Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In verwachting van een kindje uit Taiwan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In verwachting van een kindje uit Taiwan

12 minuten leestijd

Merith Koedood is dol op kinderen. Maar zij en haar man Martijn komen er anderhalf jaar na hun trouwdag achter dat ze nooit kinderen zullen kunnen krijgen. Maar Merith is niet iemand die “in een hoekje gaat zitten wegkwijnen.” Momenteel laat ze zich omscholen tot kraamverzorgster. En samen met Martijn zit ze inmiddels midden in een adoptieproces.

Als je Merith (24) interviewt, hoef je bijna geen vragen te stellen. En je moet snel aantekeningen kunnen maken. Zodra ze de thee heeft ingeschonken, steekt ze van wal en doet ze vol enthousiasme haar verhaal. Haar man Martijn (30) zit ondertussen op de bank achter zijn laptop te werken. „Ja toch?” roept Merith af en toe richting de kamer. Dan volgt er meestal een kort instemmend antwoord. Soms nuanceert hij iets. „Martijn is zo nuchter, zo’n man heb ik echt nodig”, lacht Merith.

Ondanks de verschillen vormen ze een hecht team. Team Koedood. Onder die naam staan ze ook bekend op Instagram, waar Merith sinds een aantal jaar blogs schrijft over kinderloosheid en over de eerste stappen op weg naar adoptie.

VOORGEVOEL

Toen Martijn en Merith trouwden, stonden hun hart en huis open voor kinderen. „Maar ik had gek genoeg al een voorgevoel dat we misschien geen kinderen zouden kunnen krijgen. Over die mogelijkheid hebben we het in onze verkeringstijd ook al gehad. In dat geval gaan we adopteren, zei Martijn. Ik was het met hem eens. We waren er echt van overtuigd dat we samen een gezin wilden.”

Toen de kinderzegen na hun trouwen uitbleef, ging het echtpaar naar het ziekenhuis voor onderzoeken. „Na het eerste onderzoek was direct duidelijk dat we op de natuurlijke manier nooit kinderen zouden kunnen krijgen. Misschien zou ivf nog iets voor ons zijn, werd toen gezegd.” Tijdens een tweede gesprek, een maand later, vertelde een andere arts dat ivf in hun geval helemaal niet aan de orde was. „De enige mogelijkheid was om er een derde persoon bij te betrekken, maar dat was voor ons geen optie. Ik weet nog goed dat we daarna het ziekenhuis uit liepen. Ik was echt megaverdrietig. Toen we trouwden was ik 19, op dat moment nog geen 21. Veel te jong om zo’n boodschap te krijgen. Je wordt echt volwassen getrapt. Ineens maak je kennis met de harde kant van het leven.”

Merith sloot zich in de eerste instantie af voor haar verdriet, vertelt ze. „Het was net alsof het over een ander ging. Ik zei niet zo veel meer op mijn werk – toen nog in de ouderenzorg. Op een gegeven moment reageerde ik zelfs niet meer op mijn pieper. Mijn collega’s zagen ook wel dat het niet ging. Op een dag had mijn teamleider een afspraak voor me gemaakt bij de bedrijfsarts. Ik was heel boos, maar achteraf is het wel goed geweest. Ik kreeg de diagnose burn-out en heb een jaar thuis gezeten. Zelf denk ik niet dat het burn-out is geweest – daar kom je in een jaar ook niet helemaal weer bovenop. Het was voor mij echt een rouwverwerkingsproces waar ik doorheen moest.”

IN VERWACHTING

Het was ook in dat jaar dat Martijn zijn vrouw eraan herinnerde dat ze zouden gaan adopteren als ze geen kinderen zouden kunnen krijgen.

„En dus meldden we ons aan bij Stichting Adoptievoorzieningen. Dat gaat heel oicieel, met een inschrijfformulier. Het voelt heel bijzonder als je dat op de post hebt gedaan. Net alsof je zwanger bent. En eigenlijk ben je ook in verwachting, alleen duurt het geen negen maanden, maar ben je zo een jaar of vijf verder.”

