DIE SACHE MIT GOTT
Heinz Zahrnt, DIE SACHE MIT GOTT, Die protestantische Theolo gie im. êO. Jahrhundert, 512 S., B. Piper & Co. Verlag, Munchen, 1966.
De nieuwe theologen publiceren de ene .itudie na de andere. Maandelijks wordt de boekenmarkt overstroomd door allerlei uitgaven, die een eigentijdse theologie propaganderen. Het is haast niet meer mogelijk bij te blijven. Het wordt een raee om in de stilte van de studeerkamer ook het laatste van het laatste op dit gebied te doorworstelen. Daarbij loopt men grote kans vanwege de vele bomen in het woud van de nieuwere theologie het bos zelf niet meer in het oog te kunnen krijgen. En dit des te meer, omdat van de zijde van de vemieuwings-theologen steeds wordt gezegd, dat zij met hun gedachten zich nog in een ontwikkelingsfase bevinden. Wat heden door hen gepropagandeerd wordt, kan morgen al weer ter zijde zijn geschoven!
Daarom zijn wij bijzonder dankbaar dat Heinz Zahrnt, die sedert 1950 optreedt , als theologisch redacteur van het Sonntagsblatt, een uitstekend gedocumenteerde geschiedenis van het theologisch denken gedurende de afgelopen 50 jaar lieeft geschreven. Hij beperkt zich daarbij tot hetgeen er op protestants erf is gebeurd.
Zahrnt begint bij Karl Barth, met wiens Bömerbrief zich een totale ommekeer in de theologische wijze van denken
heeft voltrokken. Hij grenst het theologiseren van Barth terecht af tegen de liberale theologie, die aan het begin van de 20ste eeuw grote opgang maakte en bij monde van iemand als Adolf von Harnack christelijk geloof en moderne cultuur met elkaar trachtte te verbinden.
Daarna schetst hij de spanningen tussen Brunner en Barth rond de vraag van het aanknopingspunt, die geleid hebbeu tot een scheiding tussen de voormannen van de dialectische theologie.
In een volgend hoofdstuk tekent Zahmt de opvattingen van Brunner, terwijl hij in aansluiting daarop het nieuwe stadium, dat Barths theologie met het verschijnen van de K.D. is ingegaan, in den brede beschrijft. Hij typeert dit nieuwe stadium als „eine uuerhörte, in der Kirchen-und Dogmengeschichte so noch niemals dagewesene christologische Konzentration", waarbij Barth gaandeweg steeds meer gebruik gaat maken van de methode der analogie.
Vervolgens wijst Zahrnt aan, dat met Friedrich Gogarten en Dietrich Bonhoeffer een beweging is opgekomen, die zich tegen Barth richtte en die zich veel meer dan deze is gaan bezig houden met het vraagstuk van de saecularisatie. Op een bijzonder boeiende en knappe manier weet hij ons duidelijk te maken waar het deze denkers om ging. Hij ziet in hen een toenemende belangstelling voor het Diesseits gestalte krijgen, die door Barths concentratie op het Jenseits tekort kwam.
In het zesde hoofdstuk beliandelt Zahrnt de kwestie van de twee-rijkenleer die in Duitsland vooral na 1945 actueel werd. In dit verband geeft hij de Ethilc van Thielicke haar plaats.
Terstond daarna geeft hij een analyse van het optreden van Bultmann en zijn school, die worstelen met het probleem van de verhouding tussen openbaring en geschiedenis. De sympathie die Zahrnt voor Bultmann heeft, steekt hij niet onder stoelen of banken. Al moet meteen er aan worden toegevoegd, dat hij óók kritiek op de Marburger school heeft.
Met Ernst Kasemann's referaat Die Probleme der neutestamentlichen Arbeit in Deutschland, in 1952 gehouden voor een kring van leerlingen van Bultmann, zou volgens Zahrnt een nieuw theologisch tijdperk zijn ingeluid. Dit zou het„nachbultmannsche Zeitalter" genoemd kunnen worden. Behalve bij Kasemann zélf wordt ook stilgestaan bij de beschouwingen van Ernst Fuchs, Gerhard Ebeling en Herbert Braun. Daartegenover stelt de auteur dan de reactie van Pannenberg e.a.
Het negende en tiende hoofdstuk bevat tenslotte een fraaie beschrijving van Paul Tillichs filosofische theologie, die vele jaren in Duitsland uit de mode is geweest, maar waarvoor de laatste t^jd groeiende interesse is ontstaan. Dat Tillieh uit Duitsland moest uitwijken naar Amerika om aan de druk van het nationaal-socialisme te ontkomen, is er debet aan dat hij als het ware pas na de oorlog weer herondekt is. Zahrnt beschouwt Tillich als de denker van „de derde weg", wie het te doen is om de beslissende vraag hoe het geloof werkelijk wordt in het heden èn hoe de boodschap van het geloof de mens van deze tvjd geloofwaardig gezegd kan worden.
Van een gereformeerd theoloog mag worden verwacht, dat hy met beide benen staat in de tegenwoordige wereld, dat hij weet wat er gaande is en dat hij zqn positie bepaalt. Te veel treft men onder ons een alleen bezig-zijn met het verleden aan. Daardoor kunnen wij gemakkelijk in het heden de boot missen. Ter oriëntatie in de hedendaagse problematiek is dan ook een boek als dat van Zahrnt bijzonder aan te bevelen. Het boeit van het begin tot het eind. En het weet rake typeringen te geven.
Het heeft natuurlijk ook zijn tekorten. Sommige theologen wier naam wij op zijn minst zouden hebben verwacht, ontbreken teil enenmale. Ik denk o.m. aan Dorothee
Sölle. Naar een collega mij echter meedeelde, vinden in Duitsland haar ideeën veel minder aftrek dan in Nederland het geval is. Misschien is dat de reden waarom zij niet genoemd wordt?
Voorts is de ondertitel cnigazina misleidend. De auteur blijkt - afgezien van Paul Tillieh - zich te beperken tot het Duitse taalgebied. Naar een behandeling van de Angelsaksische theologie zoekt men b.v. tevergeefs. Niet alleen mist men John A. T. Bobinson, maar ook radicale theologen als Altizer en Hamilton, en alom besproken figuren als Van Buren en Vahauian.
Wij zouden het daarom ten zeerste op prijs stellen, als Heinz Zahrnt in een volgend deel ook dit gedeelte van de protestantse theologie in de 20ste eeuw even grondig onder handen zou willen nemen als het onderhavige.
Mag ik desondanks op deze studie met klem de aandacht vestigen? Zij laat zien dat er in de chaos van het theologiseren méér lijn zit dan wij vaak opmerken!
Het schijnt dat er binnenkort ook een Nederlandse vertaling het licht zal zien!
Obr.
H.A.v.B.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967
Theologia Reformata | 67 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1967
Theologia Reformata | 67 Pagina's