GLAUBE UND TAUFE IN DEN BEKENNTNISSCHRIFTEN DEE EVAN­ GELISCH-LUTHERISCHEN KIECHE

Walter Lohrmann, GLAUBE UND TAUFE IN DEN BEKENNTNISSCHRIFTEN DEE EVAN­ GELISCH-LUTHERISCHEN KIECHE, Ein Beitrag zur theologischen Besinmmg über die Tauffrage heute, Arbeiten zur Theologie, Heft 8, 79 S., DM 7.80, Calwer Verlag, Stuttgart, 1962.

Luther als de vader der meeste belijdenisgeschriften krijgt in deze studie verreweg de meeste aandacht. Na hem Melanchton en de vaderen van de Formula Concordiae. Hun doopleer - voor zover m hun belijdenisgeschriften daarvan sprake is - wordt scherp geanalyseerd.

Ze zouden door hun vasthouden aan de kinderdoop en de theologische fundering die ze daaraan gaven in feite van het oerreformatorische sola fide heel wat hebben prijsgegeven; zelfs gevaar hebben gelopen het sola fide te vervangen door

een solo baptismo. De gevolgen waren desastreus, Lolirniann spreekt van een „baptisme" der lutherse kerk waarvan z^j op grond van het N. Testament ten spoedigste verlost moet worden. Hij houdt het met de jonge Luther die een nauwe relatie legde tussen geloof en doop, terwijl de latere - die der eatechismi - met zijn hypothetische fides infautium veel daarvan liet vallen. Hijzelf zou derhalve via Melanehton en de Eormule Concordiae de grondlegger zijn van hot huidige lutherse doop-automatisme, dat niet zo heel ver afstaat van het r.k. ex opere operato. Men gaat er maar van uit dat elk gedoopte een wedergeborene is, en weet hem niet veel meer te zeggen dan dat hij zijn doop „gebruiken" moet, d.w.z. actualiseren wat hom realiter geschonken is.

U ziet, dit is nogal kritisch. Al is Lohrmann's boek een zeer gedegen dogmenhistorische studie, het geeft tevens blijk van een diepe verontrusting over het huidige lutherse kerkelijke leven, waarin de bijbelse oproep tot bekering en geloof te weinig gehoord zou worden.

Of dit mag betekenen dat we de kinderdoop als zodanig hiervoor aansprakelijk kunnen stellen, bleef voor mij de grote vraag.

En wat Luther betreft, men heeft al zo vaak de oude Luther tegenover de jonge, ofwel de ene Luther tegenover de andere gesteld, terwijl dan achteraf bleek dat er toch van een eenheid van conceptie kon worden gesproken. Is dat misschien toch ook bij hem het geval als het gaat over geloof en doop, met name de kinderdoop?

M.

K. Ex.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen