Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meester van een kleuterklas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meester van een kleuterklas

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zet een onervaren meester voor een groep jonge kleuters, en je krijgt anekdotes die de moeite waard zijn. Pieter van Alphen (20) uit Nieuwe-Tonge: “Ik zou wel een boek kunnen schrijven over mijn klas.”

De negentien stoeltjes van groep 1 staan deze laatste donderdag voor de vakantie nog netjes in een kring. Vóór de kring een grote stoel: die van de juf. Pardon, de meester. Want groep 1 van de Christelijke Basisschool Oranje Nassau in Nieuwe-Tonge had afgelopen schooljaar iets wat maar weinig kleuterklassen hebben. Een mannelijke leerkracht.

Pieter van Alphen begon december vorig jaar met zijn werk als kleutermeester toen een van de juffen met zwangerschapsverlof ging. Hij had net zijn opleiding tot onderwijsassistent afgerond en werkte tijdelijk bij het stukadoorsbedrijf van zijn oom. „Maar dit leek me een te mooie kans om te laten schieten.”

Tot mei stond hij vijf dagen per week door de instroomgroep, daarna drie dagen. Een klasje vol met kinderen die net 4 geworden waren. Zo onbekend als zij waren met het naar school gaan, zo nieuw was voor Pieter het voor de klas staan.

Inmiddels zit zijn tijd als kleutermeester erop en blikt hij terug.

HOE VERLIEPEN DIE EERSTE WEKEN?

„Ik zag er in het begin tegen op om zelfstandig voor een kleuterklas te staan. Maar het bleek heel leuk te zijn. En heel pittig. Ik was tijdens mijn stages gewend geraakt aan het omgaan met kinderen in groep 6, 7 en 8. Automatisch benaderde ik de kleuters op dat niveau, maar dat werkt natuurlijk niet. Kleuters hebben maar een spanningsboog van tien minuten, terwijl ze in de hogere klassen al zo’n drie kwartier tot een uur geconcentreerd kunnen blijven als het moet.

Het duurde een aantal weken voordat ik met die kleine gasten leerde omgaan. De ene dag verliep heel goed en had ik het naar mijn zin. De volgende dag waren ze weer heel druk en kon ik niet zo veel met hen beginnen. De eerste paar weken was ik op vrijdagmiddag helemaal gesloopt. Wat wil je: geen ervaring en dan gelijk een hele week voor de klas.”

WAT VOND JE HET LEUKSTE AAN HET WERK?

„Dat die kleintjes zo oprecht zijn. Ken je dat spreekwoord dat kinderen en dronken mensen de waarheid zeggen? Dat is echt zo. Ik kreeg bijvoorbeeld een cadeautje van een meisje, een tasje met shampoo. Toen ik het uitpakte zei ze: „Het kostte maar een euro.” „Dat kun je beter niet zeggen”, vertelde ik haar. Zij, een beetje verontwaardigd: „Maar het was echt zo hoor, meester.” Ze zijn heel puur. In het begin kreeg ik ook weleens te horen dat ze de juf veel liever vonden dan mij.

Hoe langer ik voor deze klas stond, hoe meer ik een band kreeg met de leerlingen. Sommige kinderen zag ik in korte tijd enorm groeien. Dat gaf voldoening.”

ZE HEBBEN OP DIE LEEFTIJD OOK NOG VEEL ZORG NODIG.

„Ik vond dat juist wel leuk. Kinderen die net naar school gaan, zoeken nog erg naar veiligheid. Soms noemden ze me per ongeluk papa.

Ik vond het weleens lastig als ze het in hun broek deden. Ik had er geen ervaring mee hoe ik dat op moest ruimen. Maar ik had hiervoor gekozen, dus ik vond dat ik gewoon alles moest doen wat dit werk met zich meebracht. Al moest ik me er soms wel even overheen zetten.”

WAT DEED JE OM DE KINDEREN OP HUN GEMAK TE STELLEN?

„Dat was ook nieuw voor mij. Komt er een nieuw kindje binnen, gaat de moeder weg en is het helemaal overstuur. Om ze op te kunnen vangen, zorgde ik ervoor dat de andere kinderen rond die tijd spelletjes aan het doen waren. Dan liep ik met het gillende en krijsende kleintje even naar het koffiezetapparaat, waar het op het knopje mocht drukken. Dat werkte heel goed, ze waren meteen alles vergeten.”

JE KOMT ZELF UIT NIEUWE-TONGE. KENDE JE DE SCHOOL?

„Ja, ik heb hier zelf ook op school gezeten. Er werkten het afgelopen halfjaar nog twee leerkrachten die ik vroeger ook heb gehad, juf Verheij en juf Vianen. Ik heb hen de eerste paar weken nog aangesproken met juf. Dat was ik gewend en dan is het moeilijk omschakelen.”

HAD JE VEEL HULP NODIG?

