent in Rijssen en Nijverdal en werd drie jaar geleden benoemd tot operationeel leidinggevende. Als inspecteur is ze wat vaker op het bureau dan Marieke. „Maar ik ben nog wel regelmatig op straat te vinden, omdat ik bij grotere incidenten ter plaatse moet coördineren in de rol van officier van dienst politie.” Beiden zijn ze 28 uur per week aan het korps verbonden. Met de gezinstaken valt dat wel te combineren, meent Christina. „Als wijkteamchef heb ik tijdelijk 32 uur gewerkt, maar dat was toch wat te veel. Pubers vragen aandacht, en dan moet je er wel zijn. Ik heb heel veel steun gehad van onze ouders bij het oppassen, Marieke heeft die nog. Dan laat en liet je de kinderen op een vertrouwde plek achter. Vader en moeder weten precies hoe het kan gaan in het politiewerk. Bovendien voel je door onregelmatige diensten de druk minder. Dit is een baan die verspreid is over zeven dagen per week.”
Ze hebben allebei met hun man afgesproken dat er ‘s avonds altijd een van de twee thuis is. „We hebben allebei een man met regelmatige werktijden. Dankzij hen kunnen we dit volhouden.” De tijd voor hobby’s is beperkt. Christina: „Ik sta met enige regelmaat als vrijwilliger achter de kassa van onze kringloopwinkel. Heerlijk, dan hoef ik niet echt na te denken.”
TROTS
De keuze van de beide zussen voor de politie stuitte in het ouderlijk gezin niet op tegenstand, integendeel. Toen Christina vertelde dat ze bij de politie wilde gaan werken „waren ze trots. Wel spraken mijn ouders me aan op mijn afkomst. Ze gaven aan dat ik in een grotendeels seculiere mannenmaatschappij zou terechtkomen en vroegen me of ik nooit wilde vergeten dat ik een gedoopt voorhoofd heb.”
Hun opvattingen vormden binnen het korps nooit een probleem, geven ze aan. „Toen ik trouwde is de hele afdeling ‘s avonds komen feliciteren. Een bruiloft zonder muziek, dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Ik heb ze altijd laten weten hoe ik over bepaalde zaken denk en heb daarvoor alleen maar respect ondervonden, vertelt Christina.
LEVEN EN DOOD
Vooral bij kwesties rondom leven en dood biedt het geloof houvast, voegt Marieke eraan toe. „Bijvoorbeeld bij reanimaties. Je weet dat er meer is dan alleen de dood. Dan kunnen een paar woorden zo veel troost bieden.” Ze vinden het daarom jammer dat het beroep van agente in de reformatorische wereld lijkt te worden gemeden. Christina was enige tijd verbonden aan de afdeling zeden en kwam tijdens haar werk ook regelmatig in aanraking met huiselijk geweld. Dat was toen ze in Rijssen wijkagente was. „Dan kwam ik ook in kerkelijke gezinnen. Je begrijpt precies waarom iemand iets op een bepaalde manier zegt. Aanwezigheid van vrouwen, ook reformatorische, heeft zeker een toegevoegde waarde. De politiewereld wordt in onze achterban te veel als een mannenwereld gezien. We mogen deze plek in de maatschappij niet leeg laten.”
De zaken waarmee ze worden geconfronteerd, grijpen ook persoonlijk diep in. „Pas behandelde onze predikant zondag 22 en benadrukte hij dat bij het sterven de ziel „terstond” het lichaam verlaat. Dan speelt het wel door onze gedachten. In ons werk hebben wij regelmatig met het overlijden van mensen te maken en zijn wij getuige van het feit dat iemand zijn of haar laatste adem uitblaast. Dan besef je dat dat voor ons persoonlijk een roepstem is.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 juli 2018
Terdege | 108 Pagina's