Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verlangen naar een tweede kind

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verlangen naar een tweede kind

“Ik had het zo graag anders gewild”

8 minuten leestijd

Dat kinderen krijgen niet vanzelfsprekend is, weten Hans (50) en Mariët Reinders (38) uit Waarde uit eigen ervaring. Ze kregen acht jaar geleden een dochter, Livia. Maar een tweede zwangerschap bleef uit.

Natuurlijk had het stel er voor hun huwelijk weleens bij stilgestaan. Wat als ze geen kinderen konden krijgen? Die vrees bleek echter ongegrond toen Mariët al vijf weken na hun huwelijk in 2009 in verwachting bleek te zijn. Vol blijdschap zagen ze uit naar de komst van hun eerstgeborene, Livia.

Het meisje groeide op. Het tweetal zou heel graag nóg een kindje krijgen, maar dat gebeurde maar niet. Niet toen Livia een peuter werd, niet toen ze een kleuter werd. Mariët en Hans besloten zich daarom na verloop van tijd te verdiepen in Sensiplan, een methode waarbij je door het meten van je lichaamstemperatuur kunt nagaan wanneer je als vrouw je vruchtbare dagen hebt. Een zwangerschap bleef echter uit. Mariët: „We hadden dit totaal niet verwacht, omdat we na de snelle zwangerschap van Livia dachten dat het wel goed zat met onze vruchtbaarheid.”

Elke keer als Mariët wat later ongesteld werd dan gewoonlijk, vlamde de hoop op. „Dan ben je in gedachten al drie keer zwanger en bevallen.” De hooggespannen verwachtingen legden een grote druk op de jonge ouders.

Toch besloot het echtpaar niet het medische circuit in te gaan. „Ik kan begrijpen dat andere mensen daar wel voor kiezen, maar wij wilden dat niet. We vonden dat het aan God was of we nog een kindje zouden krijgen of niet. Ook gingen ervan uit dat we in elk geval zwanger kónden worden, omdat we Livia al hadden gekregen.”

PIJN

Het feit dat er geen tweede kindje kwam, is een pijn die Mariët lange tijd heeft weggeduwd. Ze hebben immers een dochter, dus ze moest vooral dankbaar zijn, vond ze zelf. „En dat was ik ook, maar ik had het zo graag anders gewild. Zwanger zijn is zo bijzonder, dat wilde ik nog eens meemaken. Een kindje in je buik voelen, borstvoeding geven. Die intieme verbondenheid met je baby, die zou ik graag nog eens willen beleven.” Pas toen ze vanwege een burn-out helemaal vastliep en een psycholoog bezocht, leerde ze haar pijn te accepteren. „Ze vroeg me of ik niet én dankbaar kon zijn én pijn kon voelen. Ik heb daar veel over nagedacht en kwam tot de conclusie dat die twee naast elkaar kunnen bestaan. Dat ze er allebei zijn, soms tegelijkertijd. Bijvoorbeeld als ik van iemand hoor dat er een kleine op komst is. Dan voel ik mijn eigen verlangen en tegelijkertijd ook oprechte blijdschap voor het geluk van de ander.”

Van zelfmedelijden moet Mariët niets hebben. Dat lijdt nergens toe, weet ze uit ervaring. „Ik heb weleens enorm tegen een vakantie op een park opgezien, omdat ik geen zin had met al die grote gezinnen geconfronteerd te worden. Het voelde alsof wij de enigen waren op die camping die een nog onvervulde kinderwens hadden. Maar God heeft me toen heel erg beschaamd gemaakt. In het huisje naast ons zat een echtpaar met een dochter van dezelfde leeftijd als Livia. Zij wisten met zekerheid dat ze nooit meer kinderen zouden kunnen krijgen. Toen ik dat hoorde, voelde het alsof Hij me recht zette. Je mag pijn ervaren en die overgeven aan de Heere. Maar als je pijn gaat uitvergroten en met je zelfmedelijden op de loop gaat, ga je te ver. Dat is niet goed, daar zit geen rust en vrede in.”

GEBED

Het moeilijkst aan hun secundaire kinderloosheid vond Mariët de worsteling met onverhoorde gebeden. „Ik kwam daardoor met veel vragen te zitten. In theorie weet je dat je niet alles krijgt waar je om bidt, maar in de praktijk is het moeilijk om daarmee om te gaan. In de Bijbel lees je teksten als dat je al je begeerten bij de Heere bekend mag maken en dat hij ze zal vervullen. Soms dacht ik: Hoe zit dat nou? Ik ben ook boos geweest. Is dat nou zo veel gevraagd, nog een kindje erbij? dacht ik dan.”

