Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schippersinternaten hebben het tij tegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schippersinternaten hebben het tij tegen

12 minuten leestijd

Steeds meer schippersvrouwen zochten de voorbije jaren de wal op. Daardoor neemt het aantal bewoners van reformatorische schippersinternaten gestaag af. Van een dreigende sluiting is nog lang geen sprake. ”Misschien is het wensdenken, maar het kan zijn dat de daling tot stilstand komt.”

Het is woensdagmiddag, tegen vier uur. Marleen Marelis, groepsleidster in internaat De Driemaster in Krimpen aan den IJssel, beroert het dikke touw van de scheepsbel. Die hangt in de hoek van de verdiept aangelegde centrale ruimte. Het heldere geluid weerklinkt door de gangen. Zo meteen gaat de bingo beginnen.

De kinderen komen van alle kanten aan gerend, vanuit het drie vleugels tellende gebouw. Uit leefgroepen met voor de hand liggende namen als De Sloep, De Kajuit en Het Anker. Even later zit een groepje rondom de tafels en kan het spel starten.

Het is een van de vele activiteiten op de vrije schoolmiddag. Er wordt verder getafeltennist. Soms zijn er ook creatieve workshops. Buiten biedt het grote terrein naast het internaat volop mogelijkheden voor een potje voetbal. In het gras staan verschillende speeltoestellen.

SPEELVELD

Wichard van Vliet wijst naar buiten. Hij is algemeen directeur van Limena, de koepelorganisatie van de drie reformatorische schippersinternaten. „We hebben echt geluk met dit speelveld.” Hij kent andere plaatsen waar een partijtje voetbal tot problemen met de buurt leidt. „Dan valt het niet mee om ballen uit de tuin van anderen te houden.”

In zijn kantoor, aan de buitenzijde van de hoofdvleugel, gaat hij dieper in op de situatie van de drie reformatorische schippersinternaten. Hij loopt al sinds de jaren 80 mee in het wereldje van de schipperskinderen en kent als geen ander de ontwikkelingen. De toestand is niet benard, maar de veranderingen in de sector gaan de reformatorische internaten evenmin onopgemerkt voorbij. „Het kan op termijn zorgelijk worden.”

In 1981 telden de gezamenlijke schippersinternaten –seculier en christelijk– 3500 bewoners. Veertig jaar later zijn dat er nog 625. Van hen is bijna de helft afkomstig van schippers die zijn aangesloten bij een van de reformatorische kerken. De gezinsverdunning, schaalvergroting in de sector en het verminderen van het traditionele gezinsmodel aan boord eisten hun tol. Nederland telt momenteel in totaal nog negentien locaties waar schipperskinderen verblijven. Tal van deze internaten zijn gereduceerd tot gezinsvervangende tehuizen met een handjevol bewoners.

FIER OVEREIND

De Driemaster in Krimpen aan den IJssel, Eben Haëzer uit Dordrecht en De Merwede in Werkendam –verenigd onder de paraplu van stichting Limena (zie kader)– zijn al die tijd fier overeind gebleven. „Beginjaren 80 waren er van die duizenden internaatsbewoners ongeveer 220 afkomstig uit de reformatorische gezindte. Ten opzichte van die tijd is hun aandeel zelfs gestegen naar opgeteld rond de 300 nu”, aldus Van Vliet. „Bijna 100 hier, 80 in Werkendam en 133 in Dordrecht.”

De laatste tien jaar neemt het aantal bewoners ook bij de reformatorische internaten gestaag af. Neem De Driemaster. In de topjaren woonden er 160 kinderen van schippers. Van Vliet: „Daarna is, behoudens een korte opleving, een dalende lijn ingezet. We hebben nu 97 bewoners. Ik verwacht niet dat we nog boven de 100 komen.”

De bewoners komen in hun 6e levensjaar en kunnen tot hun 18e blijven. In De Driemaster staan twee zalen leeg, een derde ruimte kon worden verhuurd aan de LOVK (schoolonderwijs aan schipperskinderen voordat zij geplaatst zijn op het internaat). Het internaat telt momenteel nog acht leefgroepen: vier met kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, drie van 12 tot 15 en één van 15 tot 18 jaar.

