DE STAATSLEER VAN HOEDE­MAKER

G. J. J. A. Delfgaauw, DE STAATSLEER VAN HOEDE­MAKER, een bedrage tot de ken-1ÜS van de christelyk-historische staatsopvatting, 180 blz., ƒ 7.90, J. H. Kok N.V., Kampen, 1963.

Deze juridische dissertatie, verdedigd aan de V.U., kondigen we mot bijzonder genoegen aan. De auteur vulde een manco, dat velen voelden: een eerlijke, thetisch-kritische weergave van de zoveel kritiek (en bijval!) oproepende gedachten over de christelijke staat, die Hoedemaker voorstond. Een korte biografie wordt gevolgd door een schets van H.'s tijd en z^jn problemen en zijn wetenschappelijk uitgangspunt. De hoofdmoot van het boek is een kritische beschrijving van H.'s staatsleer en de ontvouwing ervan uit H.'s organische staats-en geschiedbeschouwing. Besloten wordt met een korte schets van de invloed ervan.

Daar het boek zo sterk thetisch is, al ontbreekt de kritische instelling niet, zal wel elk het met instemming kunnen lezen en beter dan te voren weten, wat de „onbegrepen denker" toch bedoelde.

Tegen dit woord „denker" moeten we misschien al bezwaar maken, evenzeer togen de uitdrukking „staatsleer", die dr. Delfgaauw gebruikt. H. is een eigensoortig man, meer visionair en intuïtiefaanvoelend dan bepaald denkend en strikt-wetenschappelijk verwerkend. Dat maakt het vaak erg moeilijk om hem precies te vatten en recht te doen. Daardoor hebben zijn gedachten ook zo betrekkelijk weinig invloed gekregen, waarbij intussen de vraag opkomt: waren ze te ondoordacht of waren ze te zwaar geladen, te goed voor deze vlakke wereld? In onze tijd lijkt H. minder actueel dan ooit en lijkt Kuyper veel meer gelijk te krijgen. Toch is het hartverwarmend en beschamend hem aan Lohman te horen vragen: Gelooft gfl dat God van Nederland een christenland kan maken? Begeert gij het ook?

We ziju bijzonder met dit werk ingenomen, omdat het uit „onze eigen" kring komt. Onder ons is altijd met gemak en dédain over H. heengelopen, zonder dat hij fair werd aangehoord of weerlegd. We zien in dit boek een eerherstel. In een kring waar kerkrealisme van een niet rijk gehalte zo gangbaar is, zal een kerkidealist als H. voor velen een verademing zijn. En natuurlijk moet in een kring, waar „Art. 36" zo vaak in de mond is, een man, die het zo concreet maakte, wel aandacht trekken.

Aan de auteur, met grote dank, nog een hartelijke gelukwens voor de door hem zo vruchtbaar behaalde graad!

U.

v.d.L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen