Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezond geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezond geloof

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarom, weerleg hen kortweg, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof. Titus 1 : 13b

A. Kool

De brieven van Paulus aan Timotheüs en Titus worden wel de pastorale brieven genoemd. Het gaat daarin over het pastoraat, de herderlijke zorg in de gemeente. Het is opvallend dat juist in deze brieven zo vaak het woord 'gezond' gebruikt wordt. Paulus heeft het over de gezonde leer, het gezonde woord of de gezonde woorden (de prediking) en over het gevolg daarvan: ezond zijn in het geloof, in de liefde, in de volharding (Tim. 1 : 10; 6:3; 2 Tim. 1 : 13; 4 : 3; Titus 1:9 en 13; 2 : 1, 2 en 8). Pastorale zorg dient gericht te zijn op een gezond geloofsleven in de gemeente.

Het verband tussen christelijk geloof en gezondheid staat tegenwoordig sterk in de belangstelling. Allereerst in die zin dat telkens weer de vraag gesteld wordt of de vele genezingen in de bijbel en het feit dat in de oudste gemeenten de gave der genezing als een bijzonder charisma van de Geest voorkwam ook ons nu iets te zeggen hebben. Genezingen zijn tekenen, signalen van het komende Koninkrijk van God, die de prediking van het evangelie begeleiden. 'Jezus Christus geneest u, sta op en maak zelf uw bed op' (Hand. 9 : 34), dat kun je toch niet zomaar als tijdgebonden naast je neerleggen?

De laatste tijd komt het verband tussen geloof en gezondheid op een heel andere manier aan de orde, die veel moeilijker, veel pijnlijker is. Tegenwoordig gaat het vaak over geloof en owgezondheid. Is het christelijk geloof, en dan met name het streng-orthodoxe, niet veel meer ziekmakend dan genezend? Er worden ons verhalen verteld en statistieken voorgehouden die er niet om liegen. Talloze mensen zijn zwaar gefrustreerd door een streng gereformeerde opvoeding en prediking. Men werd onmondig gehouden en had alleen maar te gehoorzamen, het leven stond onder de domper van een verlammende zondeprediking en van gevoelens van schuld en onmacht. De leer van een eeuwige uitverkiezing en

verwerping hing als een noodlot boven het leven. Juist teergevoelige mensen, die hun ouders en hun kerkeraad volstrekt serieus namen, hebben daar het meest onder geleden. Velen hebben de kerk en hun godsdienstige opvoeding radicaal vaarwel gezegd en ervaren dat als een bevrijding. Sommigen gaan zover dat zij het christelijk geloof in wezen zeer ongezond achten, gif voor de ziel.

Het zou dwaas zijn als wij zulke negatieve signalen zomaar zouden negeren. Gelukkig wordt er in wat men de gereformeerde gezindte noemt op allerlei manieren op gereageerd, in preken, in boeken, tijdschriften en kerkelijke bladen. Vooral predikanten mogen zich wel ernstig bezinnen op de vraag wat hun woorden aanrichten in de zielen van serieuze mensen. Het zou kunnen zijn dat de bekende uitdrukking die men van veel kansels hoort, namelijk dat het gepredikte woord nooit 'ledig wederkeert' maar altijd wat uitwerkt, ook nog in een heel andere zin waar is dan die predikanten zelf bedoelen. Het woord van mensen kan ook ruïneuze gevolgen hebben! Wie veel spreekt of preekt of schrijft draagt een grote verantwoordelijkheid.

Het lijkt me goed eens na te gaan wat in de pastorale brieven onder gezond geloof verstaan wordt.

