DE SCHEPPING GODS
A. Hulsbosch O.E.S.A., DE SCHEPPING GODS, Schep ping, zonde en verlossing in het evolutionistische wereldbeeld, 211 blz., geb., ƒ 13.-. J. J. Romen en Zonen, Roermond en Maaseik, 1963.
De schrijver is een leerling van Teilhard de Chardin. Hij gaat uit van de wetenschappelijke gegevens over de evolutie en aanvaardt, dat de mens naar z^jn biologische zijde van het dierenrijk stamt.
Deze evolutie betekent een revolutie in het wereldbeeld, die gelijk is aan die van Copernicus en Galileï. Wij gaan van het statische naar het evolutionistische wereldbeeld. Het primitief wereldbeeld, dat in de openbaring is opgenomen, deelt niet in de onfeilbaarheid van de goddelijke openbaring.
De schrijver beschouwt het als ziju opgave om de verkondiging van nu in te passen in dit evolutionistische wereldbeeld. Dit houdt in, dat er vragen ontstaan rondom Adam en Eva en over de erfzonde. De kerk moet de waarheid van het dogma, i.e. van de erfzonde vasthouden, maar de inhoud verpakken in een nieuwe vorm. Daarvan verwacht de schrijver veel, omdat de wisselwerking tussen theologie en natuurwetenschappen dan weer hersteld is.
Het is duidelijk, dat de Urgeschichte en de Endgeschichte de auteur bijzonder interesseren. De bijbel verhaalt ons - zonder het evolutionistisch wereldbeeld te kennen - de twee laatste fasen van de evolutie: van de mens van nu en van de toekomst. De laatste fase van de evolutie wordt ingeluid door Pasen. In Pasen bereikt de schepping van de mens in Christus haar voltooiing.
De aardse mens maakt plaats voor de hemelse mens. De aardse mens wordt bezield door de psyche, de hemelse door de Geest Gods. Dit maakt de schrijver vast aan de natuurlijke en bovennatuurlijke orde.
Dan volgt een poging om de traditionele leer van de erfzonde nieuw te formuleren. De moeilijkheden zijn vele. De polygenese is - volgens de schrijver - minstens waarschijnlijk. Deze polygenese is volgens Pius XII niet ter discussie. De oplossing wordt gezocht in de wording van
wereld en mens in tijdvakken van miljarden jaren. Gen. 1 vv is niet statisch, maar dynamisch. De schepping van de mens (Gen. 2 : 7) moeten wij niet beoordelen naar het begin, maar naar het eind. Dat betekent, dat God wereld en mensen schept in Christus. Deze scheppingsdaad is nog altijd bezig zich te voltrekken. Haar eindpunt is de voltooiing van alles en allen in Christus. Hier zijn wij in het hart van de gedachten van de schrijver: e schepping voltrekt zich langs de weg der kosmische evolutie.
Volgens hem geeft dit een ander gezicht op de paradijsgeschiedenis. Paulus ziet vooruit - de auteur van Gen. 1-4 ziet terug. De theologie van de evolutie, die gratuïtief blijft, sluit zich geheel aan bij Paulus. W\j moeten niet zien naar het ideale begin, maar naar het ideale einde.
Vanzelfsprekend kan dit niet in overeenstemming zijn met de kerkelijke leer. Vandaar, dat het paradijs en de eerste mens vervaagt. De erfzonde is, dat ieder mens, die tot het menselijk geslacht behoort, deze werkelijkheid in zich draagt. De verlossing door Christus wordt voortgaande schepping en verlossing van de zonde genoemd. Erfzonde betekent, dat de mens nog niet af is en verzoening nodig heeft.
Dit wordt naar allerlei zgden uitgewerkt.
De schrijver wil geen enkele moeilijkheid ontlopen. Hij gaat eerlijk en op kundige wijze op de vragen in. Beslissend is m.i. zijn uitgangspunt: de evolutie. Deze ïtaat voor hem vast. Zo vast, dat het historisch karakter van de eerste hoofdstukken van Genesis daarvoor wijken moet.
Hoeveel vragen daarover ook zijn, hij verlaat hier de openbaring en vindt in Genesis geen regressus vanuit de staat der rechtheid, maar een inkleding, die het defect, de van nature gegeven onmacht van de mens, vermeldt.
Dit is een opzienbarende publicatie, die Jiet kerkelijke imprimatur heeft gekregen. Dat heeft menigeen verbaasd. Hier wordt niet alleen het bijbelse wereldbeeld betrekkelijk gemaakt, maar vooral de openbaringsinhoud aangetast. Waar blijft op deze wijze het woord: En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet het was zeer goed?
Toch bevelen wy dit werk gaarne ter bestudering aan. Hier is een man aan het woord, die aan de problemen, die de wetenschap opwerpt, zwoegt. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen wij niet blij z^jn. Maar steken wij er een vinger naar uit f Op zijn minst behoren wij op de hoogte te z^jn met de vragen van nu. Daartoe geeft dit werk een uit-.stekende oriëntatie.
H.
B.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1963
Theologia Reformata | 67 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1963
Theologia Reformata | 67 Pagina's