WEDERKOMST EN WERELDEINDE
H. M. Matter, WEDERKOMST EN WERELDEINDE, De zin van de 'parousia' in het Nieuwe Testament, 160 blz., ƒ 22, 90, Kok, Kampen 1980.
De vragen rondom de toekomstverwachting van de kerk worden nog altijd op een zeer gevarieerde manier beantwoord. Enerzijds een bijna fundamentalistisch aandoende apocalyptiek, anderzijds een op de enkele mens gericht ontmythologiserend spreken, enerzijds een op de maatschappij gerichte theologie van de hoop, anderzijds een individualistische eschatologie. Matter wijst op het dilemma dat door Schweitzer en Bultmann in het leven geroepen is, met daarnaast de heilshistorische theologie van CuUmann. Wat is, zo vraagt hij, de zin van de Nieuwtestamentische boodschap dat Jezus komt, of wederkomt? Hoe kan een niet-historische parousia een einde maken aan de historische wereld?
Ter beantwoording van die vragen gaat Matter in een minutieus onderzoek, dat door de vele verwijzingen naar an dere teksten en de behandeling van exegetische standpunten, niet altijd even gemakkelijk te volgen is, het woordgebruik van parousia na bij Mattheus, Paulus, de katholieke brieven en de Openbaring. Sterke nadruk legt hij op het persoonlijk karakter van de parousie. Als Jezus Christus komt, schrompelen tijd en ruimte weg. Zijn parousie betekent openbaring van het heil, het volledig herstelde mens-zijn in de liefde. Het met-Christus-zijn betekent bestaan zoals Christus bestaat, dat wil zeggen met Hem bezig zijn in zijn de wereld omspannend heilswerk (blz. 81).
Dat de auteur zo sterke nadruk legt op de persoonlijke vereniging met Jezus Christus, is een gegeven dat we dankbaar noteren. Maar er rijzen bij deze eenzijdige visie toch wel vragen.
Hoe zit het met de toekomst van Israel? Doet Matter niet tekort aan Romeinen 11? Hoe zit het met het vraagstuk van de geschiedenis? Rekent de auteur niet te gemakkelijk af met de apocalyptiek? Hoe zit het met de verhouding van protologie en eschatologie?
Niettemin achten we deze studie een belangrijke studie, juist doordat zij op allerlei wijze vragen oproept. Meerdere malen plaatste ik een uitroepteken. Maar zijn terechte waarschuwing tegen de depersonalisering van het heil gaat m.i. gepaard met een miskenning van de tijdruimtelijke aspecten die er toch in het N.T. aanwezig zijn. Om het te illustreren met één voorbeeld: aat het aan om met Minear ten aanzien van Openbaring 21 : 1 alleen maar te spreken van een profetisch diepte-perspectief van de geschiedenis? Is elk cosmologisch en chronologisch denken hier contrabande? Matter heeft me op dat punt toch niet overtuigd.
E.
A. N.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981
Theologia Reformata | 338 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981
Theologia Reformata | 338 Pagina's