Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nieuwe Verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nieuwe Verbond

7 minuten leestijd

L. Blok.

„ .... Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart inschrijven .." Jeremia 31 : 33.

De Hemelvaartsdag is wel genoemd „het stiefkind" onder de christelijke feestdagen; het wordt met weinig interesse gevierd en het wordt weinig als feest, als hogere fase in de heilsfeiten, verstaan. Dat het valt op een gewone werkdag zal bovendien medewerken aan de geringe aandacht, die de gemeente aan dit feit besteedt.

Maar met Pinksteren staat het wezenlijk niet zoveel beter. Als feestdag op een zondag krijgt het meer aandacht, maar de ongelooflijk rijke betekenis wordt te weinig verstaan. Het werk van de Heilige Geest, met name ook de betekenis van Pinksteren, is heel vaak een stiefkind geweest voor de theologen, voor de predikers en de gemeente.

Eigenlijk is dit een duidelijke demonstratie van onze geestelijke armoede. Pinksteren zet immers voorlopig de kroon op de grote heilsgebeurtenissen; voorlopig, omdat het slotfeest nog komen moet: de wederkomst en de voltooiing van het rijk Gods in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont.

Pinksteren is een onuitsprekelijk rijk gebeuren. Kerstfeest verkondigt ons: God woont bij ons; God woont in Christus in ons sterfelijk vlees, als dienstknecht delend in onze dood, verwervend onze opstanding ten leven. Pinksteren verkondigt ons de heerlijke vrucht van dit alles: God woont door de Heilige Geest in ons midden als gemeente en in onze harten persoonlijk, ons deelgenoten makend van de vrucht van Christus' dood en van de kracht van Zijn opstanding. Want „wij ontvangen deel aan Zijn verdiensten èn aan Zijn leven" (Calvijn). En aan Zijn leven! Christus heeft ons de levendmakende Geest verworven, die in Hem als in het hoofd en in ons als Zijn lidmaten woont.

Door de Heilige Geest woont God in ons. Maar wonen is meer dan binnen vier muren verkeren, wonen houdt ook in alles wat behoort tot de inrichting, de verzorging en de instandhouding van die woning. Zo woont en werkt de Drieënige God ook in ons. Zo is de gemeente een tempel van de Heilige Geest, 1 Corinthe 3:16; Efeze 2 : 21; zo is de gelovige persoonlijk ook een tempel van die Heilige Geest, niet zijn hart alleen, maar zijn lichaam.

1 Corinthe 6 : 19. Zo worden wij deelgenoten van de volle beleving en van alle schatten van het genadeverbond.

In het „oude verbond" lag het „nieuwe verbond" volledig besloten, maar het had nog niet zijn volle kracht, want dit verbond verkreeg eerst zijn volle kracht in de dood van de testamentmaker. Zo tekent Hebreen 9:17 het ons.

Eén der centrale punten in de oud-testamentische bedeling was de Wet, met name de Wet der tien geboden, ingeschreven op twee stenen tafelen. Daarin gaf God aan Zijn oude bondsvolk de eisen des verbonds, de eisen van gehoorzaamheid. Want al was het verbond der genade ook reeds in de oude bedeling als een genadestroom in het midden van het volk, die genadestroom was sterk gehuld in, ingekapseld in wettische vormen. De eis der Wet werd tenvolle gevoeld, de verkondiging der genade was nog gehuld in voorbeelden en offeranden. Daarom zullen nieuw-testamentische gelovigen, door Christus uit het „diensthuis" uitgeleid, ook met volle vrijmoedigheid verklaren, dat het een juk was, dat zij evenmin als de vaderen hebben kunnen dragen. Handelingen 15 : 10. En Paulus zal vanuit de verlossing in Christus niet schromen de oud-testamentische dienst te noemen" een bediening des doods en der verdoemenis", 1 Corinthe 3 : 7-9. In het Evangelie van Christus is ons geschonken „een bediening des Geestes en des levens".

