Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BETROUW­BAARHEID VAN DE GE­SCHRIFTEN VAN HET NIEU­WE TESTAMENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BETROUW­BAARHEID VAN DE GE­SCHRIFTEN VAN HET NIEU­WE TESTAMENT

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

F. F. Bruce, DE BETROUW­BAARHEID VAN DE GE­SCHRIFTEN VAN HET NIEU­WE TESTAMENT, 112 blz., ƒ 9.50, Internationale Bijbelbond, Telos Nederland, Haarlem, 1977.

De schrijver erkent, dat historische en taalkundige benaderingswijzen van de Schrift hun beperking hebben, maar — zegt hij: het is van het grootste belang hiermede bezig te zijn, omdat de waarheid van het Christelijke geloof nauw (persoonlijk zou ik schrijven: onlosmakelijk) verbonden is met de historiciteit van het Nieuwe Testament.

De schrijver gaat in op vragen over het ontstaan van de Evangeliën, en over de boeken van het Nieuwe Testament in het algemeen. Over de canon zegt de auteur: de boeken van het Nieuwe Testament kregen hun gezag in de Kerk niet, omdat ze officieel werden opgenomen in een canonieke lijst; integendeel, de Kerk nam ze in haar canon op, omdat zij de goddelijke inspiratie er al in erkende en hun grote waarde en algemeen apostolische gezag, direct of indirect, accepteerde. Bij Lucas en de Handelingen wijst hij o.a. op de nauwgezetheid en de grote zekerheid waarmede Lucas de juiste titels geeft aan personen als keizerlijke gezant e.a. Ten aanzien van de wonderen: De vraag of de wonderverhalen waar zijn vindt zijn antwoord in het persoonlijke geloof in Christus, de kracht Gods. — Ook geeft de schrijver enige archeologische bevestigingen van de betrouwbaarheid van de Schrift en enige oude getuigenissen, van Josephus, Suetonius e.a. Gelukkig wil de schrijver niet te veel bewijzen. Dat is een prae van dit geschrift boven een apologie, die alle problemen oplost of minimaliseert en niet onderstreept dat geloof, dat de Schrift van God is, niet een kwestie is van redenering en uiterlijk bewijs. Ook hier waarschuwt Calvijn: Al ware het, dat iemand het heilige Woord van God van alle lastering der mensen kan bevrijden, dan zal hij nog niet die zekerheid, die de godvruchtigen betaamt in de harten planten (Inst. 1-7, 4, 5).

Aanbevolen lectuur.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1977

Theologia Reformata | 120 Pagina's

DE BETROUW­BAARHEID VAN DE GE­SCHRIFTEN VAN HET NIEU­WE TESTAMENT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1977

Theologia Reformata | 120 Pagina's