DIE SCHÖPFUNGSGESCHICHTE DER PRIESTERSCHRIFT

W. H. Schmidt, DIE SCHÖPFUNGSGESCHICHTE DER PRIESTERSCHRIFT, 204 S., br. DM 19.50, Neukirchener Verlag des Erziehungsvereins, Neukirchen, 1964.

De spanningen en oneffenheden in Gen. 1, - zo betoogt de schrijver in dit werk over Gen. 1 : 1-2 : 4a - stammen uit de voor-literaire tqd van de tekst. Nadat eerst de buiten-israëlietische parallellen (de kosmogonisch-mythische en de hymnisch-chokmatische traditie) met Gen. 1 worden vergeleken volgt een uitvoerige analyse van de tekst. Hier gaat de schrijver in o.a. op de betekenis van het woord scheppen x ^ n , op de schepping door het woord, op mythe en chaos in Gen. 1. Hier bestrijdt de schrijver de gedachte, dat in duisternis en nacht nog resten van de tijd van de chaos openbaar worden in de kosmos. Woorden als tehom hebben hier geen mythische betekenis meer, maar zijn een deel van het wereldbeeld.

Over het beeld Gods zegt de schrijver, dat wg niet naar het beeld Gods in of aan de mens moeten zoeken, maar dat het beeld Gods met de mens „dar steht". De mens representeert, „bezeugt" God op aarde.

De schrijver vraagt naar het verband van schepping en geschiedenis. De Ps (het priesterlijke geschrift) verstaat de natuur als geschiedenis; hij wil daarom liever van scheppingsgeschiedenis, dan van scheppingsbericht spreken. Ten aanzien van de positie van de mens, zegt de schrijver, dat hij het wezen is „tussen God en wereld"; de mens staat in het centrum van de schepping.

Op de verdere conclusies ten aanzien van de Überlieferungsgeschichte ga ik niet in; de schrijver is zich meer dan eens bewust van het hypothetische van de conclusies, op traditionsgeschiehtlich en formgeschichtlich terrein liggend. Ten aanzien van de rust Gods, waar de mythische aanduiding van de rust Gods over-

genomen zou zijn en veranderd, op de sabbath betrokken, zegt hij, dat deze overwegingen slechts de zekerlieidsgraad van de mogelijkheid voor zich opeisen. Uit wat boven is genoemd, blijkt, dat ook afgedacht van literair-kritische en traditions-geschichtliche conclusies, deze monografie zeer de moeite van bestudering waard is. Het verscheen als band 17 in de serie Wissenschaftliche Monographien zwm Alten und Neuen Testament.

U.

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen