DE FUNCTIE VAN HET SOLA FIDE
H. Kral, DE FUNCTIE VAN HET SOLA FIDE, in de lutherse belijdenisgeschriften, VIII en 136 blz., f 9.-—, J. J. Bomen en Zonen, Roermond/Maaseik, 1961.
Als we ons niet vergissen, is dit een Nijmeegse dissertatie, waarachter prof. van der Poll dan wel moet staan. De auteur luisterde, op een wijze, die niet zo lang geleden nog ondenkbaar was, naar de lutherse belijdenisgeschriften. Hij vat samen, hoe het belijden aangaande Christus, aangaande Heilige Geest en de Vader zich uitspreekt en besluit dan met een onderzoek naar de positieve en naar de critische functie van het sola fide. Het blijkt daarbij te gaan om de handhaving van het heil, met name in het genadekarakter ervan, alsmede om afwijzing van hetgeen daarmee niet overeenstemmend wordt geacht.
Dr. Kral heeft een sympathiek, zeer bruikbaar boek gegeven, dat ook protestanten in Nederland - die zo sterk op Calvijn georiënteerd zijn, dat Luther c.s. te veel in de schaduw komt te staan - zeer te stade moet komen.
U.
v. d. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1962
Theologia Reformata | 76 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1962
Theologia Reformata | 76 Pagina's