HYPOTHEEKRENTE

Belangrijkste oorzaak van de daling in de reformatorische gezindte is dat steeds meer schippersvrouwen hun heil aan de wal zoeken. Dat heeft volgens de algemeen directeur verschillende oorzaken. „De vanzelfsprekendheid van vroeger, toen je als vrouw je plaats wist aan boord en geen eigen huis op de wal bezat, is verdwenen. Nu heeft meer dan de helft van de schippers naast het schip een woning. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de lage hypotheekrente van de afgelopen jaren. Het bezit van een huis aan de wal maakt het gemakkelijker om verandering aan te brengen in je situatie. En als een vrouw eenmaal enkele jaren aan de wal verblijft, moet er best wat gebeuren om terug te keren naar het schip. Dat gebeurt slechts een enkele maal. Alleen als de betrokken vrouw het varen echt niet kan missen.”

Andere factoren die het gezinsmodel onder druk zetten zijn volgens hem van meer economische aard. „De schepen zijn groter geworden en de druk om dag en nacht te varen is toegenomen. Dat kan een reden voor ouders zijn om een andere keus te maken.”

PLEASEN

Hij hoopt dat het tij keert. „Ik preek natuurlijk voor eigen parochie, maar het beeld van de moeder met de kinderen thuis wordt geïdealiseerd. Zeker als je te maken krijgt met pubers van 15 of 16 jaar, is dat voor de vrouw alleen een zware klus. Daarnaast speelt het economische klimaat een rol. Het gaat de laatste jaren zo goed dat de meesten wel een matroos kunnen betalen, maar daarin kan natuurlijk ook zomaar verandering komen. Het werven van matrozen is buitengewoon moeilijk geworden. Vakbekwaam personeel is nauwelijks te krijgen. Het is misschien een beetje wensdenken, maar de huidige trend zou zo weer kunnen kantelen.” In gesprekken met ouders probeert hij hen te overtuigen van de voordelen van het internaatsleven. „Dan zitten ze in deze kamer op een bankje en staan ze voor een belangrijke keuze. Dat is soms heel moeilijk. Ik benadruk altijd dat ze die spanning niet moeten overdragen op hun kinderen. Voorop staat dat ze een goed gevoel moeten hebben over het wonen en leven hier.”

Dat laatste heeft hij in enkele decennia sterk zien veranderen. „Het is niet meer het vroegere internaatsleven, waarin koste wat het kost werd vastgehouden aan de algemene leefregels. Iemand moest bijvoorbeeld vroeger eten wat de pot schaft en zijn bord leegeten. Dat is voorbij. Om frustraties te voorkomen, is er veel meer maatwerk. We proberen onze achterban echt te pleasen.”

Er zijn volgens hem genoeg redenen om te kiezen voor de internaatsvorm. Als een goede marketeer somt hij ze op: „We bieden structuur, hebben professionele opvoeders in dienst, het sociale leven wordt versterkt en we ontzorgen de ouders, die op hun beurt bij elkaar kunnen blijven.”

VRIJWILLIGERS

Driemaster, Eben Haëzer en De Merwede hebben zich tot op heden financieel prima kunnen redden. De internaten hebben een unieke subsidieregeling. „Een bedrag per kind, direct vanuit het ministerie. Een eenvoudig en prettig systeem. Ieder jaar wordt het aantal gepeild, op 15 september.”

Bij een grootte boven pakweg vijftig bewoners is het niet meer mogelijk om algemene voorzieningen als een wasserij, eigen administratie en keuken in stand te houden. „In veel protestants-christelijk en seculiere huizen zijn die al verdwenen.” Mocht het zover komen, dan zal daarop ook door Limena moeten worden beknibbeld, denkt Van Vliet.

Zover is het voorlopig nog niet. Hij is blij dat zich enkele vrijwilligers hebben gemeld voor de tuin en hulp bij ondersteunende diensten. „Wellicht zullen we derden in de toekomst nog meer nodig hebben.”