Het heeft haar heel wat huilbuien gekost voor ze ook in deze worsteling weer licht zag. Belangrijk daarbij waren de tips van de psycholoog, die haar leerde met haar pijn om te gaan. „Ze zei: Geef het een plekje in je lichaam. Doe maar net alsof het ergens zit, maakt niet uit waar. En elke keer als je het voelt, is er maar één ding wat je kunt doen. Het bij de Heere brengen.”

Mariët huilt zachtjes. „Dat hielp. Dan bad ik: Heere, hier zit het en het doet zo’n pijn. U weet dat het pijn doet. Dat gebed is zo genezend geweest. Het is het enige wat mij rust heeft gebracht, het telkens opnieuw bij God brengen als ik ermee werd geconfronteerd.”

AFHANKELIJK

Hoe het nu met haar gaat? Beter, geeft ze aan. Ze is weer opgekrabbeld uit het dal van de burn-out. Ook steekt het verlangen naar een tweede kind minder vaak de kop op dan vroeger. „Soms, als ik alleen ben of ‘s avonds op bed lig, komt het terug en blijft het haken. Het is ook iets wat denk ik nooit helemaal weg zal gaan. Een onvervuld verlangen blijft onvervuld. Al heb ik er inmiddels wel rust over dat we geen tweede kindje hebben gekregen. Het is goed wat Hij doet, daar durf ik weer op te vertrouwen. En deze secundaire kinderloosheid houdt ons klein en afhankelijk van Hem, omdat we er telkens opnieuw weer mee naar God moeten gaan.”

Mariët heeft lange tijd de behoefte gevoeld om er met andere mensen in vergelijkbare situaties over te praten. Een christelijk initiatief rond secundaire kinderloosheid bestaat echter niet, ontdekte ze. Toch is het begrip van anderen die in dezelfde situatie zitten heel belangrijk. „Veel anderen zullen het niet begrijpen. De reactie is vaak: Ze heeft toch al een kind? Ik snap die reactie. Die had ik zelf immers ook.”

KWETSBAAR

Of Mariët anders met haar dochter Livia omgaat omdat zij haar enige kind is? Ze denkt even na en knikt dan voorzichtig. „Een voorbeeld: afgelopen winter had het een paar dagen flink gevroren. We kregen toen een e-mail van school dat ze de volgende dag met de leerlingen op een plas in de buurt wilden gaan schaatsen. Daar had ik twee dagen ervoor nog windwakken in het ijs gezien. Ik heb die nacht geen oog dichtgedaan en de volgende morgen om 8.00 uur eerst de school gebeld. „Als jullie gaan, houd ik Livia thuis”, zei ik. „Hier heb ik mijn kind niet voor over.” Ik dacht: ze zullen het vast over mij hebben in de lerarenkamer, als de overbezorgde moeder. Maar dat viel mee. Blijkbaar hebben ze zich op school ook nog even achter hun oren gekrabd, want het schaatsuitje ging niet door. Ik vroeg me wel af: was ik de enige die aan de telefoon hing? Zitten moeders van drie, vier of vijf kinderen hier niet mee?”

Ondanks haar bezorgdheid probeert ze haar dochter niet te claimen. „Ik weet dat kinderen zo veel mogelijk zelfstandig moeten leren worden en probeer Livia waar nodig los te laten. Maar ik ben wel geneigd lang in haar wensen mee te gaan. In groep 3 wilde ze nog steeds dat ik haar naar school bracht, hoewel die dichtbij was.

Ik deed dat gewoon. Er waren nou eenmaal geen andere kinderen die aandacht en tijd vroegen. Ik snap dat anderen het idee hebben dat enig kinderen verwend worden. Al gebeurt dat natuurlijk niet bewust.”

TOEKOMST

Livia zelf vindt het erg jammer dat ze enig kind is, vertellen haar ouders. „Ze bidt veel om een broertje of zusje, al is dat de ene periode meer dan de andere. En ze wil er niet van weten dat wij de hoop op een tweede kindje opgeven. Natuurlijk is ze er vaak ook helemaal niet mee bezig. Maar soms kan ze er juist weer diep over nadenken. Zo zei ze pas: „Als ik geen later geen kinderen krijg, hebt u ook geen kleinkinderen hè?”

Mariët is inmiddels 38. Ze hoopt nog steeds op een wonder, maar is nuchter genoeg om te beseffen dat het krijgen van een kind op haar leeftijd ook moeilijke kanten heeft. „Een collega van mij kreeg haar tweede kind toen haar dochter 10 was. Dat gezin heeft een paar heel pittige jaren gehad, omdat ze enorm moesten wennen aan de komst van de baby, hoe gewenst die ook was. Mocht ik toch nog zwanger raken, dan kan ik me bijna niet voorstellen hoe geweldig ik dat zou vinden. Maar ik wil het ook niet idealiseren. En we zijn gestopt er intensief mee bezig te zijn.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2018

Terdege | 108 Pagina's

Verlangen naar een tweede kind

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 augustus 2018

Terdege | 108 Pagina's