JOB
S, Terrien, JOB, 280 p.. Editions Delachaux et Niestló, Neuchatel, 1963.
Deze verklaring van het boek is het
eerste deel van de grote Commentaire de l'Ancien Testament, die uit 16 delen zal bestaan, een prachtige pendant van de Commentaire du Nouveau Testament, waaraan de namen verbonden zijn van Bonnard, Cullman, Héring, Masson en v'on Allmen, eveneens een uitgave van Delachaux en Niestlé.
De auteur, die het Oude Testament dcjceert aan do Union Theological Seminary te New York laat een uitvoerige inleiding aan de eigenlijke uitleg voorafgaan. Het boek Job is zonder parallel in de Hebreeuwse literatuur; het moet wel onder wijsheidsliteratuur gerekend xvorden, maar het behoort niet tot é& n bepaald genre. De wijsheid van het Oude Oosten Iieeft ter beschikking van de dichter indien al niet bepaalde modellen, dan minstens historische gewoonten en een literaire vorm gesteld. Het literaire probleem van het boek is één van de moeilijkste van de bijbelse critiek. De schrijver maakt onderscheid tussen verhaal en poëzie, die uit verschillend milieu stammen. Op het verhaal fundeert de dichter zijn werk. De auteur meent, dat men zich de dichter van Job kan voorstellen als een wijze uit Juda afkomstig, die ergens in Voor-Azic leefde in het begin van het exiel; hij zou Jeromia in zijn jeugd hebben gekend. Ten aanzien van de gesprekken van Elihu meent de schrijver, dat men de waarde on de schoonheid van deze niet moet onderschatten. In zijn verklaring spreekt hij %'an een traite de théologie en miniature. De woorden van JHWH vormen de bekroning van hot werk. Het oude verhaal, zonder twijfel edomitisch van origine, heeft de dichter gegrepen; het gedicht is homogeen, al is het niet auss einem Guss. Als dichter was hij do Shakespeare van het Oude Testament, als theoloog staat hij in de lijn van Mozes tot Jesaia. De dichter van Job geeft de poëzie van de zuivere religie.
In deze inleiding treft mij vooral de theologie van het gedicht, waar de schrij ver zich rekenschap geeft o.a. van hot doel van dit boek, dat echt niet aan de rand van de Bijbel staat. - Job leeft in het perspectief van het sola gratia. De schrijver acht het niet juist ervan uit te gaan, dat de ideeën van Job de gehele poëtische dialoog door gelijk blijven. Het motief van de middelaar is verbonden mot dat van de opstanding des vleeses (h. 19 vers 25), al wordt hier een voorbijgaande, geen eeuwige opstanding bedoeld. Maar hier is wel sprake van een voorteken van het joodse geloof in de Goddelijke gemeensihap na de dood.
De epiloog' in proza kan de schrijver niet aanvaarden. Hij ziet hierin een anachronisme. - De mens kan zich niet het recht aanmatigen om God te rechtvaardigen zonder zichzelf te vergoddelijken.
De exegese beperkt zich niet tot het strikt filologische, hoezeer ook de schrijver daarmede in de ontelbare noten bezig is. Daarin wordt op zeer overzichtelijke wijze de verklaring en de vertaling gemotiveerd, waarbij de discussie met de opvatting van anderen een brede plaats inneemt.
Bij de verklaring blijven vele vragen over. Zou het inderdaad in h. 14 de bedoeling van de schrijver zijn om het geloof van de Egyptenaren als een illusie te kenschetsen? Is hier een mogelijkheid om iets aan te nemen van con ontwikkeling bij Job? Of spreekt hij hier, zoals dikwijls in het boek der psalmen gesproken wordt (Ps. 6, 39) f Ik zeg dit te gemakkelijker, omdat de schrijver zegt, dat de poëet gefascineerd is door do gedachte van het eeuwige loven.
De schrijver heeft met dit, niet te uitvoerige, nauwgezette werk, dat van grote eruditie getuigt, een grote dienst godaan, niet alloen aan de Fi-ans sprekende protestanten. Do verschijning van deze commentaar is een evenement, dat van een prachtig initiatief getuigt.
U.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1964
Theologia Reformata | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1964
Theologia Reformata | 68 Pagina's