Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

zijn in de dag des

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

zijn in de dag des

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

zijn in de dag des oordeels dan de inwoners van Kapemaüm. Verloren gaan onder en ondanks het Evangelie zal erger zijn dan de weg niet geweten te hebben. Dat geldt ook nu.

Zo zien we: Jezus' preek-ervaring was reeds een gedurige smarten-weg. Jezus werd verworpen door 'de wijzen en verstandigen', die geen genade en bekering nodig hadden.

Gods liefde

Hoe kon Jezus, Die toch ook waarachtig mens was, dit alles verdragen? Dat geheim vinden wij verklaard in de kerngedachte van het Evangelie, Johannes 3:16. 'Alzo lief heeft God de wereld - de kosmos', Zijn geschapen wereld - gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.'

Die liefde Gods is de liefde van de Drieënige: iet alleen van de Vader, maar evenzeer de liefde van de Zoon en evenzeer de liefde van de Heilige Geest. Gods mededogen met ons, gevallen mensenkinderen, is zo onpeilbaar diep en groot. Daarom heeft het ongeloof der massa Jezus zo bedroefd. Straks zal Jezus nog wenen over het onbekeerlijke Jeruzalem, Lukas 19:41; zal Hij dan geen smart geleden hebben over deze onbekeerlijke steden? Hij kon zeggen: Ik heb gewild, gij hebt niet gewild'.

Zal Zijn werk dan tevergeefs zijn? Neen, het heilswerk is in goede Handen. Dat geeft Hem troost.

Jezus' blijdschap

Vlak na de droeve 'Wee u's' lezen we: Te dier ure verheugde Jezus Zich in de geest en zeide: k dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en ze de kinderkens geopenbaard. Ja Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U'. Matth. 11:25, 26; Lukas 19:21. Jezus zoekt troost in de 'binnenkamer'; zoekt en vindt troost in het welbehagen des Vaders. Zijn wil te doen is Zijn spijze en Zijn vermaak, dag en nacht.

We kunnen hier ook denken aan de lofzang van Maria, Lukas 1:46 v.v. Toen zij het Kindeke ontving in haar schoot, jubelde zij het uit: Rijken heeft Hij ledig weggezonden, maar hongerigen heeft Hij met goederen vervuld'. Dit is de grondtoon in het Evangelie; dit zal ook ervaren worden in de doorleving van het heil.

Hij troost en hoedt het nederig gemoed, waarin Zijn Geest wil wonen.

Dit houdt in: enade èn oordeel. Jezus zal ervaren worden als een steen des aanstoots en een rots der ergernis, Rom. 9:33, maar ook als een rots des behouds. Een rots der ergernis? Hoe kan dat? Een ieder, die zichzelf leert kennen voor Gods aangezicht, begrijpt die ergernis, want vlees en bloed onderwerpt zich niet aan Gods Wet en Evangelie. Gods genade-kracht moet ons overwinnen! En inwinnen! En dat: an harte!

Voor wijzen verborgen

Laten we de woorden van onze tekst toch vooral nauwkeurig lezen. Bij het Bijbel-lezen lezen we vaak innerlijk over de woorden heen. Dat weet ik uit eigen ervaring.

In de krant lezen we soms dat oudheidkundigen of ook eenvoudige grondwerkers ineens verborgen schatten ontdekken, waar men jaar in, jaar uit overheen heeft gelopen. Zo nu gaat het ons ook bij het bestuderen of lezen van de Bijbel. Lange tijd hebben we er overheen gelezen en ineens 'zien' we, wat er staat. Zo is het mij vergaan met Mattheüs 11:25. Deze woorden waren in mijn geheugen blijven hangen, alsof er stond: het is voor wijzen en verstandigen verborgen', maar het staat er veel scherper: God heeft het voor hen verborgen.'

Deze woorden klinken ons hatelijk in de oren. Ze zijn ook hatelijk voor ons natuurlijk, menselijk gevoel. Ouders doen soms dingen achter slot, dingen waar hun kinderen nog niet aan mogen komen, omdat ze voor hen te gevaarlijk kunnen zijn. Zo verbergt God de verborgenheden van Zijn heilswerk voor de verstandigen. Wijsheid en verstand is op allerlei gebied waardevol en onmisbaar, bij voorbeeld op het gebied van de wetenschappen, de economie, de politiek enz., enz. Maar in de dingen aangaande God, Zijn Wil en Zijn Waarheid, is wat anders nodig. Op dat terrein hebben wij nodig: 'verstand met goddelijk licht bestraald'. Daar moeten wij worden als een kindeke.

