Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Graven in een goudmijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Graven in een goudmijn

“Ik sta niet op de kansel om het de mensen eens even te gaan zeggen, maar weet me ook persoonlijk leerling van de Schrift”

10 minuten leestijd

Het verzoek om Bijbelstudies voor Terdege te gaan maken, kwam voor ds. C.P. de Boer op het juiste moment. Zijn proefschrift is bijna afgerond; wat hij aan goud opdelfde wil hij nu graag in pasmunt uitgeven. “Mijn diepste intentie is om mensen aan de voeten van de Heere Jezus te brengen, en dan tussen hen te gaan zitten om naar Zijn stem te horen.”

De pastorie van ds. C.P. de Boer (43) ligt op een steenworp afstand van de A15, de overvolle verkeersader van Rotterdam naar Arnhem. Het is een royale woning, en dat mag ook wel, want de christelijke gereformeerde predikant en zijn echtgenote Gerlinda kregen negen kinderen. Het hele koor woont nog thuis. Naast de zorg voor een gemeente met ruim 1300 leden en zijn grote gezin lukte het de predikant een proefschrift te schrijven.

WAT BRACHT U ERTOE OM OOK NOG BIJBELSTUDIES VOOR TERDEGE TE GAAN MAKEN?

„M’n dissertatie is zo goed als klaar, dus het verzoek van Terdege kwam op een geschikt moment. Ik promoveer in de Bijbelwetenschappen, wat is mooier dan de opgedane kennis dienstbaar maken voor een breed publiek? Nu begint het echte werk. Een theoloog studeert allereerst met het oog op de gemeente, niet voor de universitaire wereld. Dat is altijd mijn diepe overtuiging geweest. Een paar keer had ik de mogelijkheid om verder te gaan in de wetenschap, maar tot nu toe heeft God mijn weg anders geleid.”

RESERVEERT U EEN BEPAALDE DAG VOOR HET MAKEN VAN DE BIJBELSTUDIES?

„Dat lukt niet in een gemeente van deze omvang. Er komt altijd wel wat tussendoor. Daarom werk ik zo veel mogelijk in het vooruit, om te voorkomen dat ik in tijdnood raak.”

U BENT EEN ORDELIJKE MENS?

„Ja, ik werk gestructureerd, hopelijk zonder een slaaf van mijn planning te worden. Een paar dagdelen per week reserveer ik voor studie. Dan wil ik ook de Bijbelstudies voor Terdege maken.”

WAT KUNNEN WE VERWACHTEN?

„Ik hoop te promoveren op Psalm 110. Daardoor heb ik een bijzondere betrokkenheid op het Psalmenboek gekregen. Ik wil beginnen met de liederen Hammaäloth; de Psalmen 120 tot en met 134. Over elke Psalm hoop ik twee Bijbelstudies te schrijven. Het is mijn plan om daarna de stap naar het Nieuwe Testament maken.”

WAT FASCINEERT U IN DE LIEDEREN HAMMAÄLOTH?

„Wij lezen de Psalmen vaak als op zichzelf staande teksten,maar ook dit boek heeft een duidelijke redactionele lijn. Binnen het boek van de Psalmen heb je een aantal bundels, die op zichzelf kunnen worden gelezen. De liederen Hammaäloth vormen een bijzondere bundel. Ik heb er al een paar afzonderlijk bepreekt, het lijkt me mooi om de gehele bundel onder de aandacht te brengen via Bijbelstudies.”

HEBBEN JONGEREN DAAR BEHOEFTE AAN?

„Die indruk heb ik wel, op grond van mijn ervaringen met catechisanten. Jongeren vragen om een gestructureerde uitleg van de Bijbel. Ik heb al verschillende inleidingen over de indeling van de Psalmen gehouden. De enthousiaste reacties vond ik opvallend. Psalmen krijgen nog meer zeggingskracht als je ze leest binnen het kader waarin ze staan.”

HOE VERKLAART U DE GROTE BEHOEFTE AAN BIJBELUITLEG?

„Ik denk dat er meerdere oorzaken zijn. In het algemeen heeft jong en oud een afkeer gekregen van al het getwist op het kerkelijk erf. Vooral jongeren willen weten wat er in de Bijbel staat, vanuit de gedachte: daaraan hebben we genoeg. De terugkeer naar de Schrift ondersteun ik van harte, maar Bijbelstudie leidt als vanzelf tot bepaalde leerstellige conclusies. Lezen wat er staat, maakt het mogelijk de theologische verschillen binnen de gereformeerde gezindte te overstijgen of die binnen de grenzen van Schrift en belijdenis te accepteren. „Wij kennen ten dele”, zegt Paulus. Tegelijk is het een illusie dat een gereformeerde Schriftuitleg de verschillen tussen de reformatorische en evangelische wereld uitwist.