”Genieten van de aan ons toevertrouwde kinderen”

Ze probeert zo veel mogelijk een thuissituatie te creëren. Als groepsleidster op het schippersinternaat voelt Marijke Eijkelboom (39) zich medeverantwoordelijk voor een deel van de opvoeding van de haar toevertrouwde kinderen. Ze geniet er iedere dag van. ”Het is een geweldig mooie taak, omdat je zo veel voor de kinderen mag betekenen.”
Marijke is al achttien jaar groepsleidster op De Driemaster, een van de drie locaties van de reformatorische schippersinternaten die zijn verenigd onder de naam Limena. Ze is, met drie collega’s, verantwoordelijk voor een van de vier groepen in de onderbouw, De Sloep. Daar wonen twaalf kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar.
Overdag gaan de meeste kinderen naar de Admiraal de Ruyterschool, een klein eindje verderop. Enkelen bezoeken het speciaal onderwijs. Daarbuiten nemen Marijke en haar collega’s in wisselende diensten alle gewone gezinstaken over.
”Als de kinderen uit school komen, drinken we gezellig iets samen, zodat ze hun verhalen kunnen vertellen. We eten met hen, doen aan huiswerkbegeleiding en je hebt natuurlijk tal van taken buiten de deur, zoals tandartsof doktersbezoek, logopedie, zwemles en gesprekken op school over het welbevinden van het kind. Het is heel breed, geen dag is hetzelfde.”
Vooral de gesprekken met de kinderen, aan tafel of individueel, maken indruk op haar. ”En ’s avonds de dagsluiting. Die houden we in groepjes van drie, uitgesplitst naar leeftijd. Een van de jongens bidt sinds kort iedere dag voor vrienden én vijanden. Heel mooi, omdat we ook een groot deel van de godsdienstige opvoeding voor onze rekening mogen nemen.”
Structuur binnen de groep is erg belangrijk. Marijke: ”Dat betekent dat de leefregels, besproken met de oudercommissie, eenduidig dienen te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een vast dagritme, dat de kinderen houvast en structuur biedt. Wel met voldoende aandacht en liefde voor het individuele kind, waardoor er een mooie band ontstaat. Omdat de kinderen over het algemeen zes jaar lang in dezelfde groep wonen, merken we dat we iets moois opbouwen met elkaar. Het leven in een groep is anders dan in een gezin, maar ieder kind is verschillend en daarmee moet je ook in de omgang rekening houden. Het kan in het belang van een kind zijn om soms af te wijken van de algemene regels.”
Ze belt daarom regelmatig met de verschillende ouders. Eigenlijk probeer je het samen te doen en breuklijnen binnen de opvoeding te voorkomen. Hoe meer je op één lijn zit, hoe prettiger het kind zich voelt.”
De kinderen gaan in principe ieder weekend naar de ouders. Bij het ophalen en wegbrengen van de kinderen van en naar het schip maken de meeste schippers gebruik van een app, waardoor gezamenlijk vervoer soms mogelijk is. Gewoonlijk is het internaat op zaterdag en zondag gesloten. Maar als er iemand zou blijven, zorgen wij ervoor dat er leiding aanwezig is.”


”HET BESTE NA THUIS”

Vorig jaar fuseerden de schippersinternaten De Merwede in Werkendam, Eben Haëzer in Dordrecht en De Driemaster in Krimpen aan den IJssel. Eben Haëzer en De Driemaster deden dat tien jaar geleden al.
De drie gaan verder onder de naam Limena. Limena betekent veilige haven en onder die vlag willen de internaten hun motto ”het beste na thuis” waarmaken.
Het aantal schipperskinderen in internaten daalt al jaren. Dat vraagt om aanpassingen, ook wat betreft de personeelsbezetting. Zes jaar geleden bedroeg het gezamenlijke aantal kinderen van reformatorische schippers dat in een internaat woont nog 368, nu is dat gedaald tot 313. De prognoses voorzien een verdere afname.
De opname van De Merwede in Limena had volgens algemeen directeur Van Vliet ook te maken met de vertegenwoordiging (”één stem”) van de reformatorische schippers in het internaatswereldje. ”Bijna de helft van de internaatskinderen woont in een van onze vestigingen.”


”Elk weekend heeft een gouden randje”

Cor en Lineke Speksnijder uit Krimpen aan den IJssel hebben er bewust voor gekozen om samen te blijven varen. „Dat betekent dat onze kinderen doordeweeks op het schippersinternaat verblijven.” Er zijn natuurlijk weleens moeilijke momenten, bekennen ze. „Maar ook op het internaat is de Bijbel de basis. Daar zijn we dankbaar voor.”

