DE LAATSTE DAGEN IN JERUZALEM

D. Plusser (red.), DE LAATSTE DAGEN IN JERUZALEM, 136 blz., geb. / 29, 50, uitg. mij. J. H. Kok, Kampen, 1983.

Vijf geleerden van de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem hielden onder voorzitting van David Plusser (nieuwtestamenticus) een symposium over Jezus' laatste dagen in Jerusalem, zulks ter analysering en toetsing van het nieuwe oudheidkundige materiaal met betrekking tot de heilige plaatsen in en om Jerusalem, over de rol die functionarissen hebben gespeeld, het Sanhedrin, Pilatus, de Farizeeën. In de uiteenzetting wordt de Paasweek op de voet gevolgd. Naast de Evangeliën die kritisch worden beoordeeld, worden als bronnen genoemd Romeinse bronnen (Tacitus), Plavius Josephus o.a. de belangrijke passage uit Joodse Oudheden het Testimonium Plavianum. In een excursie geeft Plusser een uitvoerige uiteenzetting over de betekenis van dit citaat. De originele passage werd door Pines in een oude Arabische vertaling ontdekt. Er zijn verschillen tussen de Griekse tekst en deze Arabische en deze laatste zou de originele zijn, geschreven door een christen of door een christen herschreven. Welke was de verhouding van de Parizeeën tegenover Jezus? In dit gedeelte las ik: om één of andere reden lokte Jezus een botsing uit met de boze priesters van Jerusalem. Op vele details ging men in: Welke poort ging Jezus Jerusalem in? Waar was de markt van handelaars in offerdieren? In een hoofdstuk over de gebeurtenissen van de laatste avond komt een discussie voor tussen Plusser en Lindsey (van de Raad van chr. kerken in Jer.) over de synoptische overlevering en het Joh.evange-

lie: Is het Avondmaal een traditionele sedermaaltijd? Jezus zou Zijn dood niet gezien hebben als een verzoeningsoffer. Er is geen samenkomst van het Sanhedrin geweest, zoals ook Lucas (de meest betrouwbare evangelist, naar Plusser schrijft) geen doodvonnis vermeldt. In verband met het bespotten van Christus als een koning en het opschrift boven het kruis worden voorbeelden gegeven van spotternij over de Messiaanse verwachting der Joden. Over het heilige graf wordt herinnerd aan de opvatting van Kathl. Kenyon, die meende dat het heilige graf ten tijde van de kruisiging buiten de muren lag. Dan zou de graftombe in de Basiliek ook de tombe van Jezus zijn geweest. Ook over het kruis wordt geschreven. In een excursie worden 'Antropologische observaties rond een geval van kruisiging in Jerusalem' gegeven. Een aangrijpend stuk; het toont, dat Cicero niet overdreef als hij van het kruis sprak als de wreedste en afschuwelijkste doodstraf.

In het boek zijn vele sprekende foto's (32 blz, ) met uitgewerkte bijschriften over Jerusalem en de heilige plaatsen opgenomen.

De Duitse vertaling van het oorspronkelijk in het Engels gepubliceerde werk is eerder in de rubriek Recencies besproken (25e jaargang, blz. 319). Naar deze aankondiging verwijs ik gaarne.

H

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen