DE LEVENDE GOD, MARIA, DE HEILSGESCHIEDENIS, HEMELVAART, JEZUS’ GEBOORTE EN JEUGD
B. M. F. van lersel, DE LEVENDE GOD, 112 blz.; K. H. Sehelkle, MARIA, 96 blz.; F. Stier, 146 blz. J. Heuschen, DE HEILSGESCHIEDENIS, 104 blz., L. Hermans, JEZUS’ GEBOORTE EN JEUGD, 116 blz. per deel geb. f 2.90, (bij intekening f 2.65), J. J. Romen & Zn., Roermond, 1960.
De toenemende vraag naar kennis van
de Bijbel in r.-k. kringen heeft tot het plan geleid van de uitgave dezer serie: De Bijbel over .... De auteurs willen de resultaten van de moderne exegese niet alleen aan geestelijken en wetenschapsmensen, maar ook aan bredere kringen doorgeven. De eerste vijf deeltjes zullen binnenkort door nog vijf andere worden gevolgd; stuk voor stuk zijn zij door vakmensen op populaire wijze geschreven. Twee zijn uit het Duits vertaald, het boekje over Maria en dat over de Heilsgesoliiedeuis.
De Schrift staat hier dus op de voorgrond. In het eerste deel wordt gesproken over de veronderstellingen en de hoofdmomenten van het Israëlietische godsbesef o.a. over de God der natuur, der gescliiedenis, de Enige, do rechtvaardige rechter, de God der verkiezing en der belofte.
Het tweede bedoelt niet een l> eeld te geven van hot leven van Maria, maar veelmeer de nieuwtestamentische uitspraken over Maria bijeen te brengen en te doorgronden. Het spreekt over Maria als moeder en maagd, als teken van Verbond, over Maria's geloof en over Maria, moeder van smarten, over het ontvangen uit de maagd Maria.
Een knap werk is dat over de heilsgeschiedenis, waarin schrijver met Gen. 1 aanvangt on met de opstanding en hemelvaart eindigt. Het is niet gemakkelijk zo duidelijk in kort bestek de heilshistorie te tekenen.
In deel vier wordt het getuigenis van het Nieuwe Testament over de hemelvaart uitvoerig besproken. De hemelvaart is voor alles „exaltatio Christi". De intrede des Heren in Zijn hemelse toestand kunnen wij onmogelijk door het coördinatenstelsel van onze ruimte en onze tijd vastleggen.
In de bespreking van de geschiedenissen uit de eerste hoofdstukken van Mattheus en Lucas trof mij de vergelijking tussen Mattlieus en LUCAS, terwijl ook het gedeelte over de structuur van Lue. 1 en 2 een eigen karakter heeft.
Ook wij, theologen en niet-theologon, kunnen onze winst doen met deze in eik opzicht goed uitgevoerde serie. Duidelijk wordt de almah-profetie van Jes. 7 besproken. Al blijf ik dan nog zitten met do vraag, wat dit woord in die tgd en in die omstandigheden voor koning en volk betekende. Prachtig worden de profeten getekend (deel 3). Zij zijn in de diagnose van hun tijd scherper geweest en zij hebben in hun toekomstprognose verder gezien en altijd en overal de feiten nuchterder beoordeeld dan de feitenracnsen en de mensen van de macht.
Hier en daar moeten wij opvattingen van de schrijver afwijzen: tier stelt mot vele theologen van deze tijd het optreden van Ezra na dat van Neliemia. Ik geloof niet, dat de mens geïncarneerde geest is (dl. 4). Hier hebben wij, wat ook elders (dl. 1) aan de orde komt, „bevruchting van de joods-semietische gedachten wereld door de griekse wijsbegeerte". Ook kunnen wij niet instemmen mot do opvatting van sclirijver als zoude in Ef. 4 : 7 sprake zijn van de nederdaling van Christus in de onderwereld (dl. 4). De Kerk is voor de protestant geen voortzetting en uitbreiding van de incarnatie. Het schriftuurlijk bewijs over Maria als middelares in de zin van de r.-k. theologie is m.i. niet te leveren.
Met grote belangstelling bestudeerde ik deze populaire werken over de Bijbel.
U.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1961
Theologia Reformata | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1961
Theologia Reformata | 48 Pagina's