Een bediening des Geestes en des levens! Wij ontvangen niet alleen deel aan de verzoening met God en de vergeving der zonden maar ook aan de levendmaking, de vernieuwing door de Heilige Geest. Hij wederbaart tot gehoorzaamheid, met andere woorden: Hij schrijft Zijn wet in onze harten. De profeet heeft een machtig beeld om dit wonderwerk des Heren te omschrijven, door een vergelijking te maken met de inschrijving der tien geboden op de stenen tafelen, een gebod buiten ons, dat ons tot gehoorzaamheid vermaant en verplicht. Maar daarin waren Gods verbondsbemoeienissen niet uitgeput. De Here had meer om ons te verlossen. Hij zou Zijn wet inschrijven in onze harten en maken, dat wij Hem van harte zouden kennen, dienen en liefhebben. De Verbondsmaker belooft, garandeert de vervulling van de verbondseisen!

Wij mensen van de moderne tijd zouden ook nog een ander beeld kunnen gebruiken. Wij leven in een tijd van kunstnieren, kunstharten enz., al is die fase in de medische wetenschap ook al weer overtroffen door een volgende fase, de hart-of niertransplantatie.

Iemand met een ziek hart kan tijdelijk ingeschakeld worden op een kunsthart, een ingewikkelde machinerie, die tijdelijk de taak van het hart overneemt, maar het doel is, dat het hart die hartswerking weer zal overnemen. Zo moet de wet Gods, eenmaal op stenen tafelen ons gegeven, dat gebod, dat van buitenaf ons beveelt, door het hart overgenomen worden. De wetseis wordt dan tot levende gehoorzaamheid, de liefdeseis wordt dan liefdesdrang.

Bij het begrip Wet dachten de Joden aan de ontelbare - welgeteld 613! - geboden en verboden der Wet; de christen denkt doorgaans aan de tien geboden; Christus en de apostelen wijzen ons dan met name aan het éne grote gebod, de liefde. De eis der Wet is liefde tot God en tot de naaste, Mattheüs 22 : 36-40; hefde is de vervulling der Wet, Romeinen 13 : 10. Wat wil het dus zeggen, dat God Zijn wet inschrijft in ons verstand en in ons hart? Dat wij zo verzekerd worden van Gods liefde in Christus, dat onze harten er voor ingewonnen, er door overwonnen worden. Onze eigen kracht van zelfhandhaving en ongeloof bezwijkt onder die „last". Het wil zeggen, dat God Zijn liefde in ons uitstort door de Heilige Geest, die ons van God gegeven wordt, Romeinen 5:5. Geborgen in Christus, geworteld en vastgemaakt in Zijn liefde, verstaan wij met Johannes, dat Zijn geboden niet zwaar zijn, 1 Johannes 5 : 3. Een lichte last! Een lichte last in Hem, Die ons heeft liefgehad en Zijn Zoon gegeven heeft tot een verzoening voor onze zonden, 1 Johannes 4:10.

Dit nieuwe verbond is dus geen veroordeling van het oude verbond, het is de vervulling, de volmaking van het oude. Het is als de verhouding van bloem en knop. De bloem heeft de knop nodig gehad, maar is de knop eenmaal open gegaan dan overtreft de bloem de knop oneindig ver in schoonheid. Dan is de knop verouderd en nabij de verdwijning. Zo was ook het oude verbond, in inzettingen bestaande, verouderd en nabij de verdwijning, Hebreeën 8 : 13.

Het nieuwe verbond is de vervulling van het oude verbond; het is ook het herstel van de oorspronkelijke verhouding in de „staat der rechtheid". De „ingeschapen wet Gods", wordt weer in onze verstanden en harten ingegraveerd. Zo worden wij in Christus herschapen naar het evenbeeld Gods. Wij ontvangen nu de eerstelingen des Geestes, wij hebben nu slechts een klein beginsel van die volmaakte gehoorzaamheid, maar Hij plant in ons, wat Christus in volmaaktheid had:

„Ik draag uw Heil'ge wet, die Gij de sterv'ling zet in het binnenst ingewand." (Psalm 40 : 4).

Daarin was Christus het volmaakte beeld Gods; de gelovigen worden naar dat beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid als van des Heren Geest, 2 Corinthe 3 : 18.

De „toepassing" des Heiligen Geestes is levendmaking, levendmaking door inplanting in de levende Christus, Efeze 2 : 1-6; Johannes 15 : 1-8; Romeinen 6 : 5.

Die Geest is ook onderpand, dat wil zeggen: ooruitgeschonken deel èn garantie, waarborg van de volle erfenis eenmaal, Efeze 1 : 14.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968

Theologia Reformata | 67 Pagina's

Het nieuwe Verbond

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968

Theologia Reformata | 67 Pagina's