Het is duidelijk dat Paulus het hier niet allereerst heeft over gezondmakend geloof, over geloofs-of gebedsgenezing. Neen, hij wil vooral zeggen: et geloof zélf moet gezond zijn. En daarvoor is nodig een gezonde leer en een gezonde prediking. Zij kunnen dus kennelijk ook ongezond zijn. Als men deze brieven doorleest, wordt het wel zo ongeveer duidelijk wat Paulus bedoelt met het tegendeel van de gezonde leer en het gezonde geloof. Het zijn kwalijke invloeden die het leven van de gemeente verzieken. Paulus heeft het over tegenstanders en tegensprekers die zich verzetten tegen de gezonde leer, over mensen die zich bezighouden met fabels (of mythen) en eindeloze geslachtsregisters (1 Tim. 1 : 4; 2 Tim. 4 : 4; Titus 1 : 14). Men was op een zeer speculatieve manier bezig met oudtestamentische geslachtsregisters. Dat gaf onenigheid in de gemeente. Hun leer had ook strenge, joods-wettische trekken: trenge onthouding op het gebied van sexualiteit, eten en drinken, een ascese waartegen Paulus zich verzet (1 Tim. 4 : 1-9; Titus 1 : 14 en 15). Deze leer had, uiteraard, ook invloed op het dagelijkse leven. Leer en leven, belijdenis en wandel gaan nu eenmaal altijd samen, op de een of andere manier.

Nu valt het echter op, vooral in de brief aan Titus, dat de ongezonde levenspraktijk die Paulus hekelt helemaal niet streng en ascetisch is. Het tegendeel lijkt veeleer het geval te zijn. Titus moest zijn pastorale werk doen op het prachtige eiland Kreta. De bevolking van dat eiland stond niet gunstig bekend. Er was zoiets als een overgeërfde volksaard. Men stond bekend als leugenachtig en lui en

genotzuchtig. De onbetrouwbaarheid van de Kretenzen was spreekwoordelijk. Dat had een dichter of wijsgeer die zelf van Kreta kwam, ook al geconstateerd. In het oude Grieks was er zelfs een werkwoord: 'kretizein' en dat betekende: liegen. 'Je kretenst', is dus 'Je liegt'.

In de christelijke gemeente op Kreta was het nu zo dat die oude, leugenachtige volksaard gehandhaafd bleef onder een mom van strenge vroomheid en ascese. Dat kan blijkbaar samengaan. In de bijbel kom je dat wel vaker tegen. Denk slechts aan sommige farizeeën en wetgeleerden en aan wat Jezus tegen hen zegt. Ze zijn zéér streng, maar intussen: witgepleisterde graven, huichelaars.

Paulus wil dat Titus de gemeente, en in het bijzonder de dwaalleraars 'scherp' bestraft (St. Vert.) of 'kortweg' weerlegt (Vert. N.B.G.). In het Grieks wordt een woord gebruikt dat met 'afsnijden' te maken heeft. Titus moet strenge tucht toepassen. Niet om mensen te verderven, maar om ze te behouden. Want daartoe dient de tucht in de gemeente: opdat zij gezond zijn in het geloof.

Onder de gezonde leer verstaat Paulus het evangelie van kruis en opstanding, de rechtvaardiging van de goddeloze (1 Tim. 1 : 15); de goedertierenheid en mensenliefde van God, de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest (Titus 3 : 4-6). En een gezond geloof is een leven uit de volheid van Christus in heiliging van het leven, in de verwachting van zijn toekomst (Titus 2 : 11-14). Gezond geloof betekent ook dat je je niet allerlei geboden van mensen laat opleggen (1 Tim. 4 : 1-5; Titus 1 : 14), maar leeft in de vrijheid van Christus.

Kort samengevat zou je het zo kunnen zeggen: de gezonde leer van het evangelie, die scherp kan zijn en tegelijk zeer barmhartig is, schept een gezond klimaat in de gemeente, is gezond voor de onderlinge verhoudingen en ook voor het persoonlijk geloofsleven. En uiteraard dan ook goed voor de lichamelijke gezondheid, maar dat laatste zegt Paulus in deze brieven niet met zoveel woorden erbij.

Nadenkend over een en ander willen wij nu proberen enkele conclusies te trekken uit het voorafgaande met het oog op de huidige discussie over geloof en (on-)gezondheid.

1. Wij mogen wel eens kritisch nadenken over de vraag wat wij onder 'gezond' verstaan. Men kan zeggen: een mens is en leeft gezond als hij lichamelijk goed functioneert, zich happy voelt, niet gekweld wordt door enig schuldbesef. Maar zo kun je het toch niet stellen! Iemand die zich kiplekker voelt bij een leven zonder God en zijn heilzaam gebod, moeiteloos het gaspedaal heel diep intrapt en geniet van de welvaart zonder zich al te zeer te bekommeren over de nood van miljoenen in deze wereld, kan schijnbaar kerngezond zijn, maar is volgens het criterium van de gezonde leer zéér ongezond. Ook iemand die krampachtig en angstvallig steeds maar bezig is op zijn eigen gezondheid te letten, die gezondheid najaagt als 'de

grootste schat', leeft volgens datzelfde criterium zéér ongezond. 2. Gezondheid is: 'kracht tot menszijn', heeft Karl Barth gezegd, mens in zijn verhouding tot God en tot de medemens. Dat betekent een enorme relativering van de gebruikelijke tegenstelling: gezondheid-ziekte. Ook een ernstig zieke of gehandicapte kan in veel opzichten zeer gezond zijn.

Gezond zijn in het licht van de bijbel is: zijn leven verliezen, zichzelf verloochenen en zo pas volop en zonder kramp echt leven. Gezond zijn is: wel schuldgevoelens hebben en leven van verzoening; een tere ziel hebben, eerlijk en oprecht zijn voor God en elkaar, schuld belijden, de crisis in je leven niet schuwen. Het is zéér ongezond om eelt op je ziel te hebben en een huid als een olifant. Gezond zijn is: bedroefd kunnen zijn, bekommerd zijn, rouwen, wenen. Maar ook: echt blij kunnen zijn, kunnen genieten van het goede dat God ons geeft, gevoel voor humor hebben.

Een prachtig voorbeeld van gezond geloof vindt men in de Psalmen. Klacht en jubel, hoogte en diepte, zonde en genade staan daar vlak bij elkaar, soms in één zelfde Psalm. De dichter maakt van zijn hart geen moordkuil, hij schreeuwt tot God als Hij zo ver weg is. Hij zegt dat hij het soms zo moeilijk heeft met God. 'Denk ik aan God, dan kreun ik' (Ps. 77 : 4). Hij klaagt tot God: aarom, hoelang? Vreemd eigenlijk dat mensen die graag en bij voorkeur Psalmen zingen, soms zo lijdelijk en gelaten kunnen zijn. De Psalmen kennen een enorme spankracht. Er zijn klaagpsalmen en lofliederen, boetepsalmen, maar ook betuigingen van onschuld, liederen waarin de dichter vraagt: oe mij recht, o God.

3. Wanneer tegenwoordig vaak geconstateerd wordt dat geloof depressies in de hand kan werken, dan zullen wij dunkt mij wel mogen beginnen met te vragen: wat bedoelt u eigenlijk? Wat is uw criterium? Geloven in de bijbelse zin doe je niet voor je plezier of voor je gemak. De navolging van Christus betekent wel dat je je heel wat problemen op je hals haalt. Bekering doet wel pijn, wedergeboorte is wel een diepe crisis.

Maar in een gezond geloof is dat niet het enige en niet het laatste. Wanneer gezegd wordt dat door een streng gereformeerde opvoeding sommigen een zware domper op hun leven gekregen hebben, dan zullen wij dat serieus moeten nemen. En dan niet in die zin dat men zegt: dat krijg je bij overdrijvingen, als men al te streng, al te gereformeerd (ultra-gereformeerd), al te godsdienstig is. Want dan zou met enige matiging in prediking en opvoeding de kwaal verholpen zijn.

Neen, de zaak is véél ernstiger, het zit veel dieper. Wanneer het gevolg van de prediking is dat mensen zuchtend door het leven gaan, onmondig, onzelfstandig, wereldvreemd, altijd twijfelend of God hen in genade wil aannemen, dan is er fundamenteel iets mis. Dan is de leer en de prediking niet gezond, maar ziek. En hoe kan er dan sprake zijn van een gezond geloof?

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's

Gezond geloof

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

Theologia Reformata | 374 Pagina's