Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van tulp tot hond in het Openluchtmuseum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van tulp tot hond in het Openluchtmuseum

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Slakken, bloedworst, insecten… er zijn van die mensen die alles eten. Zijn ze stoer? Of gewoon hun tijd vooruit? In het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem is de komende maanden van alles te ontdekken over smaken door de eeuwen heen. Die veranderen nogal eens, zo blijkt.

Wilt u een snoepje met kruidnagel?” Voor me staat een medewerker met een open weckpot. Het zachte zuurtje is best lekker; slechts heel in de verte is iets hartigs te proeven. Zou de kruidnagel eroverheen gevlogen zijn? Of is het knokken om de aandacht in mijn innerlijke geur- en smaakcentrum? Want direct bij binnenkomst in de tentoonstellingsruimte is het al raak: „Hangt hier nou een etenslucht?” vraagt fotograaf Tineke. Inderdaad. Een ouderwetse kooklucht, zoals je die in hedendaagse keukens niet vaak meer aantreft. Waarschijnlijk is de geur onderdeel van de tentoonstelling.

Lezen en kijken is leuk, maar ook nog ruiken en proeven… nou ja, dat maakt een ervaring natuurlijk nóg indrukwekkender.

”Gruwelijk lekker” bestaat uit twee onderdelen. In het entreegebouw kom je van alles te weten over tien culinaire onderwerpen, waaronder bloed, vet, tulp, hond (jawel) en suiker. In het park passeren de thema’s nog een keer, maar dan als onderdeel van het dagelijks leven in het Nederland van ‘vroeger’.

Binnen kom je eerst langs een informatiebord. De onderste regels vallen op: bezoekers worden voorzichtig gewaarschuwd voor nare beelden bij het onderdeel bloed. Gek genoeg blijkt die mededeling reden om direct naar de betrefende afdeling te lopen. Een film in zwart-wit laat de slachting van een varken zien. Onder het filmbeeld, in een vitrine, druppelt nepbloed in een kom. Vroeger werden mensen niet bang van dit soort taferelen, zo schijnt. Slachten aan huis was tot in de jaren 60 nog gewoon op het platteland. Maar nu? Weten we nog hoe gehakt gemaakt wordt? Dat hoopt het museum dus ook over te brengen: het besef dat er een enorme afstand is gekomen tussen de oorsprong van voedsel en wat er uiteindelijk op ons bord ligt. In het museumpark wordt op dit onderwerp voortgeborduurd. Een nagebouwd boerderijtje telt twee kleine varkenshokken. Zo ging dat vroeger: elk varken telde. Nu worden de dieren in grote groepen tegelijk gefokt. Een heel ander begin van een gehaktbal dus, vergeleken met een eeuw geleden.

Bij de varkenshokken ligt een stapel kaarten, waarvan de bezoekers er een kunnen meenemen. Erop staat een recept voor vegetarische bloedworst. Dat is dan weer een knipoog naar deze tijd, waarin de ene na de andere vleesvervanger wordt bedacht.

Anti-vlees is het Openluchtmuseum trouwens niet: naast de stallen is een eettafel gedekt met hoofdtelefoons op de borden. Zet je er een op, dan hoor je een varkenshouder uit Twente vertellen over het houden van deze dieren in de 21e eeuw.

GARUM

Behalve de afdeling bloed is er binnen nog een gruwelhoek, met als middelpunt een glazen pot vol rottende visjes. Wat hierin gebeurt heet fermenteren; een proces waarbij bacteriën, schimmels en gisten gebruikt worden om een voedingsmiddel te maken. Het sap dat uiteindelijk in de vissenpot moet overblijven, heet garum, een Romeinse vissaus uit vroegere eeuwen. Deze pot is dicht, een andere kun je even openen om een snuifje te nemen.

Gek genoeg valt de lucht mee, maar misschien heeft dat te maken met het kruidnagelsnoepje dat een onverwacht nadrukkelijke nasmaak blijkt te hebben… Ook een kenmerk van eten van vroeger: smaken waren vaak intenser, uitgesprokener. Minder gericht op het bereiken van (lees: verkopen aan) zo veel mogelijk consumenten misschien?

Hond aten Nederlanders ooit ook, in tijden van schaarste. Nu is het not done en bovendien verboden. In Nederland dan, in China en Indonesië is het eten van een lapje Sint-Bernardhond normaal. Ook het eten van vet vlees van een varken of rund wordt in de ene tijd anders beoordeeld dan in de andere. Vroeger was het een teken van weelde als je spek op je bord had, nu lijkt het iets voor „laaggeschoolden met een laag inkomen”, meldt een informatiebordje bij het onderwerp ”vet”. Maar niet altijd: „De ”hoogopgeleide” rijke van nu eet graag het chicste rundvlees, dat helemaal dooraderd is met vet.” Een kilo zou maar liefst 450 euro kosten. Iets soortgelijks doet zich voor met tulpenbollen. Tijdens de oorlog aten mensen die bij gebrek aan aardappelen. Nu staan ze in hippe restaurants weer op de kaart, weet het Openluchtmuseum. Dat moet verbijsterend zijn voor degenen die ze bijna 75 jaar geleden aten om in leven te blijven.

Tijdens middaguren kunnen bezoekers tulpenbollen proeven. Wij zijn er ’s ochtends, dus het loket is nog dicht. We zijn er niet verdrietig over; een aanlokkelijk hapje lijkt het niet echt. Aan de andere kant: misschien had de tulp de smaak van het kruidnagelsnoepje verdreven… want die is pas écht weg na het consumeren van een 21e-eeuws Hollands broodje met de vertrouwde, neutrale smaak.


Gruwelijk lekker

Levertjes, griesmeelpap, ”stinkkaas”, insecten, witlof, geitenogen en natuurlijk spruitjes. Het tegelmuurtje bij de uitgang van de tentoonstelling ”Gruwelijk lekker” staat vol gekladderd met etenswaren die bezoekers gruwelijk vinden. Ook hersenen, sojamelk, bierkip (ja, die bestaat) en karnemelk ontbreken niet. En, wat sommigen misschien verrassend zullen vinden smurfenijs valt voor iemand ook in de categorie ”gruwelijk”.

Wat bezoekers juist lekker vinden? Nogal wat etenswaren die met een p beginnen: pizza, poffertjes, patat, pannenkoeken en pasta. Maar ook chips, rijst met ragout, sushi, stamppot, varkenshaasje, sambal, hamburgers, ijs, karamelpuding van Saroma, blauwe kaas en ”veel vlees” zijn favorieten. En taart natuurlijk.


DE TENTOONSTELLING ”GRUWELIJK LEKKER” IS HET HELE JAAR TE ZIEN. ELK SEIZOEN IS ER EXTRA AANDACHT VOOR EEN THEMA EN IN DE LENTE IS DAT ”ZO (ON) GEZOND”. GEZONDE SMAKEN VAN VROEGER EN NU PASSEREN DE REVUE. OOK WORDEN ER HET HELE JAAR DOOR EVENEMENTEN MET ALS THEMA ”GRUWELIJK LEKKER” GEORGANISEERD. OP DE WEBSITE VAN HET OPENLUCHTMUSEUM STAAT ALLE ACTUELE INFORMATIE.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 april 2019

Terdege | 107 Pagina's

Van tulp tot hond in het Openluchtmuseum

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 april 2019

Terdege | 107 Pagina's