DIE PHARISÄER
Travers Herford, DIE PHARISÄER, 295 S., DM 22.—, Joseph Melzer Verlag, Köln.
Dit boek is uit het Engels in het Duits vertaald door dr. Walter Fisehel. Deze merkt op, dat Herford niet polemisch, missionair of apologetisch te werk gaat, maar zuiver wetenschappelijk. Herford probeert het Jodendom uit eigen bronnen te verklaren en van binnenuit te leren kennen. De Thora en de Halacha leren hem, het misverstand van 2000 jaren op te ruimen, als zou het Farizeïsme de ondergang van de profetische vrijheid en de georganiseerde huichelarij zijn. Herford ziet het Farizeïsme als een regelrechte voortzetting en een voltooiing van liet werk van de profeten.
Herford (+ 1952) was een Unitariër. Hij ziet Jodendom en Christendom als twee delen van een groot geheel, die voor God op een gelijkwaardige wijze deel hebben aan de waarheid. Het is te begrijpen, dat zo het woord van Jezus Christus: „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven", geen gezag heeft. Daarmede is het „zuiver wetenschappelijke standpunt" van de schrijver een fictie, omdat de zuivere theologische wetenschap begint bij Hem, die het eeuwige Woord, de Wijsheid en de Waarheid is. Dan heeft Jezus Zich ook vergist in zijn beoordeling van het Farizeïsme van Zijn dagen.
Daarom is volgens Herbert het N.T. niet de hoofdgetuige in de vraag naar het wezen van het Farizeïsme. De eigen literatuur der rabbijnen is de informatiebron. Niet de christelijke schrijvers zijn de aangewezen mensen, maar de joodse geleerden als Jost, Gratz en vooral Geiger e.a.
Het is een helder geschreven boek, dat ons inlicht over het ontstaan van het Farizeïsme. De Sadduceeën zijn volgens Herbert de letterknechten, omdat zij allen aan de Thora vasthielden, terwijl de Farizeën de Thora levend hielden door de
actuele uitleg (Halaclia en Haggada). De Farizeeën bleven en redden het volk geestelijk ook na de verwoesting van Jeruzalem, terwijl de Sadduceeën met hun werelds-politieke inslag van het toneel verdwenen.
De afzonderlijke betekenis van de woorden en de begrippn Halacha (richtsnoer voor de wandel) en Haggada (onderwijzing) wordt naar alle zijden afgebakend. In dat verband wordt Paulus het verwijt gemaakt, dat hij het Jodendom een onvergeeflijk onrecht heeft aangedaan door de Thorah alleen op te vatten als halaeha.
Verder wordt op vakkundige wijze over de leer van het Farizeïsme gehandeld.
Tegen de uitgangspunten van dit boek hebben wij onoverkomelijke bezwaren. Zij loochenen de Godmens Jezus Christus. Het is te verwachten, dat in het hoofdstuk:
„Het Farizeïsme in het N.T.", gezegd wordt, dat Jezus het Farizeïsme niet van binnenuit kende, enz. De schrijver gelooft, dat het Farizeïsme het Jodendom bewaard heeft voor een toekomstige vereniging met het Christendom.
Wie over de ontwikkeling van het Farizeïsme uit de Joodse bronnen wil ingelicht zijn, kan hier terecht. Als zodanig is het een standaardwerk. Wie over Jezus en het Farizeïsme wil weten, kan altijd nog beter in het N.T. tercht.
H.
B.
ONTVANGEN BOEEEN:
G. Th. Rothuizen, Primiis usus legis, J. H. Kok N.V., Kampen, 1962.
G. W. Locher, Der Eigentwnsbegriff als Problem evangelischer Theologie, 2. Aufl., Zwingli Verlag, Zurich, 1962.
O. Weber, Grundlagen der Dogmatik I, II, Verlag der Buchhandlung des Erziehungsvereins, Neukirchen, 1955, 1962.
W. F. Dankbaar, Onbekrompen en ondubbelzinnig, Boekencentrum, 's-Graveuhage, 1962.
Documenta Beformatoria II, J. H. Kok N.V., Kampen, 1962.
P. Althaus, Dm die Wahrheit des Evangelvums, Calwer Verlag, Stuttgart, 1962.
L. Boliek, The resurrection of the flesh, Uitgave Jacob van Kampen, Amsterdam, 1962.
J. H. Nota, Filosofie der geschiedenis, J. J. Bomen en Zonen, Roermond, 1962.
F. Holtz, Die Christologie der Apokalypse des Johannes, Akademie-Verlag, Berlin, 1962.
A. F. J. Klijn, Wat weten wij van Jezus van Nazareth, Boekencentrum N.V., 's-Gravenhage, 1962.
O. Semmelroth, Over de betekenis der sacramenten, 3. J. Bomen en Zonen, 1962.
Gr. Nolier, Sein und Existcng, Chr. Kaiser Verlag, München, 1962.
Tj. V. d. Walt, Die Koninkrijk van God-nabij, J. H. Kok N.V., Kampen, 1962.
K. B. Westman, H. Sicr.rd, Gesehichte der Christlichen Mission, Chr. Kaiser Verlag, München, 1962.
C. Brütsoh, De goede tijding van het wereldeinde, Boekencentrum N.V., 's-Gravenhage, 1962.
Simone Weil, Wachten op God, Erven J. Bijleveld, Utrecht, 1962.
Etudes Evangéliqu£s, 22e année, num. 2, 3, Ai: : -en-Provence, 1962. Hommage au professeur E. G. Leonard.
Kerk en Theologie, 13e jaargang, no. 3, H. Veenman en Zonen, Wageningen.
Tijdschrift voor Theologie, 2e jaargang, no. 3, Desclée de Brouwer, Brugge-Breda.
ADRESSEN DEB SCRIBENTEN IN DIT NUMMER:
Prof. dr. S. van der Linde, Ramstraat 10, Utrecht;
Prof. dr. J. Severijn, Park Arenberg 91, De Bilt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1962
Theologia Reformata | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1962
Theologia Reformata | 68 Pagina's