HET GEPREDIKTE WOORD
HET GEPREDIKTE WOORD, Preken van Johannes Calvijn, vert. door J. Douma en W. H. van der Vegt, 3 dln, 1250 blz., geb. f 118, 50, uitg. T. Wever, Franeker, 1978.
Uit de honderden door Calvijn nagelaten preken hebben veertig jaar geleden Douma en Van der Vegt een keuze persklaar gemaakt. Van der Vegt schreef voor de uitgave een uitvoerig gedocumenteerde inleiding, waarin hij o.a. ingaat op de militia Christi, de erepositie van de prediking, actuele prediking en de stijl van de prediking. Deel I bevat advent-. Kerst-en lijdensstoffen; deel II bevat preken over Pasen en voor de lijd daarna (vooral uit Hand. 1-2 : 24) en over de wederkomst. Bovendien vindt de lezer hier preken over de decaloog. Deel III bevat preken over de Kerk; de eerste honderd bladzijden vormen een kleine zelfstandige bundel, die bij uitzondering door Calvijn zelf verzorgd is (1552). De nu uitgekomen derde druk is uitgebreid met tien preken die Verbond, Doop en H. Avondmaal behandelen.
Doumergue (1909) onderstreept de betekenis van dit stuk levenswerk van Calvijn, als hij de hervormer noemde de man van het woord, un prestigieux orateur, un prédicateur de génie. 'Calvijn heeft door zijn woord de gereformeerde geest in de I6e eeuw gekneed'. Op vele plaatsen in de Institutie en in de voorlezingen en verklaringen heeft hij gewezen op de betekenis van de prediking: pdat de prediking van het Evangelie voortgang zou hebben heeft God deze schat aan Zijn kerk in depot gegeven ([nst. IV, 1, 1 e.a.). De dienaren des Heren worden door het onderricht (het magisterium, leraarschap) des Geestes onderwezen, opdat zij onversaagd als uit de mond des Heren zouden spreken (ad 1 Kor. 2:11 v). Christus is de auteur hunner prediking (Inst. IV-11, 1).
In al zijn preken stelt Calvijn zijn hoorders voor de majesteit Gods en voor de majesteit van het levende Woord. Ook deze preken laten op vele wijzen zien, hoe Calvijn voor de ere van Zijn Koning opkomt. Hoe stelt hij bij voorbeeld de zonde van de verachting van de Doop aan de kaak. Aan de andere kant kent Calvijn een diepe bewogenheid over liet zwakke en kleine: iemand is er, die zo'n waardigheid meebrengt als vereist wordt . . ., God verdraagt de zwakken (zo in een preek over 1 Kor. 11 : 26v). Dal treft ook bij het lezen van de preken over de Wet, geheel in overeenstemming met wat Calvijn schrijft in de Inst.: Door de Wet is de kennis der zonde, maar niet opdat wij in wanhoop zouden bezwijken' (11-7, 6-8). Ik citeer uit een preek over het vierde gebod: ij behandelt ons niet in gestrengheid en bezwaart ons niet te zeer . . .
Ik meen, dat Calvijn gerekend raag worden onder de wijzen, 'wier uitspraken enerzijds een heilzame stimulans betekenen en die anderzijds de mens de leiding geven, die hij nodig heeft' (zo Pred. 12:11).
Met dankbaarheid kondig ik gaarne deze boeken aan.
H.
Bt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1978
Theologia Reformata | 84 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1978
Theologia Reformata | 84 Pagina's