Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERZAMEL­DE WERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERZAMEL­DE WERKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. O. Noordmans, VERZAMEL­DE WERKEN, Deel lil. Ont­ moetingen. De actualiteit der historie, 703 blz., ƒ 89, —. Uit-

geversmaatschappij J. H. Kok, Kampen, 1981.

In dit derde deel van de verzamelde werken van Noordmans zijn onder de titel 'Ontmoetingen' en 'De actualiteit der historie' een aantal werken samengebracht die betrekking hebben op Augustinus, op de negentiende eeuw en op de dialectische theologie. Een kort opstel over Reformatie en vrijheid is daartussen gevoegd. Over Augustinus gaan de eerste 255 bladzijden. Het bekende Augustinusboek van Noordmans is in zijn geheel opgenomen. Het verdiende dit ook. Noordmans bedoelde te wijzen op de zending die De staat Gods had te vervullen aan de christelijke wereld. Een vrij korte critiek van P. J. Koets, mede opgenomen in deze bundel, bracht Noordmans ertoe rekenschap af te leggen van zijn bedoeling: de crisis van het Westen te zien in het licht van wat de grootste theoloog van de christelijke kerk had te zeggen. Naast de bijbel kan nauwelijks iets met De staat Gods vergeleken worden. 'De laatste vragen uit de historie liggen binnen de grenzen der theologie' (204).

Het voordeel van deze bundeling is, dat we nu ook de andere opstellen over Augustinus bij de hand hebben, over de Confessiones (Geen enkele student in de theologie zou m.i. de academie mogen verlaten die de Confessiones niet driemaal in het oorspronkelijk gelezen had, 206), en nog twee opstellen over de kerkvader, die het Westen gevormd heeft en die Noordmans' blik op het Westen gescherpt heeft.

Uit de negentiende eeuw zijn het vooral Schleiermacher, Newman, Kohlbrugge en Gunning met de ethische theologie, die aan de orde komen. Het stuk over Kohlbrugge, uit Kerkelijke Klassieken (1949) is een van de beste theologische peilingen van de theologie van Kohlbrugge. Daarin lezen we de treffende opmerking over werkheiligheid: gevoelsheiligheid en leerheiligheid. 'Zo komt het dat, met name in de gereformeerde kerken, de strijd tussen deze beide helften van het geloofsleven niet tot rust komt en er tweeërlei soort nieuwe werkheiligheid ontstaat: de gevoelsheiligheid, die een kenmerk is van de kringen die zich toeleggen op wat zij betitelen met de naam van Nadere Reformatie, en de leerheiligheid, die dikwijls daar gevonden wordt waar men als erfgenamen van de oorspronkelijke Reformatie de orthodoxie voor zich opeist'. Noordmans spreekt van een inwendige splitsing van het geloof in een subjectief en een objectief element, die elk voor zich een eigen wet als regel des geloofs opstellen. Kohlbrugge trad tegen deze meer innerlijke werkheiligheid met grote kracht op.

Noordmans kon zo van binnenuit over Kohlbrugge schrijven, zonder het persoonlijke in de knel te laten komen. Te zeer was hij zich bewust wat de kracht en betekenis is van de persoonlijkheid, de idee die toch ook meer is dan een individuele levensstemming. Ethische theologie bleef voor Noordmans gericht op de herleving en vernieuwing van gereformeerd geestesleven. Ethisch-gereformeerd: hier valt de bekende typering die als een adagium voortleeft. 'De gereformeerden zijn tweelingbroeders van de dopersen' (469). Ethische theologie is volgens Noordmans ook dieper in het gereformeerde leven geworteld dan het neocalvinisme. Het heeft sterker uithoudingsvermogen. Scherp heeft Noordmans dit gezien en tegelijk zijn critische vragen aan de ethische theologie gesteld. Het lijkt me dat deze opstellen zeer modern zijn en als voor de huidige situatie van kerk en theologie geschreven.

Kohlbrugge komt nog eens aan de orde in een referaat over zijn betekenis voor de theologie van onze tijd. Dan zitten we in het derde deel, waarin de dialectische theologie centraal staat.

Vooral Brunner en Barth. Hét probleem voor Noordmans bij Barth is dat van de continuïteit. Hier de sterke uitspraak dat Barth met een Duitse Gründlichkeit de gereformeerde theologie over haar eigen grens heeft gedreven (661). Barth maakt het Woord tot Geest. Maar het Woord maakt binding. 'Er is continuïteit: Vader-Zoon-Geest; geloof-hoopliefde. Zelfs verstand-gevoel-wil. Maar het is nieuwtestamentische continuïteit. En nader de apostolische. Ze is er tussen Schrift en belijdenis. Tussen de eerste preek van Petrus van gisteren en de laatste die zondag gehouden is' (661).

Noordmans, een van de meest oorspronkelijken! Dankbaarheid voor deze derde band.

A.

W.van’tS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Theologia Reformata | 348 Pagina's

VERZAMEL­DE WERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Theologia Reformata | 348 Pagina's