Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIE RHETORISCHE EIGENART DER PAULINISCHEN ANTITHESE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIE RHETORISCHE EIGENART DER PAULINISCHEN ANTITHESE

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Norbert Schneider, DIE RHETORISCHE EIGENART DER PAULINISCHEN ANTITHESE, Her­ meneutische Untersuchungen zur Theologie, Band 11, 148 S., DM 30.-, J. C. B. Mohr (Paul Siebeck), Tubingen, 1970.

De opvallende stijlfiguur van de antithese in de paulinische brieven is al meer-

malen voorwerp van onderzoek geweest (Joh. Weisz, Ed. Norden, R. Bultmann). Het onderzoek ging daarbij doorgaans twee kanten uit: ó£ men besteedde aandacht aan de antithese als stijlfiguur, óf men ging de theologische implicaties na van het gebruik van deze literaire vorm.

Het bezwaar van de auteur van de hier te bespreken Marburger dissertatie is, dat dit onderwerp doorgaans op een verschillend vlak behandeld is. De antithese als stijlfiguur en als uitdrukking van de paulinische theologie bleven twee gescheiden zaken, die afzonderlijk behandeld werden. De theologische vraagstelling werd niet in de methode van een stijlonderzoek geïntegreerd; anders gezegd: de relatie tussen res en verbum werd nergens als een uitdrukkelijk thema aan de orde gesteld.

Aan de hand van stilistische modellen uit de antieke rhetorica, en met gebruikmaking van kenmerkende trekken uit de hebreeuwse syntaxis poogt Schneider allereerst de structuur van de antithese als stijlfiguur te schetsen. De auteur onderscheidt daarbij tussen „Gegensatze" en antithesen. Hij komt tot de conclusie dat er zo goed als geen stilistische kenmerken zijn die men als typisch paulinisch kan aanduiden. Ten aanzien van de antithesen beantwoordt de stijl van de brieven van Paulus aan de stijl die men in Koinèteksten en in oudtestamentisch-joodse teksten vindt.

Dat is echter niet de enige conclusie waartoe de schrijver komt. De tweede helft van zijn boek is gewijd aan de hierboven genoemde integratie van de theologische aspecten in dit stijlonderzoek. De antithese is voor Paulus een figura theologica. „Paulus entspricht mit seinem Antithesen einem theologischen Sachverhalt sprachlich" (S. 67).

De auteur onderzoekt daartoe een reeks teksten uit de brieven om aan te tonen dat de uiteenzettingen van Paulus over geloof en wetswerken, vlees en Geest, in het algemeen de relatie God-mens de antithese niet kunnen missen, omdat het theologisch spreken voortdurend bedreigd wordt door het misverstaan. Door de stijlfiguur van de correctio probeert Paulus hieraan tegemoet te komen.

Voorts dient de antithese tot verduidelijking en precisering van, theologische uitspraken. „Das Problem war, wie von Gott und Mensch zugleich die Rede sein konnte, nachdem zugestanden war, dasz man zwischen beiden zu trennen habe. Von Gott zu reden sub specie hominis und vom Menschen zu reden sub specie dei - diese doppelte Aufgabe macht die Sprachform der Antithese notwendig" (S. 124 f).

Schneiders boek is moeilijk leesbaar. De auteur werkt veel met het begrippenmateriaal uit de rhetorica. Daarnaast acht ik het een bezwaar, dat de theologische uiteenzettingen toch sterk in het formele vlak blijven steken. Of de auteur verder komt in zijn benadering van de antithese als theologisch probleem dan de door hem genoemde auteurs, wagen we te betwijfelen. Het is juist dat de antithese bij Paulus als toegang tot diens theologie kan fungeren. Maar veel verder dan dit formele gezichtspunt komt de auteur m.i. niet. Wat over de inhoud van het Evangelie gezegd wordt is nogal mager.

De auteur betrekt de antithese sterk op het spreken over God als thema van de theologie. Hangt de antithese echter inhoudelijk niet eer en meer samen met de tegenstelling die er in het leven van mens en wereld gekomen is door het heilshistorisch handelen van God in de volheid van de tijd?

Ede

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Theologia Reformata | 364 Pagina's

DIE RHETORISCHE EIGENART DER PAULINISCHEN ANTITHESE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Theologia Reformata | 364 Pagina's