In 2005 trouwden Cor (39) en Lineke (35). Hij is schipperszoon en kende het internaatsleven van binnenuit. „Dertig jaar geleden woonde ik hier ook.” Lineke komt van de wal. Ze stond een tijdje als onderwijzeres voor de klas. „Ik moest echt wennen aan het leven aan boord. Het eerste halfjaar was best moeilijk, maar ik zou nu niet graag meer anders willen.”

Toen ze kinderen kregen, besloten ze beiden aan boord van hun motortankschip Theodora te blijven als de schoolplicht hen voor de keus zou stellen. „We kozen voor het schippersinternaat, maar wel met de gedachte dat het belang van de kinderen bovenaan staat. Als het echt niet bij hen past, zoeken we een andere oplossing. Het is een besluit dat we ook biddend hebben genomen.”

INEENS WEG

Nu wonen Rosalien (12), Anne-Ruth (9) en Esther (7) aan de Boezemdreef in Krimpen aan den IJssel, het adres van de Driemaster. Jeftha (3) is nog aan boord. Vanaf groep 3 schrijft de Leerplichtwet voor dat de kinderen dagelijks onderwijs dienen te volgen. Dat laatste ziet Cor als een groot voordeel. „Omdat je ze tot en met hun 6e de hele dag om je heen hebt. Dat is voor de meeste vaders niet weggelegd.”

Vanaf groep 3 zijn ze „ineens weg. Een lastig moment”, meent Lineke. „Dat is het grootste nadeel van het varen. Maar als man en vrouw doordeweeks gescheiden optrekken heeft ook zeker z’n schaduwkanten”. Iedere vrijdagmiddag halen ze hun kinderen op in Krimpen, of ze nu in Nederland, Duitsland of België zijn afgemeerd. Op maandagochtend gaan ze weer terug. „De zondagavonden zijn het moeilijkst, dan proef je soms een stukje heimwee.” Ze kunnen het gescheiden optrekken ook relativeren. „Per slot van rekening zie je elkaar iedere week slechts drie volle dagen niet. De momenten dat je wel bij elkaar bent, krijgen daardoor meerwaarde. Elk weekend heeft een gouden randje.”

KUSSENGEVECHTEN

Er zijn ook voordelen. „Aan boord komen ze niet in contact met vriendjes. Het leven op het internaat is goed voor hun sociale ontwikkeling. Ze leren zich binnen een groep aan te passen. Op het internaat is er geen discussie over bijvoorbeeld tafel afruimen of andere corveetaken. Je bent aan de beurt of niet. We vinden het ook erg fijn om te zien dat de sfeer in de huisjes gezellig en huiselijk is en er van alles georganiseerd wordt voor de kinderen, zoals bonbons maken, bingo, kussengevechten, knutselmiddagen, haaklessen, allerlei uitstapjes enzovoort.”

De basis vormt het vertrouwen in het internaat en de groepsleiding. Lineke: „Het moet klikken. We hebben vaak contact. Als de kinderen naar school zijn, bel ik regelmatig met een van de groepsleidsters. Je kent iedereen en krijgt een band met hen.”

Heel sporadisch krijgen ze het verwijt tekort te schieten in de opvoeding. „Daarbij wordt dan naar onze doopbelofte verwezen. Doordat bij Limena de Bijbel de basis vormt voor het dagelijks handelen, zien wij dat niet zo. Leiding en internaat vormen als het ware een verlengstuk van je gezin. Niet voor niets is de slogan van Limena ”het beste na thuis”, aldus Cor. Hij maakt deel uit van de oudercommissie, een groep van zeven schippers die met enige regelmaat op vrijdagmiddag of maandagochtend bij elkaar komen om met de internaatsleiding mee te denken in praktische en opvoedkundige zaken. „We hebben met verschillende kerkelijke denominaties uit de reformatorische gezindte te maken, maar vinden elkaar als het gaat om het welzijn van onze kinderen, met als basis de Bijbelse waarden en normen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 mei 2019

Terdege | 98 Pagina's

Schippersinternaten hebben het tij tegen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 mei 2019

Terdege | 98 Pagina's