Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK & MU­ZIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK & MU­ZIEK

4 minuten leestijd

Frits Mehrtens, KERK & MU­ZIEK, no. 18 van de reeks Profctisch theologische handboelcjes onder redactie van M. H. Bolkestein, F. J. Pop en P. J. Roscam Abbing, 150 blz., f 3.90, Boekencentram N.V., 's-Gravenhage, 1960.

De schrijver, cantor en organist te Amsterdam en velen onzer goed bekend uit een door de N.C.R.V. verzorgde radio-serie: „Zondagavondzang", heeft de moed gehad, over het in de titel ge-

noemde onderwerp een niet principieel theologische, doch praktische verhandeling te schrijven zó, dat hij zich op een verantwoord niveau richt tot mensen voor ^vie de muziek niet hun beroep en vaak zelfs niet een hobby is. Want daar is moed voor nodig: te pogen om de aandacht van „predikanten, kerkvoogden en andere ambtsdragers" te vangen en vast te houden voor «en zaak die hen doorgaans alleen ambtshalve en dus hoogstens maar half interesseert.

Schrijver heeft deze opgaaf, daartoe behalve door zijn muzikale vorming naar blijkt ook door zijn belezenheid, algemene ontwikkeling en schrijftrant gekwalificeerd, tot een goed einde gebracht; een respectabele prestatie.

Zijn stijl van schrijven draagt in het tweede deel, dat de praktijk behandelt, m.i. meer daartoe bij dan in het eerste deel. De heer Mehrtens schrijft wat ds. Okke Jager-achtig, wat door velen gewaardeerd wordt maar toch ook viij vermoeiend is en een volgen van de gedachtengang bemoeilijkt. Het is een „existentiële", flitserige manier van schrijven - had de titel bijv. niet voluit Kerk en Muziek mogen luiden? - , wat heel modern mag zijn, maar ook gevaar loopt, gedaohtenpatronen voor te stellen die weinig controleerbare subjectieve projecties zijn van wat de schrijver graag wil, te los van „hoe het werkelijk is". Er wordt meer getracht, te laten mee-voelen dan te overtuigen.

Daarom komen „conclusies" soms wat gekunsteld uit de lucht vallen. Bracht angst voor (het misbruik maken van) muziek Calv^jn ertoe, een scheiding aan te brengen tussen het wereldlijk en het geestelijk lied? (blz. 58) Zonder te beweren, dat Calvijn het laatste woord in dezen gesproken moet hebben, zien we althans in schr.'s opmerkingen hierover geen reden, Calvijn zo vlot opzij te schuiven ten gunste van Luther. Moet een psalmberijming noodzakelijk „geestelgker" zijn en verder van ons af staan dan de onberijmde psalm? Het ongelukkige slotvers van de achtste psalm kan moeilijk zo'n generalisatie rechtvaardigen (blz. 54-55). Moeten we niet bang zijn voor de muziek, omdat die nu „juist die dimensie aanbrengt waar het op aan komt"? (blz. 73) Daar komt een celebrale opvatting van de eredienst aan den dag waar musici uit hoofde van hun liefde tot „het vak" eerder dan anderen toe geneigd zijn, maar waarmee men toch moeilijk vrede kan hebben. Zo ook als schr. pleit voor muziek, en dan bepaald „blijde" muziek, tijdens de viering van het H. Avondmaal (blz. 133 e.v.), want: het accent ligt z.i. zonder dat te veel op het gedenken van de dood des Heren, en dat kan niet, „want we zijn al dood geweest: op Golgotha! " Maar in ons formulier bekennen wij toch met ons komen tot het H. Avondmaal o.a. dat wij midden in de dood liggen?

Schr. geeft evenwel ook vele goede geda.chten: zo het betrekken van de kinderen bij de gewone kerkdiensten, zijn pleidooi voor de psalmen, zijn opmerkingen over het aanschaffen van een nieuw orgel. Bij dit laatste had ik wel een waarschuwing verwacht tegen - of tenminste een signaleren van - eenzijdigheden in de ontwikkeling van de huidige orgelbouw in ons land. Mag ik de ondeugende veronderstelling uiten dat hier wellicht Orgelraad-gevoeligheden moesten worden ontzien?

Aan hen, die bereid zijn dit boek met de vereiste kritische zin te lezen, kan het zeker worden aanbevolen.

Ah.

Sm.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1961

Theologia Reformata | 48 Pagina's

KERK & MU­ZIEK

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1961

Theologia Reformata | 48 Pagina's