„Ik kreeg heel goede begeleiding. Tussen de twee kleuterklassen zit een schuifwand. Die deden we na de lessen open, zodat ik met juf Elly van groep 2 de dag kon evalueren. Dat hielp mij. Ook is er een aantal keer een leerlingbegeleider in de klas geweest die mij wat tips gaf. Een belangrijk aandachtspunt was dat ik voor meer vlotheid in de lessen moest zorgen. Mijn dagopening duurde eerst een uur, inclusief voorleesmoment. Dat was veel te lang voor de kleuters. Sommigen begonnen op een gegeven moment met hun voeten te stampen. Anderen gingen van gekkigheid op de grond liggen en weer een andere kleuter begon door de klas te rennen. Niet om te klieren, maar omdat ze het niet konden opbrengen om zo lang stil te zitten. Ik kreeg toen de tip om de dag met spelletjes te beginnen. Dat werkte fantastisch. Het kringmoment werd daardoor korter en de leerlingen waren al wat van hun energie kwijt voordat ze moesten stilzitten en luisteren.”

JE HEBT VAST GRAPPIGE DINGEN MEEGEMAAKT.

Pieter begint te lachen. „Ik heb twee keer gehad dat meiden elkaars lippen onder hadden gestift. Dan kwamen ze trots aanlopen. „Meester, kijk.” Om te voorkomen dat het nog eens zou gebeuren, heb ik verteld dat viltstift giftig is en dat ze dat niet op hun mond moesten smeren, omdat ze dan ziek kunnen worden.

Ik had ook een meisje dat op een gegeven moment Prittstift aan het eten was. Ze vroeg: „Meester, wilt u ook een hapje? Het smaakt naar aardbei.” Ik heb me omgedraaid, omdat ik niet wilde laten zien dat ik moest lachen, en heb haar toen maar snel verteld dat je daar óók ziek van kunt worden. Of wat vind je van deze: Mijn moeder kwam een keer op school om wat te brengen. Toen vroeg een meisje: „Meester, is dat uw vrouw?” Tja, zie ik er nou zo oud uit of mijn moeder zo jong?

Ik had wel een boek kunnen schrijven over deze klas. Kleuters hebben ook van die leuke opmerkingen. Jammer dat ik die niet opgeschreven heb.”

BEN JE ALS KLEUTERMEESTER ANDERS DAN EEN JUF?

„Ik ben speelser, denk ik. Kleuters vinden het fantastisch als je ze vastpakt en rondzwaait. Ik denk dat juffen dat minder doen. Toen we het thema “bouwen” hadden, heb ik samen met de vader van een leerling een hut gemaakt. En omdat mijn oom stukadoor is, hadden we een bouwplaats nagemaakt met een rolsteiger en een afzetlint. De kinderen genoten ervan en ik net zo goed. Al kan ík weer weinig met een thema als “kriebelbeestjes”. Niks voor mij.

KREEG JE VEEL OPMERKINGEN ALS KLEUTERMEESTER?

Dat viel op zich wel mee. De ouders vonden het leuk dat ik dit deed, de kinderen ook. Soms noemden ze me per ongeluk juf. „Juf?” zei ik dan. „Heb ik een rokje aan of een staart in mijn haar?” Nu is het andersom. Als de juf de klas heeft, noemen ze haar per ongeluk meester.

Er is mij nooit recht in mijn gezicht gezegd dat mensen het lesgeven aan kleuters een vrouwenberoep vinden. Ik schaamde me er ook totaal niet voor. Ik vond het wel stoer om iets te doen wat geen man doet en ik geef er niets om wat een ander daarvan vindt.

Wel snap ik nu dat maar weinig mannen ervoor kiezen om kleutermeester te worden. Ik heb gemerkt dat ik zelf ook meer voldoening haal uit het werk met oudere kinderen dan met de allerkleinsten. Voor kleuters moet je heel veel geduld hebben. Dat had ik soms niet.”

WAT GA JE NA DE ZOMER DOEN?

„Ik ga hier voor 24 uur per week als onderwijsassistent kinderen van alle leeftijden begeleiden. Af en toe zal ik groep 4 overnemen en taalles geven. Ik denk erover om tegelijkertijd een nieuwe opleiding te gaan volgen die op de pabo wordt gegeven. Niveau 5 is dat, een verdieping ten opzichte van de opleiding die ik al heb gedaan. Met die opleiding kun je aan het werk in het onderwijs, maar ook in de jeugdzorg of in de gehandicaptenzorg. Ik weet nog niet precies wat ik wil, maar onderwijsassistent blijven is eigenlijk geen optie. Het is moeilijk om er de kost mee te verdienen, omdat er maar weinig fulltimebanen voor zijn.

Of ik nog terugga naar de kleuters? Ik vond het heel leuk om te doen en zou best nog eens twee dagen in de week voor een kleuterklas willen staan, maar niet meer de hele week. Dat was eigenlijk te veel van het goede.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2018

Terdege | 108 Pagina's

Meester van een kleuterklas

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2018

Terdege | 108 Pagina's