PROPHETIE IN DER KRISIS

H. J. Kraus, PROPHETIE IN DER KRISIS, 128 S., kt. DM 6.80, Neukirchener Verlag des Erziehungsvereins, Neukirchen, 1964.

Deze studiën over teksten uit het boek Jeremia (h. 23, 27, 28) hebben tot thema het conflict tussen profeet en profeet.

De auteur kruist nogal eens de degen met Duhm, verzet zich tegen te schematische onderscheidingen als b.v. bij Volz en Buber, welke laatste over de tegenstanders van Jeremia zegt: Es sind die professionele prophetisierenden Hof-und Volksdiener. Er is slechts één punt, waar-

in het wezenlijke verschil tussen ware en valse profetie uitkomt: De profeet des Heren ontdekt de schuld. — Met deze conclusie ben ik het geheel eens, al heb ik wel eens de indruk, dat de valse profeet toch te hoog gewaardeerd wordt. — In een laatste hoofdstuk toont de schrijver, hoe actueel deze vragen zijn. Hier trof m^j een aanhaling van Hromadka, professor te Praag: Vor einer gottlosen Welt brauchen wir keine Angst zu haben, aber wohl vor einer gottlosen und unglaubigen Kirehe.

Instructieve en stichtelijke Bijbelse studies.

U.

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen