Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven met de Puriteinen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven met de Puriteinen

11 minuten leestijd

Het verbaast Jan de Wit dat de gereformeerde gezindte zich zo laat meeslepen door de moderne samenleving. De docent uit Gouda, voorzitter van stichting De Tabernakel, kiest voor een leven zonder smartphone en privé-internet. Met lectuur van de puriteinen. “Die zijn heel direct en radicaal: in hun spreken over de zonde en over de genade.”

Uit de boxen in de woonkamer klinkt haarzuiver gezang, a capella. Psalmen van Jan Pieterszoon Sweelinck, uitgevoerd door het Gesualdo Consort. Het is muziek die Jan de Wit (29) nooit verveelt. De inwoner van Gouda, gehuwd met Geertje uit Staphorst en vader van twee zoontjes, heeft de koffie met koek al gereed staan. „Nee, plannen is juist niet mijn sterke kant”, bekent hij. „Mijn vrouw is extreem georganiseerd, ik ben extreem chaotisch.” Het is niet het enige verschil tussen beiden. „Mijn vrouw heeft uitsluitend op reformatorische scholen gezeten en geeft nu les op een reformatorische basisschool. Ik heb in Amsterdam en Leiden Engels gestudeerd en doceer dat vak aan de lerarenopleiding van Hogeschool Rotterdam. Dat is een totaal andere wereld.”

Hij trok destijds naar Amsterdam met een stapel Nieuwe Testamenten. „Vanuit jeugdige bevlogenheid ging ik met iedereen het gesprek aan. Op een manier waarvan ik nu zeg: wel wat cru. Ik heb altijd moeite gehad met een gezapige houding van christenen. Als de Bijbel waar is, kunnen we niet in de wereld staan zonder te getuigen.”

KENMERKEN

Zelf was hij er al jong van overtuigd dat alleen een leven met God zin heeft en vrede geeft. „Mijn opa, een leidinggevende figuur binnen de gereformeerde gemeente in Nederland van Gouda, was voor mij het voorbeeld. Als hij over de kinderlijke vreze des Heeren sprak, raakte me dat. Toen ik 16 was, verongelukte een meisje uit mijn klas. Dat deed me beseffen dat mijn leven niet zomaar kon voortkabbelen, in de hoop dat het ooit wel goed zou komen. Ik moest zekerheid hebben.”

Hij ging avonden van stichting Jij daar! bezoeken en raakte ervan overtuigd dat zijn ziel gered was. „Hoe ik dat achteraf moet beoordelen, weet ik niet goed, maar de Heere nam het weg. Mede door het gesprek met iemand die niets voor mijn bekering gaf. Intussen was ds. Geuze predikant van onze gemeente geworden. Ik heb heel veel aan zijn preken gehad en we kregen een goede band. Hij adviseerde me geschriften van de puriteinen te lezen. Dat is voor mij echt tot zegen geweest. Vooral de Erskines lieten me zien dat je het niet moet verwachten van de kenmerken. Het gaat om het gelovig toevlucht nemen tot Christus, dan komen de vruchten vanzelf.”

Van de puriteinen kreeg hij eerlijke antwoorden op zijn vragen. „Die zijn heel direct en radicaal: in hun spreken over de zonde en over de genade. Daar hebben we ook vandaag behoefte aan. Ik ervoer die preken als voedsel voor mijn ziel. Toch heb ik nog lang geworsteld met de vraag of het wel goed zat. Ik had het idee dat mijn bekering volgens een bepaald patroon moest verlopen, en dat twijfel een soort deugd is. Dat bracht me in de war.

De doorbraak in mijn leven kwam, toen ik in mijn studententijd de hele Romeinenbrief ging bemediteren, vers voor vers. Oudvaders wezen me op het belang van persoonlijke meditatie. Ik ging verstaan wat het betekent dat Abraham op hoop tegen hoop geloofde. Jezelf met al je ellende laten vallen in de armen van Christus en Hem onvoorwaardelijk aanvaarden als je Zaligmaker en Koning, dat is de kern van het geloof.”

HOGESCHOOL

Bijna drie jaar werkte hij als docent aan het Hoornbeeck College in Rotterdam. Het gebrek aan intellectuele uitdaging deed hem solliciteren bij de Hogeschool Rotterdam. „Bovendien bepaalt het werk in een seculiere omgeving je bij de kern van het christelijk geloof. Dat neemt niet weg dat ik het Hoornbeeck soms mis. Reformatorische scholen hebben visie; die kom ik bij de Hogeschool Rotterdam minder tegen. Het blijft bij het streven naar studiesucces. Dan denk ik: ook een seculiere school kan de lat toch wel iets hoger leggen. Het tweede wat ik mis zijn de goede gesprekken.”

