Tussen de boeken van Lub Post
Lub Post uit Urk leeft al vijftig jaar tussen de theologische boeken. Hij leest ze, verkoopt ze en praat er graag over. “Er moet uitzicht komen naar boven. Al het andere gaat maar voorbij.”
Lub Post (69) woont op het hoekje van een rijtje seniorenwoningen aan de Lange Dam in Urk. Op de voordeur staat geschreven: Boekhandel De Kandelaar. De huiskamer is volgepakt met boeken. Langs de wanden staan boekenkasten met meterslange planken. Midden in de kamer bevindt zich een klein kastje, ook vol. Op de vloer staan nog niet uitgepakte dozen. Waar nog maar een beetje ruimte is, stapelen de boeken zich op, oude en nieuwe, sommige nog in het plastic, andere in oude druk en opnieuw ingebonden. Er is een plank met vooral Bijbels en psalmboeken.
Op zijn werktafeltje liggen cd’s met preken en gemeentezang. Ook de keuken staat vol. Op het aanrecht ligt een bordje met de tekst: “Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand”, en een broodplank met de woorden: “Geef ons heden ons dagelijks brood”.
Ruimte om in het keukentje eten te koken, is er niet. Maar Post hoeft niet te koken. Iedere middag eet hij bij zijn zus. “Eten koken zou hier toch niet gaan.”
DIKKE OMNIBUSSEN
Post zit zijn hele leven al met zijn neus in de boeken. Toen hij jong was, las hij boeken over de vaderlandse geschiedenis, over de kerkgeschiedenis en over de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds interesseert de tijd van de oorlog hem, hoewel hij die niet zelf heeft meegemaakt. „Ik ben van 1950. Mijn oudste broer heeft de oorlog wel meegemaak; die was van 1941.”
Terwijl zijn leeftijdsgenoten buiten speelden, zat Lub Post binnen te lezen. „Ieder boek las ik wel drie keer. Vooral die van de schrijvers J.W. Ooms, P. de Zeeuw en K. Norel, zoals “Engelandvaarders”, “Varen en vechten” en “Vliegers in het vuur”. Het liefst had ik van die dikke omnibussen, met drie titels in één band. Daar kon je een hele tijd mee vooruit”.
Het gezin waarin Lub Post opgroeide, behoorde tot de christelijke gereformeerde kerk in Urk. Rond 1960 gingen ze over naar de christelijke gereformeerde gemeente, die zich later met ds. E. du Marchie van Voorthuysen aansloot bij de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Samen met zijn vader was Post vele jaren koster in de oud gereformeerde Jachin Boazkerk. Inmiddels kerkt hij bij de plaatselijke gereformeerde gemeente in Nederland.
JONGE GENERATIE
De jonge Post werd bakker. Daarbij handelt hij sinds zijn 19e in boeken. Het is nooit een vetpot geweest, maar hij kon ervan leven, zegt hij. „Ik ben er tenminste nog. Nog geen dag ben ik tekort gekomen. En in Urk werd veel gelezen.”
In het oude dorp, in wijk 6, had Post een winkeltje aan huis. Sinds hij daar vorig jaar weg moest, woont hij aan de Lange Dam, in de nieuwbouw. „Ik zit hier beter, tussen mensen van de jonge generatie. Hier wonen veel jongeren en die komen weleens een boek bij me kopen. Ik kan met hen een gesprek voeren over wat ze lezen, wat ze horen in de kerk en over wat God in het leven doen wil. Hij doet alles. Wij doen niets; wij maken alleen maar dingen stuk. Of ze heilbegerig zijn, die jongeren? Dat is niet aan mij. Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. Ik mag hun in de geestelijke dingen weleens de weg wijzen, maar ik heb het zelf ook zo nodig dat mij de weg gewezen wordt.” Vroeger had je wel meer mensen met wie je over het geestelijk leven kon praten, zegt Post. „Tegenwoordig schijnt dat steeds meer op de tweede plaats te komen. Maar dat zal bij mij ook wel fout zijn. Van nature is het fout met ons. Dan is het leven bij de mens niet te vinden. Er moet een wonder in ons leven gebeuren. Er moet uitzicht komen naar boven. Anders komen we om.”
