Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MARTELAREN VAN DE OUDE KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MARTELAREN VAN DE OUDE KERK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. N. Bremmer, J. den Boeft, MARTELAREN VAN DE OUDE KERK, 132 blz., ƒ22, 50, uitg.mij LH. Kok, Kampen 1988

In alle vier evangeliën wordt de Kerk gewaarschuwd voor het lijden dat over haar komen zou vanwege het getuigenis van het Evangelie. Men moet bereid zijn en zich geen zorg maken wat men zou zeggen, want het woord zou hun gegeven worden. De martelaren hebben zich door de woedende aanvallen van de vijanden niet van hun stuk laten brengen. Niet omdat zij zo flink waren, maar omdat hun Koning hen in nood en dood niet heeft verlaten. Daardoor is de gemeente van alle eeuwen vermaand en bemoedigd. Hebr. 13 : 7 vermaant ons: edenkt uwe voorgangers.

In de serie Na de Schriften (na-bijbelse joodse en christelijke geschriften in Ned. vertaling), verscheen een vertaling van een aantal (12) documenten van de christenvervolging tot ca. 300 n. C. De vertaling, inleiding en toelichting zijn van de hand van J. N. Bremmer en J. den Boeft.

Tot de tijd van keizer Constantijn had de kerk te lijden van de vervolging door de overheid. Een volgehouden belijdenis: ik ben een christen, was voldoende grond voor een doodvonnis, voorafgegaan van de meest onmenselijke martelingen. Het christendom werd beschouwd als een 'onaanvaardbaar atheïsme'. Een selectie van een twaalftal documenten waaraan een hoge graad van echtheid wordt toegeschreven is in dit goed verzorgde werk opgenomen.

Het ging de martelaren om een volstrekte gehoorzaamheid aan hun Koning. Het martelaarschap werd niet als beklagenswaard beschouwd; integendeel het betekende een overwinningskrans. Terecht werd het zelf zoeken vaa het martelaarschap afgekeurd.

Uit enige martelaarsgeschiedenissen haal ik onvergeten en onvergetelijke momenten op.

Het verslag van het martelaarschap van Polycarpus is een brief van de gemeente van Smyrna aan de KI. Aziatische zustergemeente te Philomelium. De preciese tekst wordt o.a. verzwaard door een verslag van Eusebius in Historia Ecclesiastica. Polycarpus raakte niet in paniek, ondanks de ergste dreigementen en martelingen. Drie dagen voordat hij gevangen genomen werd kreeg hij een visioen: hij zag zijn hoofdkussen door vuur verteerd. Hij keerde zich om en zeide op profetische wijze tot de mensen die bij hem waren; ik moet levend verbrand worden.

Onvergetelijk is zijn getuigenis: Zes en tachtig jaar dien ik Hem en Hij heeft mij geen enkel onrecht gedaan. Hoe kan ik mijn Koning en Zaligmaker lasteren? Met de broeders van Philadelphia is

Polycarpus als twaalfde in Smyrna de marteldood gestorven.

Justinus Martyr is bekend uit de oudchr. letterkunde o.a. de Dialoog met Trypho en de Apologie; hij werd terechtgesteld met o.a. Charito: Ik ben een christen, dank zij Gods gave.

Een gedetailleerd verslag van de kwellingen en folteringen die de gevangenen ondergingen en van de verschillende vormen van hun terechtstelling wordt gegeven in de brief van de vervolging in Lyon. De burgers en de slaven werden als wilde beesten tegen de christenen opgehitst. De lezer krijgt een beeld van de gruwelijke folteringen die de christenen moesten doorstaan: o.a. Sanctus, Attalus, Pothinus, Blandina. Sommigen werden op een ijzeren stoel geroosterd, anderen voor de wilde dieren geworpen. Aangrijpend is het verslag van het lijden van Perpetua (en Felicitas); zij heeft dit zelf beschreven. Door een visioen verstond zij dat voor haar en haar mede gevangenen geen hoop meer in deze wereld was. Men werd voor de wilde dieren geworpen, voor een luipaard (Saturnus) of zoals Perpetua voor een uiterst gevaarlijke koe (zo Perpetua). Zij kon haar broer en een catechumeen nog toeroepen; 'Blijf standvastig in het geloof, voordat haar evenals de anderen, de keel werd afgesneden, terwijl het volk goedkeurend toekeek.

Verder wordt beschreven van Pionius en zijn metgezellen, van Cyprianus met 'het zwaard gedood (258 - Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk). Het laatste hoofdstuk - 'k maak een grote sprong - tekent het lijden van Chrispina; haar naam komt dikwijls bij Augustinus in zijn preken voor. Het is de laatst gedateerde executie tijdens de vervolgingen in Africa (304). Als het vonnis aan haar wordt voorgelezen, executie met het zwaard; antwoordde zij: Ik dank God die zich verwaardigd heeft mij zo uit uw handen te bevrijden.

De eeuwen door is er een volk geweest, van wie wij mogen geloven dat zij trouw waren tot de dood.

Het is een goede zaak om de herinnering aan de martelaren te verlevendigen.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988

Theologia Reformata | 84 Pagina's

MARTELAREN VAN DE OUDE KERK

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988

Theologia Reformata | 84 Pagina's