In die tijd kozen Merith en Martijn er ook voor om helemaal open kaart te gaan spelen naar mensen om hen heen. Over hun kinderloosheid, maar ook over hun plannen om een kindje te adopteren. „Het voelde voor ons echt zo van: als God een deur sluit, opent Hij een venster. Dat wilden we ook met anderen delen. We kregen veel positieve reacties. Sommige mensen zeiden: „Wat knap van je dat je dat allemaal deelt.” Maar ik vind het helemaal niet knap. Ik zie het meer als het doorbreken van een taboe. Als mensen niets durven te vragen, gaan ze alleen maar speculeren.”

Een andere reden om het open te gooien, was dat ze steeds vaker „domme vragen” kregen. „„Jullie zijn nu ook al even getrouwd, zou je het niet leuk vinden om een kleintje te krijgen?” vroegen mensen dan. Ja, natuurlijk zouden we dat leuk vinden! Ik ben niet op mijn mondje gevallen, dus dat zei ik dan ook gewoon. Als je open bent, is dat voor iedereen uiteindelijk gemakkelijker.”

VERPLICHTE CURSUS

Na de aanmelding bij Stichting Adoptievoorziening volgde een verplichte voorlichtingsmiddag en vijf cursusdagen. „Dat gaat bijvoorbeeld over wat je kunt verwachten en over hechting, maar ook wordt je voorbereid op de keuring door de Raad van de Kinderbescherming. Het waren best pittige dagen. De teneur was een beetje: weet waar je aan begint. We wilden het voor onszelf niet te zwaar maken, dus van elke cursusdag maakten we een feestje. Dan gingen we na aloop bijvoorbeeld samen uit eten.” Ze lacht. „Je hoeft niet zwanger te zijn om dik te worden, hoor.”

Tegen de tijd dat ze de cursus afgerond hadden, was er een jaar verstreken. Ook voor de keuring door de Raad voor Kinderbescherming stond ongeveer een jaar, vertelt Merith. „Het is altijd afwachten wanneer je aan de beurt bent voor het eerste gesprek. Ik had al een paar keer gebeld, want van andere adoptieouders had ik gehoord dat dat soms helpt, maar ze konden telkens nog niets zeggen.” Maar een dag na het zoveelste teleurstellende telefoongesprek, kreeg Merith op een avond een telefoontje van de Raad van de Kinderbescherming. „Er was een ander gesprek uitgevallen en ze hadden de volgende dag een gaatje voor ons! Je moet weten dat Martijn net die dag ervoor tijdens zijn werk een springveer in z’n gezicht had gekregen. Zijn gezicht zag helemaal bont en blauw. Ik schaamde me naar, net of ik hem had geslagen. Terwijl je bij zo’n gesprek je uiterste best doet om een goed visitekaartje af te geven.”

Tijdens dat eerste gesprek werd er direct al tegen ons gezegd: „Denk maar niet dat het makkelijk wordt. We komen toch overal achter, dus probeer maar niets achter te houden.” We kregen ook een huiswerkopdracht mee. In vijf tot acht kantjes moesten we ons leven beschrijven. Nou, ik had in een mum van tijd tien kantjes en toen was ik nog maar bij groep 5. En Martijn had na lang zwoegen één kantje, over z’n hele leven!” „Nou ja, dat viel wel mee”, komt er ineens een stem uit de kamer. „Nee hoor, aan het eind van die eerste bladzijde ging het al over het huwelijksaanzoek”, zegtMerith. „Maar goed, uiteindelijk heeft hij wel vijf kantjes vol gekregen hoor. En het mooiste komt nog. Voor het tweede gesprek had onze contactpersoon samen met een gedragskundige naar onze teksten gekeken. Aan de hand daarvan zou ze vragen stellen. Voor mij had ze nog een hele waslijst aan vragen, maar van Martijn wilde ze alleen nog weten wat zijn hobby’s waren.” „Het was gewoon kort en bondig”, zegt Martijn „maar alles stond er wel in.”