Vaak weet hij zich een soldaat op oorlogsterrein. „Paulus zegt dat we hebben te strijden tegen de boze machten in de lucht. Die ervaar ik aan de Hogeschool Rotterdam zeer concreet. Elke middag probeer ik tijd vrij te maken voor gebed en meditatie, in de kelder of een park in de buurt. Om niet te worden meegesleurd. Vooral de genderideologie en het gedachtegoed van de homolobby worden voortdurend over je uitgegoten. De zogenaamd onafhankelijke nieuwsdienst van de school stuurt heel bewust op dit soort thema’s. Dat doet wat me je. Vooral toen ik van nabij zag hoe mensen opbloeiden nadat ze uit de kast waren gekomen. Dat bracht mijn gedachten aan het malen.

Ik wist niet dat vertwijfeling zó sterk kan toeslaan. Ik kreeg vragen over het gezag van de Bijbel en zelfs het bestaan van God. Satan brulde die als het ware in mijn oren. Bidden lukte niet meer. Dan dacht ik voortdurend: God is een illusie. Het enige wat hielp, was een audio-Bijbel aanzetten. Op een zondag is de ban gebroken. Ik probeerde toch weer te bidden en ineens was alle aanvechting weg. Mijn hele hart kon ik opnieuw kwijt aan God. Door deze ervaring ben ik er nog meer van doordrongen geraakt dat geloof écht een gave is.”

GEEN SMARTPHONE

Ondanks zijn eenzame positie aan de Hogeschool Rotterdam weet hij zich volledig geaccepteerd door de docenten. „Wel proef ik bij hen soms een zeker superioriteitsgevoel. Interessant dat jij dit nog gelooft, maar ik ben dat station gepasseerd. Alleen als er problemen zijn, zie je dat soms veranderen. Er is een preek van de puritein David Clarkson over de afgoden in ons hart. Als je van je intellect en je stabiele leventje een afgod maakt, houd je in tijden van zorg en twijfel niets over.”

Onder de studenten is hij tot zijn verbazing populair. „Toen ik er ging werken, dacht ik: wat zullen ze van mij vinden? Ik weet niets van hun leefwereld. Het is me opgevallen dat ze dat helemaal geen bezwaar vinden. Ze hebben geen behoefte aan iemand die alles over hun interessegebieden weet of popiejopie doet. Wat ze willen, is een betrokken docent die goed luistert en wat te vertellen heeft. Als ik een bepaalde slogan niet begrijp, omdat die uit een tv-reclame komt, leggen ze me die uit. „Logisch dat u het niet weet, u hebt geen tv.” Dat vinden ze wel interessant.”

Aan het feit dat hij ook geen smartphone en privé-internet heeft, wijdde de nieuwsdienst van de hogeschool zelfs een artikel. „Deze keuze, die ik anderen niet wil opleggen, heeft te maken met mijn verlangen naar rust en ruimte voor bezinning. Het viel me op dat steeds meer mensen geobsedeerd raakten door die smartphone.”

ONBEGRIJPELIJK

Het verbijstert hem dat de gereformeerde gezindte zo klakkeloos in het proces meeging. „Op de hogeschool ontmoet ik de duivel op klompen. In reformatorische kring is hij op kousenvoeten binnengekomen. De effecten van het internetgebruik zijn desastreus, vooral onder onze jongeren. Velen zijn pornoverslaafd of zitten in een WhatsAppgroep waar allerlei rotzooi langskomt. Dat is zielsverwoestend. Tegen Facebook werd tien jaar terug nog gewaarschuwd; nu heeft een groot deel van de ouderen een Facebookpagina. Je hoort er niemand meer over. We kunnen denken dat we de tijdgeest nog aardig buiten de deur houden, maar in werkelijkheid is die volledig doorgedrongen.”

Frappant genoeg zijn het seculiere collega’s en studenten die soms laten weten jaloers te zijn op zijn offline bestaan. „We zijn smakeloze christenen geworden. Dat is hét probleem van onze kring, waarvan ik zelf ten volle deel uitmaak. In de leer willen we nog orthodox zijn, maar het leven van velen is volkomen werelds en mist elke Bijbelse radicaliteit die kenmerkend was voor de puriteinen. De overgave aan Christus en het leven uit Hem vraagt om keuzes. En dóét ook kiezen. Dan wordt het je verlangen om je gedachten op God te richten, in een mediterend leven. We laten ons zo weinig stempelen door het Woord, dat we niet eens in de gaten hebben hoezeer we door het wereldse denken zijn meegevoerd. Wat onder ons gebruikelijk is, lijkt de norm te zijn.”