Deze van God geschonken ervaring komen wij in de Heilige Schrift herhaaldelijk tegen. Paulus heeft het geleerd. Hij is ook tot de ontdekking gekomen: God zal de wijsheid der wijzen doen vergaan en het verstand der verstandigen zal Hij teniet maken, 1 Corinthe 1:18. Ook elders leert de Schrift ons hetzelfde. Job 36:26: God is groot en wij begrijpen het niet'; Jesaja 40:28 'Weet gij het niet, hebt gij niet gehoord, dat de eeuwige God, de HEERE, de Schepper van de einden der aarde, noch moede noch mat wordt? Er is geen doorgronding van Zijn verstand'. Tegenover God past ons, past ook de theoloog, nederigheid, bescheidenheid. De van God-geleerde Paulus moet het erkennen: Wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele'. 1 Corinthe 13:9. Waar blijven wij dominees en gemeenteleden dan?

Hoogmoed, het beter weten dan God en Zijn Woord, kan leiden tot verblindheid, verharding, verdwazing. Dat leert de Schrift ons duidelijk. Laten we het maar eens opzoeken.

Deuteronomium 29:4. God heeft aan Farao en zijn knechten vele tekenen en grote wonderen gedaan, maar ... Israël heeft het niet ter harte genomen. En wat lezen we dan verder? 'Want God de HEERE heeft ulieden niet gegeven een hart om te verstaan, noch ogen om te zien, noch oren om te horen, tot op deze dag'.

Lees bij voorbeeld ook Jesaja 29:10: Daarom dat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij met hun lippen eren, doch hun hart verre van mij doen..., daarom zie Ik zal voortaan wonderlijk handelen met dit volk..., want de wijsheid zijner wijzen zal vergaan en het verstand zijner verstandigen zal zich verbergen'.

Dus, als men niet echt naar God vraagt en niet naar Zijn stem luistert, laat God een mens aan zijn eigen lot over. (Eigen)wijze hardhorendheid en verzet tegenover Gods geopenbaarde Woord wordt gestraft met geestelijke afstomping en verblinding. Dit kan ook het deel worden van een wijze theoloog, die het met zijn verstand afkan en Woord en Geest teveel veronachtzaamt. De verborgenheid des HEEREN is voor degenen die Hem vrezen. Psalm 25:14. Die Hem vrezen, niet angstig en bekrompen, maar kinderlijk, nederig en gelovig.

Nederigheid, bescheidenheid past ons tegenover het Woord van God en daarbij boven alles het gebed om de verlichting met de Heilige Geest. Door de Heilige Geest wordt het Woord van God tot een pijl, die ons hart treft. Psalm 45:6; wordt het Woord levend en krachtig; het wordt scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, Hebr. 4:12. Zo leren wij buigen. Zo leren wij geloven. Zo wordt ons hart verenigd tot de vreze van Zijn Naam, Psalm 86:11.

Voor ons natuurlijk verstand en ons onherboren hart zijn er in de Schrift vele kleine en grote ergernissen, struikelblokken waaraan we ons stoten en waardoor wij kunnen vallen, ja afvallen van het geloof. In Paulus' dagen bleek het telkens weer, dat het Evangelie van verzoening met God door het kruisoffer van Christus, de Jood een ergernis en de Griek een dwaasheid was, 1 Cor. 1:23. Voor de mens van tegenwoordig, de ontwikkelde, mondig geworden mens, zijn er nog veel meer ergernissen, hinderpalen om tot het geloof te komen. Allereerst: eloven op grond van het geschreven Woord en verder: e leer van de schepping; van de zondeval; van de verdorvenheid van de menselijke natuur; de leer van de uitverkiezing; van eeuwig leven of eeuwig oordeel, enz., enz. God moet in ons leven aan het woord komen; dan laten wij ons gezeggen. Dan wordt het Woord levend en krachtig tot bekering, levensvemieuwing, eenswillendheid met God.

