DER MENSCH IM WIDEBSPBUCH,
Emil Brunner, DER MENSCH IM WIDEBSPBUCH, Die Christliche Lehre vom wahren und vom wirMichen Mensehen, vierte, unveranderte Auflage, 539 S., DM 42.50, Zwingli-Verlag, Zurich und Stuttgart, 1965.
Een onveranderde nieuwe druk heeft niet opnieuw recensie nodig. Hier kan met een aankondiging worden volstaan. Het boek was sinds jaren uitverkocht. Brunner zelf schrijft in zijn „Vorwort zur vierten Auflage" dat het, met uitzondering van enige stilistische verbeteringen identiek is met het vorige. „Met het oog op de theologische situatie staat het voor mij vast, dat deze theologische leer van de verantwoordelijkheid des mensen niets van haar actualiteit heeft ingeboet, hoewel het mij ook op fysieke gronden niet mogelijk was, op de nieuwste theologische literatuur in te gaan", zo schrijft hij. Evenals bij Barth laten blikbaar ook redenen van leeftijd en gezondheid zich gelden bij Brunner. Maar spreekt men nu reeds van een „post-Barthiaanse theologie", deze zal noch Barth nóch Brunner kunnen passeren dan tot eigen schade en verarming.
Deze uitgave is voorzien van een „Geleitwort" van de hand van prof. Helmut Thielicke. Op uitnemende wijze geeft deze hierin rekenschap, waarom een herversehijning van dit bekende werk van Brunner niet slechts gerechtvaardigd maar ook noodzakelijk was. „Het kan weer op de eigenlijke problemen leren letten en ons behulpzaam zijn, van het eeuwige geklets over methoden vrij te komen. Want: de sterkste krachten van het denken te concentreren op hermeneutische vragen, is zeker een thematische dwaling van onze huidige theologie en in paedagogisch opzicht (omdat iedere intelligente knaap zonder enige arbeid aan zakelijke problemen terstond mee kan praten!) ronduit vergif" (S. 16). Scherp, maar rtók! Wie het Evangelie wil vertolken voor de mens van deze tijd, zal eerst de „grondtekst" door stugge studie moeten leren verstaan, voordat hy kan oordelen over de methode van vertolking.
Dit boek van Brunner kan hem daarbij helpen. Terecht zegt Thielicke, dat het behalve voor juristen, biologen, medici en filosofen vooral ook voor de prediking dienend werkzaam kan zijn. Brunner wil schrijven voor allen, voor wie de vragen
van het geloof tegelijk problemen van het denken zijn. Daarom heeft hij alle uiteenzettingen voor vak-theologen verwezen naar noten en bijlagen. Deze bijlagen bevatten inderdaad veel „voer voor theologen" met name bijlage I over Het beeld Gods in de leer van Bijbel en Kerk. Wel zal men zich, waar hij met Barth in discussie treedt, moeten realiseren, dat dit boek een onveranderde herdruk is van een in 1937 verschenen werk, zodat hier geen rekening gehouden wordt (kon worden) met wat Barth sindsdien gepubliceerd heeft.
Deze anthropologic van Brunner zet in met de vraag: „Wat is de mens? " De eerste vraag in de Bijbel is een vraag van God aan de mens. Niet: „Wie zijt gij f" Maar: „Wéér zijt gij? " Op de vlucht voor God? In opstand tegen Hem — in Wie alleen wij leven? Of: in Hem, d.i. in Christus? Alleen „in Christus" kunnen wij verstaan, wat of wie de mens is.
Brunner heeft dit gezien. Dat we niet op alles in dit boek ja en amen zeggen, is bijkomstig, vergeleken met de hoofdzaak. Barth strijdt voor de triomf der genade, Brunner waakt over de verantwoordelijkheid van de mens. Geen van beide kunnen wij missen, zonder de Schrift te verminken.
Rd.
H.S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1965
Theologia Reformata | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1965
Theologia Reformata | 68 Pagina's