Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZELFMOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZELFMOORD

4 minuten leestijd

Dr. C. S. Kmijt, ZELFMOORD, 484 blz., geb. f 27.50, Van Gorcum. Assen, 1960.

Van statistieken wordt nogal eens veel kwaads gezegd; men zou er alles mee kunnen bewijzen, wat men wil; het nog onvriendelijker woord van B. Disraeli noem ik maar niet. Waarom dit wantrouwen? Omdat alle statistisch materiaal om interpretatie vraagt; het komt er op aan, dat men verstaat „1' art de grouper les chiffres" om een bekende definitie van boekhouden hier over te nemen.

Ten aanzien van het zeer compleixe verschijnsel van de zelfmoord doet een bij uitstek deskundige in dit uitvoerige, gedegen werk statistisch-sooiologische verkenningen. Hoezeer hij weet, dat van

medisch-psychologische zijde ernstige twijfel bestaat over de betrouwbaarheid van de officiële statistische gegevens over de suicide, toch acht schrijver het nederlandse materiaal een redelijk betrouwbare basis voor een statistisch-sociale benadering van het zelfmoordprobleem.

De studie rust op de telkaarten van dertienduizend gevallen van suicide in ons land uit de jaren 1936-1952. In deze jaren valt een toename van het relatieve aantal gevallen van suicide waar te nemen. Ook al behoort Nederland wat de zelfmoordfrequentie betreft tot de landen met een laag gemiddelde vergeleken met Denemarken, Zwitserland en Frankrijk, het verschijnsel suicide is benauwend en verontrustend genoeg.

Heeft Bonger gelijk, die meende, dat het westen, het meest culturele deel van Nederland, de hoogste zelfmoordcijfers aanwijst? Of Halbwachs, dat suicide te verklaren is uit sociale oorzaken? Sclirijver bestrijdt de sociologische theorie van Durkheim, al heeft hij grote waardering voor het werk van deze socioloog. Anders dan in de meeste landen heeft de zelfmoord in ons land niet een overwegend stedelijk karakter.

De auteur heeft het verband tussen conjunctuur en zelfmoord aan een nader onderzoek onderworpen, waarbij aandacht besteed wordt aan het reeds door Durkheim waargenomen verschijnsel, dat de zelfmoordcijfers een tendentie tot toeneming vertonen in de laatste fase van perioden van economische expansie en derhalve als het ware op de „omslag" vooruitlopen.

In het hoofdstuk over oorlog en zelfmoord komt de vraag aan de orde, waarom oorlogen doorgaans met een dalende beweging van de zelfmoordcijfers gepaard gaan. De hoge zelfmoordcijfers van de jaren 1940 en 1945 herinneren aan wat schrijver noemt de zelfmoordepidemie van die dagen; evenals in 1940 steeg ook in 1945 het absolute aantal zelfmoorden tot boven de duizend, dat is bijna 300 meer dan in andere jaren. Schrijver heeft bewust afgezien van locale of streeksgewijze beschrijving en interpretatie van het zelfmoordfenomeen. Terecht, naar ik meen; het voorhanden statistische materiaal is voor zulk een onderzoek onvoldoende; niet alleen in de zin van te weinig, maar kwalitatief onvoldoende, te weinig gedifferentieerd en daardoor voor gedetailleerd onderzoek onbetrouwbaar.

Het laatste hoofdstuk behandelt de vraag: leeftijd en zelfmoord.

Een studie als deze roept wel heel wat vragen op. Moeten wij ook ten aanzien van de zelfmoord geen onderscheid maken tussen moord en doodslag? Op de telkaart is sprake van psychisch lijden als motief voor de zelfmoord. Kan soms de niet-psychotische zelfmoordenaar in bepaalde gevallen hieronder zijn opgenomen ? Daarbij denk ik ook aan de vragen rondom de godsdienst. Helaas zegt de aanduiding N.H. - om tot onze eigen Kerk ons t« beperken - soms nauwelijks iets over iemands iimerlijk; was deze mens meelevend, hialf-meelevend, nietmeelevend?

In de opmerkingen over de beweegredenen zijn w^j een enkele maal gestuit op het verband tussen overgodsdienstigheid en zelfmoord. Schrijver behandelt de hoge zelfmoordcijfers „in sommige gebieden waar de rechtzinnigheid in een hyper-orthodoxie is omgeslagen". Hierbij citeert hij een opmerking van J. P. Kruijt, dat in de „mysticistische verwringingen" van het geloofsleven de oorzaak moet worden gezocht van wat men het vijfde „zelfmoordgebied" pleegt te noemen. Volgens Meertens vindt deze richting de meeste aanhangers onder sektarische groepen (de gereformeerde gemeenten en de oud-gereformeerden), maar men ontmoet ze ook bij de andere protestantse gezindten (gereformeerden

en hervormden). „Dat de sombere geestesgesteldheid, die door een dergelijk bevindelijk christendom in de hand wordt gewerkt, zielsziekten en zelfmoord bevordert, ligt voor de hand", zegt J. P. Kruijt. Ik geloof, dat deze stelling wetenschappelijk onhoudbaar is. Deze vragen zijn veel ingewikkelder. Eeeds het feit, dat over de jaren 1936-1952 slechts 26 door mannen gepleegde zelfmoorden zijn geregistreerd door , , gereformeerden ", ouder welk hoofd zijn samengevoegd de Geref. Kerken, de Geref. Kerken art. 31, de Christelijke Geref. Kerk en de Geref. Gemeenten, moet ons hier erg voorzichtig maken voor overhaaste conclusies. Schrijver noemt in dit verband twee gevallen van suicide, die niet onwaarschijnlijk met een depressie samenliangen. In zulke gevallen spreek ik liever van een kettingreactie. Wat schrijver overgodsdienstigheid noemt, is in het overgrote deel van de gevallen gevolg van een psychische stoornis, al wordt dit zelden door de omgeving opgemerkt of erkend. De „overgiodsdienstigheid" is consequentie en niet primaire oorzaak.

Deze studie is van grote betekenis voor sociologen, medici en zeker niet het minst voor theologen.

U.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1960

Theologia Reformata | 68 Pagina's

ZELFMOORD

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1960

Theologia Reformata | 68 Pagina's