Er speelt nog iets mee. In de breedte van de gereformeerde gezindte proef ik een bepaalde moeheid ten aanzien van een dogmatische prediking zonder Bijbelse fundering. Ik heb de indruk dat nogal wat predikanten niet in staat zijn leerstellige punten vanuit de Schrift te laten opkomen. Vandaag de dag hebben gemeenteleden daar wel behoefte aan. Ze vragen naar een onderbouwing van leeruitspraken en voelen zich in de steek gelaten wanneer hun predikant deze vraag wegwuift of als kritiek wegzet. In reactie daarop gaan ze zelf aan Bijbelstudie doen: in een groepje binnen de gemeente of op een interkerkelijke kring. Zeker jongeren met een hogere opleiding zijn gewend relevante informatie zo nodig elders te zoeken.”

WAARDEERT U DEZE ONTWIKKELING POSITIEF OF NEGATIEF?

„Je mag als predikant bevraagd worden op wat je verkondigt of in de catechese naar voren brengt. De gemeente van Berea deed het ook, en dat werd door Paulus op prijs gesteld. Zo’n positiefkritische luisterhouding houdt een predikant scherp. Ik sta niet op de kansel om het de mensen eens even te gaan zeggen, maar weet me ook persoonlijk leerling van de Schrift. Mijn diepste intentie is om mensen aan de voeten van de Heere Jezus te brengen, en dan tussen hen te gaan zitten om naar Zijn stem te horen.”

WANNEER RAAKTE U ECHT BETROKKEN OP DE BIJBEL?

„Toen ik net 17 was. Uit verveling ging ik op een zomeravond voor mezelf de Bijbel lezen, omdat ik niet kon slapen. Nadat ik jaren niet persoonlijk uit de Bijbel had gelezen, ook niet had gebeden, terwijl ik als kind heel serieus was. Rond mijn 12e jaar is dat omgeslagen. Ik raakte gegrepen door de sport, met name karate. Daar was ik echt goed in, al zeg ik het zelf. Het werd mijn leven.

Die zomeravond sloeg ik de Bijbel open bij de brief van Paulus aan de gemeente van Rome, en begon ik het eerste hoofdstuk te lezen. „De tekst „Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden”, prikkelde me. Vervolgens maakten deze woorden me innerlijk onrustig. Mede door de prediking ging ik dagelijks de Bijbel lezen. Dat heeft de Heere willen zegenen. Door mijn verleden snap ik jongeren die niet in de Bijbel lezen. Ik was zelf zo’n jongere. Later ontstond in mijn leven het verlangen om predikant te worden. Tot die tijd zag ik een loopbaan bij het Korps Mariniers voor me, in combinatie met een sportcarrière.”

DOOR WIE BENT U THEOLOGISCH GEVORMD?

„Van huis uit kreeg ik kerkelijk en historisch besef mee, maar al vrij snel vond ik dat de discussies in de theologie te veel gingen over de mening van anderen. Dat ervoer ik als onbevredigend. Ik wilde naar de tekst zelf. Daarom besloot ik me te bekwamen in de Bijbelwetenschappen. Aanvankelijk had ik vooral een klik met het Nieuwe Testament, in de loop van de jaren ging ik me ook intensief in het Oude Testament verdiepen, onder meer door een studie Semitische talen en culturen in Leiden. Grondige kennis van het Oude Testament is noodzakelijk om het Nieuwe Testament goed te verstaan.”

GIDSFIGUREN HAD U NIET ZOZEER?

„Kort na de verandering inmijn leven kon ik voor een zacht prijsje de commentaren van Calvijn op de boeken van het Nieuwe Testament kopen. Die ben ik voormezelf in mijn stille tijd gaan lezen; later ook veel van zijn commentaren op het Oude Testament. Dat heeft me wel gevormd. Ik herken bij Calvijn de liefde tot Gods Woord én tot de tekst. Ook de “Institutie” heb ik op mijn 18e volledig doorgelezen, om antwoord te krijgen op geestelijke vragen. Dat boek heeft me nooitmeer losgelaten. Als de promotie achter de rug is, ga ik eerst de “Institutie” weer eens grondig door. De vragen die ik nu heb, wil ik graag aan Calvijn stellen.Wat betreft de uitleg van de Schrift blijft hij voor mij een van de grootsten in de geschiedenis. We staan op de schouders van het voorgeslacht. Gelukkig wel. Ook de puriteinen lees ik graag, meer voor persoonlijke stichting.”

HOE GEEFT U INVULLING AAN DE HUISGODSDIENST?

„Naast Gods Woord lazen we het achterliggende jaar bij de avondmaaltijd uit een dagboekje met stukjes van Ryle. Dit jaar viel de keus weer op “Nu reis ik getroost”, een dagboek met stukjes van MacCheyne. Die raken je hart. En het is goed om de kinderen vertrouwd te maken met dit soort schrijvers, die culturen en generaties overstijgen. Daarnaast zingen we regelmatig een psalm. Gezamenlijke Bijbelstudie is wat lastig met een dochtertje van 3, een zoon van 21 en alles wat ertussen zit.”

ZINGEN AAN TAFEL VINDT U BELANGRIJK?