BEPERKINGEN

Ondertussen dachten ze ook na over de vraag uit welk land ze een kindje wilden adopteren. „Er vielen al heel veel landen af, omdat je daar ouder dan 30 moet zijn. Je kunt gewoon op internet vinden welk land welke voorwaarden stelt. We waren het er uiteindelijk over eens dat we voor Taiwan zouden gaan.”

Voorafgaand aan het derde gesprek moesten ze zich ook verdiepen in een lange lijst met “special needs”, beperkingen die de adoptiekinderen kunnen hebben. „We moesten aangeven wat we wel en niet zouden willen. Dat vond ik eerst heel moeilijk: het voelt echt alsof je kinderen met bepaalde beperkingen afwijst. Maar onze contactpersoon bij de Raad van Kinderbescherming wees ons erop dat je dat vanuit het oogpunt van het kind moet zien. Stel je voor dat je het uiteindelijk toch niet aankunt en een kind moet weer weg, dat zou helemaal dramatisch zijn.”

Het derde gesprek vond thuis in Alblasserdam plaats. „Alles was helemaal spic en span, dat kun je je voorstellen. Er stond anderhalf uur voor dat gesprek, maar na drie kwartier zei ze: „Ik weet genoeg, jullie hebben alles netjes.” Pas na het vierde gesprek zouden we definitief horen of we onze beginseltoestemming zouden krijgen, maar ik kon me niet meer inhouden. „Denk je dat we kans maken?” vroeg ik. „Twijfel je daar dan aan?” was haar reactie. „Bij het eerste gesprek wist ik al dat jullie die beginseltoestemming zouden krijgen.” Nou ja, dacht ik, had dat dan gelijk gezegd! Toen ze het tuinpad af liep, ben ik echt gaan gillen. We hoefden ons geen zorgen meer te maken!”

Tijdens het vierde gesprek mochten we de rapporten nog uitgebreid inzien. „Zo afstandelijk als de gesprekken waren geweest, zo positief was het dossier. Vier weken later viel de beginseltoestemming op de mat. Dat voelde echt alsof we goud in handen hadden.”

BRIEF VAN DE DOMINEE

Voor de aanmelding bij het adoptiebureau die volgde, ging team Koedood weer „een hele molen” in. „We hadden een intakegesprek en moesten opnieuw allerlei documenten verzamelen, bijvoorbeeld een doktersverklaring en een brief van de dominee. Dat laatste heeft ermee te maken dat we een kindje adopteren bij een christelijk kindertehuis. Daar stellen ze als voorwaarde dat het adoptiegezin ook christelijk is. Ze hechten er niet echt aan of je elke zondag naar de kerk gaat, maar meer of het geloof ook echt wat met je doet.”

In augustus dit jaar werd het complete dossier naar Taiwan gevlogen en sinds deze zomer staan Merith en Martijn officieel op de wachtlijst van het christelijke kindertehuis. „Maar kinderen worden niet toegewezen op volgorde van binnenkomst. Ze kijken echt welk kind het best bij welke ouders past. Daarom vond ik het ook zo leuk dat het dossier van de Raad van Kinderbescherming uiteindelijk zo positief was. Dat past meer bij onze levensinstelling dan een afstandelijk verhaal.”

En inderdaad, als je een poosje met Merith praat, kan die positieve instelling je niet ontgaan. Ze heeft ze het thema kinderloosheid voor zichzelf echt kunnen afsluiten, vertelt ze. „Ik kan heel erg genieten van kinderen, dus ik ben vaak bij een vriendin die een kleintje heeft. En elk jaar nemen we een paar neefjes en nichtjes mee op vakantie. Ze mogen omstebeurt mee. Het is heel mooi dat we zo veel liefde en aandacht kunnen geven aan mensen en kinderen om ons heen.”

