COMMENTAIRE DU NOUVEAU TESTAMENT
COMMENTAIRE DU NOUVEAU TESTAMENT, VIII, J. Héring, Seconde épitre de St. Pcml aux Corinthiens, 118 pag, , fr. s. 9.50; Xla, Ch. Masson, Les deux épifres de St. Paul aux Thessalonidens, 120 pag., fr.s. 8.50; Ed. Delaehaux et Niestlé S.A., Neuchatel, 1958.
Hoe meer men theoloog is, des te minder kan men een commentaar missen. „De goede opvoeder maakt zichzelf overbodig, de goede commentaar maakt zichzelf nooit overbodig".
De tweede brief aan de Corinthiëw stelt ons voor vele, moeilijke vragen; Semler verklaarde: ik schaam m^' er niet voor te bekennen, dat deze brief vael duisterder is dan vele andere. Prof. Héring acht de stelling van Von Hausrath e.a., die verdedigen dat de cap. 10-13 de z.g. tranenbrief vormen, op z\jn minst plausibel. Hoofdstuk 9 zou een aparte brief zijn, die door Titus naai Corinthe is overgebracht en anterieur is aan 3 Cor. 1-8. In een aanhangsel spreekt schr. over „les origines de 1' apostolat": reeds in de tijd van het oudste Christendom vinden wij velschillende opvattingen van het apostolaat.
Schr. bestrijdt de gedachte dat God met de mens verzoend moet worden, acht het waarschijnlijk dat Lev. 16 prefiguratie is van het uitwissen der zonden aan het kruis (Col. 2 : 16), vertaalt 2 Cor. 5 : 21 met: pdat wij zouden worden „justification de Dieu en lui", wijst op de nuance die Paulus in c. 6 : 1 legt in
vergelijking met Jes. 49 : 8 (St. Vert.: elaangename tijd; N. Vert.: elbehagen) ; slaat de interessante verklaring voor van „onberouwelijk'' in 2 Cor. 7 : 10; „qui ne laisse de place k aucun regret".
Prof. Masson (van de universiteit van Lausanne) verdedigt de integriteit en de authenticiteit van de eerste brief aan de Thessalonicenzen, maar bestrijdt de echtheid van de tweede, vooral op grond van c. 2 : 1-12; de inhoud van dit gedeelte zou niet in te passen z^jn in het geheel van de eschatologische beschouwingen van de apostel.
Schr. geeft toe, dat het dan wel een raadsel is, dat deze brief in de collectie van paulinische brieven is opgenomen; en dat ben ik volkomen met schr. eens. Op enige belangrijke vragen gaat schr. breder in: p de antichrist, op de betekenis van c. 2 : 1 w voor de kerk, en op de zin van 6 xaxiiwv (2 Thess. 2 : 6 v) aantekeningen, b.v. over Paulus en zijn Meermalen werd ik getroffen door schone medewerkers: evrijd van zorg om mensen te behagen, is „leur seul souci de plaire au Dieu qui éprouve Ie coeur"; of, als hq spreekt van de mensen, die te vroom z^jn om te werken ( 2 Thess. 3 : 7v).
Schr. zgn er in geslaagd, multum te geven, non miilta. Het zijn overziehtel^"ke commentaren, die zeer belangrijke stukken van het N.T. exegetiseren en die, ondanks de reserve die wij hebben met name ten aanzien van de inleidingsvragen, een welkome aanvulling zijn voor de werkbibliotheek van de theoloog.
U.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Theologia Reformata | 271 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959
Theologia Reformata | 271 Pagina's