„Ja. Aan elke tafel gebeurt weleens wat, ook bij ons. Alleen daarom zou je het al moeten doen. Zingen is een goed middel om de duivel te verdrijven. Bovendien vind ik bijna niets zo mooi als zingende kinderstemmetjes. Daar word je vrolijk van. En het verbindt. Op zondagmorgen zingen we met elkaar voor kerktijd een aantal psalmen. De ouderen, die aan tafel soms nog wakker moeten worden, zijn dan meteen klaarwakker.”

WAT IS IN UW OPTIEK GESCHIKT MATERIAAL VOOR BIJBELSTUDIE DOOR JONGEREN?

„Het valt me op dat de Bijbel met Uitleg heel goed is ontvangen; hetzelfde geldt voor de Studiebijbel bij de HSV. Ik zou tegen elke jongere willen zeggen: begin met deze uitgaven. Beter materiaal is er in Nederland op dit moment niet te verkrijgen. Je blijft met deze werken heel dicht bij de Bijbeltekst en ze bieden relevante achtergrondinformatie. Mijn belijdeniscatechisanten laat ik veel korte Bijbelstudies maken aan de hand van twee vragen: vertel in je eigen woorden wat hier staat. En: wat betekent dit gedeelte voor jou in het hier en nu? Hun adviseer ik ook het commentaar van Matthew Henry te raadplegen. Een deel slaat aan het googelen. Op digitaal gebied kunnen we nog wel een slag maken.”

ZOALS?

„Ik zou het heel mooi vinden als de website bij de Bijbel met Uitleg werd uitgebreid met video’s waarop predikanten uit de achterban een Bijbels onderwerp gedegen behandelen. Er zijn tegenwoordig veel meer jongeren die kijken dan die lezen.”

HOE WEZENLIJK IS VOOR U HET GESTRUCTUREERD ONDERZOEKEN VAN DE HELE BIJBEL?

„Zeer wezenlijk. Dat begint al met de Bijbellezing aan tafel. Laten we vasthouden aan het goede gebruik om bij Genesis 1 vers 1 te beginnen en door te lezen tot het slot van Openbaring. Dat was in onze kring lang de gewoonte en ik hoop dat die terugkeert bij hen die dit niet meer doen. Als predikant moet je van tijd tot tijd een onbekend Bijbelgedeelte bepreken. Ik begrijp dat een gemeentelid zich bij het lezen van een boek zoals Obadja afvraagt: wat staat hier en wat betekent dit voor mij? Dan kan het bepreken van zo’n onbekend Bijbelboek dienstbaar zijn.”

HOE VERHOUDT BIJBELSTUDIE ZICH TOT MEER MEDITATIEF LEZEN?

„Die twee mag je niet van elkaar losmaken. Ik ben de Heere dankbaar dat ik ben opgeleid aan een universiteit waar voortdurend werd gehamerd op het bij elkaar houden van wetenschap en vroomheid. Het een kan niet zonder het ander. Tijdens mijn promotiestudie waren er momenten dat ik de pen neerlegde en mijn knieën boog.”

ER ZIJN OOK MENSEN DIE DE DAG BEGINNEN MET ÉÉN BIJBELTEKST?

„Zo moet het niet. Een tekst staat in een bepaald verband. Mijn ervaring is dat je het meest door de Heere wordt gezegend, als je je houdt aan orde en regelmaat in het Bijbellezen. Ik moest me thuis voegen naar wat mijn moeder kookte. Die zorgde voor een gezond menu. Dat geldt ook voor het Bijbellezen. Als God ons Zijn Woord heeft gegeven, moeten wij niet een selectie naar eigen smaak gaan maken. Het lezen van teksten buiten hun verband leidt er bovendien gemakkelijk toe dat je ze gaat toepassen op een manier die haaks op de werkelijke betekenis staat.”

ALS MENSEN ER DAN TOCH DOOR WORDEN GESTICHT?

„Wie ben ik om dat te ontkennen? Zelf wil ik niet op die manier de Bijbel lezen. Daarmee doe je Gods Woord en ten diepste God geen recht. Zelf wil ik ook niet op die manier worden geciteerd als ik ergens heb gesproken. Je kunt de vreemdste dingen krijgen als één zin totaal buiten het verband wordt aangehaald.”

WIE HOOPT U MET DE BIJBEL STUDIES TE BEREIKEN?

„Ik weet niet of Terdege door veel jonge mensen wordt gelezen, maar die houd ik wel voor ogen. Ik probeer zo toegankelijk mogelijk te schrijven, daarmee bereik je de grootste groep. Als ook volwassenen de Bijbelstudies lezen, is dat mooi meegenomen. Ik hoop dat jong en oud erdoor wordt geraakt. Wanneer door mijn Bijbel studies mensen de Bijbel persoonlijk gaan lezen en de Heere leren kennen, heb ik mijn doel bereikt.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 januari 2019

Terdege | 116 Pagina's

Graven in een goudmijn

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 januari 2019

Terdege | 116 Pagina's