Ze voelt zich dan ook helemaal op haar plek in de kraamzorg, waar ze net een paar weken geleden aan de slag is gegaan. „Ik werkte altijd met demente ouderen, maar ik merkte aan mezelf dat het tijd werd voor een nieuwe uitdaging. Bij de RST kon ik me in tien weken laten omscholen tot kraamverzorgster – ik was al bevoegd, maar ben nog niet bekwaam, zoals dat heet. Daarom draai ik nu eerst bij zes gezinnen met iemand anders mee. Het is echt topwerk! Soms vragen mensen of ik het niet te confronterend vind omdat ik zelf geen kinderen kan krijgen, maar daar heb ik geen last van. Ik geloof niet dat het Gods bedoeling is dat we in een hoekje gaan zitten kwijnen omdat we iets niet krijgen wat we graag willen hebben. Ik kan er heel erg van genieten als ik zie hoe gelukkig anderen zijn met hun kindje. En: wij mogen ooit ook voor een wereldwondertje gaan zorgen.”

Wanneer dat gaat gebeuren, is nog onduidelijk. „De afgelopen jaren werden we echt geleefd, nu kunnen we alleen nog wachten en bidden. Ze zeggen dat we binnen nu en twee jaar een oproep kunnen krijgen, maar het kan net zo goed langer duren. Het adoptieproces blijft altijd onzeker.”

Toch zou ze andere stellen die overwegen om te gaan adopteren altijd adviseren om ervoor te gaan. „Het is ondanks alle hobbels ook een heel leuk proces. Bij een zwangerschap voelt de vrouw van alles in haar lichaam, maar als je gaat adopteren weet je precies van elkaar wat je voelt. Je doet als man en vrouw echt alles samen.”

MERITH BLOGT MAANDELIJKS OP TERDEGE.NL OVER ADOPTIE.


FEITEN EN CIJFERS OVER ADOPTIE

In 2017 werden er 210 kinderen uit het buitenland in Nederlandse adoptiegezinnen geplaatst. Dat zijn er slechts 4 minder dan in 2016, maar in de jaren daarvoor was er sprake van een sterke daling, blijkt uit cijfers op de site van Stichting Adoptievoorzieningen. Zo werden er in 2013 401 adoptiekinderen naar Nederland gehaald. In 2010 waren dat er nog 705, en in een grafiek over een langere periode is te zien dat het rond 2004 zelfs om zo’n 1400 kinderen ging. Ook het aantal aanvragen voor een beginseltoestemming liep terug. In 2010 kwamen er nog 1602 aanvragen binnen, in 2013 waren dat er 688, in 2017 ging het om 465 aanvragen. Een deel van de verzoeken wordt afgewezen, maar vaker nog gebeurt het dat stellen hun aanvraag uiteindelijk zelf intrekken, bijvoorbeeld omdat ze het traject te zwaar vinden, omdat ze zelf toch een kind krijgen of omdat ze uiteindelijk kiezen voor pleegzorg.

Dat de belangstelling voor adoptie afneemt, heeft verschillende oorzaken, aldus een woordvoerder van Stichting Adoptievoorziening. „We hebben de afgelopen jaren duidelijk de invloed van de crisis gezien. Adoptie is best een kostbaar traject, dus stellen werden een stuk voorzichtiger.” Inmiddels speelt dat minder, maar de stichting verwacht de komende jaren geen stijging van het aantal adopties.

„Er is op medisch gebied steeds meer mogelijk geworden, waardoor kinderloze echtparen vaker toch zelf nog een kind kunnen krijgen. De economische situatie in veel landen van herkomst is bovendien vaak verbeterd, wat ervoor zorgt dat er minder kinderen ter adoptie worden aangeboden. Daar komt nog bij dat veel landen tegenwoordig eerst proberen om kinderen in eigen land te plaatsen – dat heeft ook te maken met internationale wetgeving. En als het niet lukt om ze te plaatsen, gaat het vaak om kinderen met zogenoemde special needs. Zorg voor deze kinderen vraagt meer van adoptieouders. Dat moet je wel zien zitten.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 november 2018

Terdege | 148 Pagina's

In verwachting van een kindje uit Taiwan

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 november 2018

Terdege | 148 Pagina's