BLIJMOEDIG

In Engeland leerde hij dat het ook anders kan. „Vanwege mijn studieresultaten kreeg ik de mogelijkheid om een jaar te studeren aan Newcastle University. Als tegenprestatie moest ik Nederlands geven aan Engelse studenten Duits, met Nederlands als bijvak. De periode in Engeland is een keerpunt in mijn leven geworden. Voor die tijd had ik al contacten met strict baptists. Die leerden me dat je ook als reformatorisch christen een blijmoedig leven met de Heere kunt hebben. In mijn eigen omgeving kwam ik dat zo niet tegen.

Tijdens mijn studiejaar in Engeland ging ik kerken in Stockton-on-Tees, bij ds. Roy Mohon van de Presbyterian Reformed Church. Een man die door het lezen van Luther en Calvijn tot bekering is gekomen. Hij maakte op mij diepe indruk door zijn inzicht in de Schrift en een leven dat daarmee volkomen in overeenstemming is. Ik ken verder niemand die zo veel intelligentie combineert met zo veel godsvrucht. Toen ik hem van nabij leerde kennen, dacht ik: zo wil ik ook zijn. Vriendelijk en bedachtzaam, maar tegelijk lijnrecht als het om het gereformeerde gedachtegoed gaat. Ongevoelig voor de opvattingen van mensen.”

Op zondag preekt Mohon systematisch de hele Schrift door. „Dat is voor hem een principekwestie. Hij is vuurbang voor subjectivisme en eenzijdigheid. Eerst miste ik in zijn prediking het beschrijvende element: het tekenen van geestelijke gestalten, maar geleidelijk merkte ik dat de Bijbelse uitleg van de hele Schrift me ging vormen. Lezen wat er staat en niet bij voorbaat je eigen gedachten over de tekst leggen, dat is enorm belangrijk. Voor die tijd hing mijn zekerheid sterk samen met de mate waarin onder de prediking mijn weg werd verklaard. In Engeland leerde ik te bouwen op de Schrift zelf.”

TABERNAKEL

Achter het lezen van literatuur, zowel Engelse als Nederlandse, zette hij een punt. „In de eerste plaats omdat ik tijdens het lezen ervan helemaal van de wereld raak. Door een aangrijpend boek ben ik een dag van slag. Een nog belangrijker reden is, dat in vrijwel elk boek wordt gevloekt. Ik vind het onbegrijpelijk dat onze kring ook daarmee zo gemakkelijk omgaat. Dan denk ik: wat zou de Heere Jezus doen als Hij dit las? Ik denk dat Hij het boek met heilige verontwaardiging in het vuur zou gooien. Wanneer je iets gaat beseffen van de heiligheid van God, is één vloek al te veel. Als ik op mijn kamer bad, voelde ik bepaalde boeken in mijn rug prikken. De een na de ander heb ik weggegooid. Ik begrijp niet goed waarom ik daarin vrijwel alleen lijk te staan, ook onder reformatorische docenten Engels en Nederlands.”

Sinds 2015 is de inwoner van Gouda voorzitter van De Tabernakel, de stichting die maandelijks een vertaalde preek uit de puriteinse traditie vertaalt en vervolgens verspreidt onder de abonnees. De Wit selecteert de preken, waarbij hij de volle breedte van het puriteinse gedachtegoed probeert door te geven. „Het zijn meestal wel preken die mijn eigen hart sneller doen kloppen. Dat heeft iets subjectiefs, dus zo nu en dan kies ik een preek die me persoonlijk niet zo raakt, maar wel belangrijk onderwijs bevat.”

ANDER LEVEN

In de beginperiode van De Tabernakel werd bewust gestuurd op het uitgeven van preken waarin het vertrouwen op Gods beloften centraal staat. „Dat riep terecht kritiek op. Mijn voorganger, Cees van Breugel, heeft criteria opgesteld voor een evenwichtige selectie. Daar maak ik dankbaar gebruik van.”

Persoonlijk weet hij zich in het bijzonder gevormd door het werk van John Owen en Richard Sibbes, die “de hemelse dokter” werd genoemd. „Wezenlijk is voor ons dat het preken moeten zijn die de lezer een handreiking bieden voor het komen tot Christus en het leven uit Christus. Over beide onderwerpen hebben de puriteinen ons veel te zeggen. Wij zijn ver bij Christus vandaan geraakt. Dat is dé tragedie van de gereformeerde gezindte.

Als het zout smakeloos is geworden, dient het nergens toe dan om vertreden te worden, zegt de Heere Jezus. Ik bid dagelijks om een opwekking. Dan komt Christus weer in het middelpunt te staan. Wanneer we tot Hem vluchten en dagelijks als een helwaardige zondaar uit Hem leven, krijgen we werkelijk een ander leven. Met meer tegenstand én meer vreugde. Als je gemeenschap hebt met de Drie-enige God, rust in Hem en Zijn zaligheid, dan ervaar je hier op aarde al iets van de hemel.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 oktober 2018

Terdege | 100 Pagina's

Leven met de Puriteinen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 oktober 2018

Terdege | 100 Pagina's