HARTSTILSTAND
Tijd om al zijn boeken te ordenen, op categorie en op alfabet, heeft hij sinds de verhuizing nog niet gehad. „Ik heb nog geen gelegenheid gehad om orde op zaken te stellen, maar dat moet nog wel een keer gebeuren. Ik weet zelf wel waar alles staat, maar de klanten kunnen zo de weg natuurlijk niet vinden.”
De bezoekers van zijn winkel komen vooral uit Urk, en een paar uit Genemuiden. „Vroeger ging ik er met een auto vol boeken op uit, maar toen ik vijftien jaar geleden een hartstilstand kreeg, was dat voorbij. Een paar jaar later kreeg ik er een hersenbloeding overheen, toen was het met het autorijden helemaal gebeurd. Mijn hoofd zou dat niet meer kunnen verdragen, met al die drukte op de weg.”
Maar klanten zijn er. Elke middag is Post tussen 14.00 en 18.00 uur in zijn winkeltje te vinden. Per week komen er gemiddeld veertig klanten. Post pakt zijn agenda, laat de bezoekersaantallen zien. „Ik houd bij wie er komt. Kijk, vorige week 39, de week daarvoor 44. Het schommelt een beetje. Soms heb ik wel weken van vijftig klanten. Ik heb geen klagen.”
BEVINDELIJK LEVEN
Zelf leest Post nog steeds graag over de geschiedenis, over theologie, preken en levensbeschrijvingen van oude schrijvers. „Ik lees graag over het bevindelijke leven, hoe de Heere deze wereld regeert, en hoe Hij een mens bekeert. Of zo’n schrijver nu uit Engeland, Schotland, Duitsland of Nederland komt, dat maakt me niet zo veel uit.”
Zijn favoriete auteurs zijn Van der Groe, Philpot en Flavel. „De Engelsen en de Schotten praten rechtuit, zeggen rechttoe rechtaan waar het op aan komt. De Nederlandse schrijvers zijn wolliger. Bij hen moet je meer bladzijden lezen voordat ze tot de kern komen. Het maakt me ook niet zo veel uit, als de kern maar gelijk is: het werk van Christus in het hart van de zondaar.”
Terwijl hij een prekenboek van Philpot uit de rij ruggen trekt, zegt hij: „De mensen zeggen dat Philpot niets voor een onbekeerd mens heeft, maar volgens mij heeft hij alles voor een zoekende ziel.”
Iedere morgen leest Post uit “Het zien op Jezus” van Ambrosius. Als hij het boek uit heeft, begint hij opnieuw. „Ik kan er niet genoeg van krijgen om te lezen over wat Hij gedaan en geleden heeft voor Zijn Kerk. Als je dat leest, krijg je een hunkering naar nog meer goede boeken.”
Post staat op vanachter zijn bureau, loopt de huiskamer in en pakt een boek van Jacobus Koelman: “Over de oprechte liefde tot de Heere Jezus”. Hij bladert, wijst aan, leest hardop voor en zegt: „Dit is de kern van het leven, de liefde tot Christus en de bereidwilligheid van Jezus om zondaren zalig te maken. Dat is het belangrijkste in het leven. Al het andere gaat toch maar voorbij.”
GEEN KERKISME
Alles wat in zijn huisje aan boeken staat, is vertrouwd om te lezen, zegt Post. „Tenminste, in principe. Er kan natuurlijk altijd wel iets doorslippen wat niet deugt. Maar het komt toch op de toepassing aan.”
Kerkisme is Post vreemd. Hij verkoopt alles wat in zijn ogen deugdelijk is: Flavius Joséphus en Verhoeks, Paauwe en Philpot, Luther en Lamain. Hoeveel titels er op de planken staan, daar heeft hij geen idee van. „Als je al vijftig jaar tussen de boeken leeft, tel je ze niet meer”.
Post is ongetrouwd gebleven. Maar eenzaam is hij nooit. „Hier komen altijd wel mensen over de drempel, voor een boek of voor een praatje. Als je in Urk eenzaam bent, moet ’t aan jezelf liggen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 januari 2019
Terdege | 100 Pagina's