Dan eert het schepsel zijn Schepper. Dan omhelst de zondaar Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker. Dan wordt de Heilige Geest de Geest der Waarheid, Die ons troost en in alle Waarheid leidt. Dan smaken we een voorproef

van de (eeuwige) blijdschap in God. Dan weten we ons kind van een hemelse Vader, mild in het schuldvergeven.

Kinderkens wordt het geopenbaard

'Kinderkens wordt het geopenbaard.' Zij weten het ook niet uit zichzelf en door zichzelf, maar door Goddelijke aanraking, verlichting en openbaring. Zij ontvangen verstand met Goddelijk licht bestraald; het Woord dat zij lezen èn herlezen, het Woord dat zij horen verkondigen spreekt hen aan als nooit tevoren. Soms menen zij dan, dat hun dominee anders preekt dan voorheen, maar het komt omdat hun hart èn verstand - Lukas 24:45 - geopend is. Een hongerige eet niet 'met lange tanden'; hij geniet van de spijs, terwijl hij eet. Zo is het ook met een hongerige ziel. Hij of zij geniet van het Evangelie en aanvaardt en doorleeft de waarheid van de Wet, als oordeler van de gedachten en de overleggingen des harten, Hebr. 4:12.

Maar het is ook waar. God geeft de prediker soms in het hart en in de mond, wat een behoeftige juist nodig heeft. Dan zegt zo'n gemeentelid soms: 'Dominee, het was alsof u in mijn hart keek'. Of een ouderling zegt na de dienst: 'Dominee, het was alsof u gisterenavond bij mij onder tafel gezeten hebt'. Hoe zo? ' Wel gisterenavond kwam bij mij een bekommerd gemeentelid, die het erg moeilijk had en met verschillende vragen zat. En het was vanmorgen, alsof u met hem hebt staan praten en zijn vragen uit het Woord beantwoord hebt'. Dat heeft dan God gedaan. Hij wist wat die man nodig had; ik wist er niets van.'

Zulke ervaringen kunnen een dienaar des Woords er toe dringen om bij de preekvoorbereiding met nadruk te bidden: 'HEERE, U hebt beloofd: Mijn oog zal op u zijn; Ik zal u onderwijzen en u leren van de weg, die gij gaat zult. HEERE, U doet dat door Uw Woord; geef mij dan te prediken, wat ik zeggen moet'. Zo leren wij blijvende afhankelijkheid van onze Opdrachtgever.

Een gelovige blijft kind van God, blijft in alles afhankelijk van de HEERE, van Zijn Woord en Geest, maar hij of zij blijft geen kind in verstand en kennis, maar wordt in het verstand meer volwassen, 1 Cor. 14:20, want hij wast op in de genade en in de kennis van de Heere en Zaligmaker Jezus Christus, 2 Petrus 3:18. Hij ontvangt voortgaand onderwijs in de 'onnaspeurlijke rijkdom van Christus en van de liefde Gods, die de kennis te boven gaat, Efeze 3:8 en 19. Een leerschool, waar je nooit uitgestudeerd raakt!

Kind worden wil dus niet zeggen: dom en achterlijk blijven, maar: klein denken van jezelf en groot denken van de grootheid en majesteit Gods, van de rijkdom der genade in Christus en van de onmisbaarheid van de Heilige Geest. Zo wordt hij blijvend 'een nederig leerling der Schriften' (Herman Witsius).

Wie is dus een ware Godgeleerde, een ware theoloog? Die van God geleerd is;

voor wie het Woord levend en krachtig geworden is, Hebr. 4:12. Zo iemand is naar het woord van Jezus: Een Schriftgeleerde - N.B.: en Sc/in/fgeleerde ! - in het Konninkrijk der hemelen onderwezen, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt', Matth. 13:52.

Dit van God geleerd zijn is voor ons allen nodig: oor professoren, voor predikanten, voor candidaten tot de Heilige Dienst, ja in bepaalde zin voor ieder gelovig gemeentelid. Jezus' woorden, gesproken tot Zijn discipelen, apostelen in opleiding. Markus 10:15, gelden ons allen:

Voorwaar, zeg Ik u, zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt gelijk een kindeke, die zal in hetzelve geenszins ingaan'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's

zijn in de dag des

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's