Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD EN DE ZINLOOSHEID VAN HET KWAAD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD EN DE ZINLOOSHEID VAN HET KWAAD

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

A.H. van Veluw, GOD EN DE ZINLOOSHEID VAN HET KWAAD. Oftewel waarom is er zoveel pijn en lijden in de wereld? Een systematisch theologisch onderzoek over het probleem van het kwaad. Distributie via 'Boekhandel Den Hertog', Molenplein 23, Nijkerk.

Dit geschrift is een uitwerking van de stelling dat het vasthouden aan de zinloosheid van het kwaad het enige zinvolle antwoord is op de theodicee-vraag. Die vraag is het onderwerp van dit boek. Er worden allerlei auteurs besproken die zich over een theodicee hebben uitgesproken: Leibnitz, Kant, Hegel, Schelling; ook auteurs die kritiek hebben op theodicee-ontwerpen: Schopenhauer, Nietzsche, Kierkegaard, Marx en Engels. Dit alles voornamelijk aan de hand van een publikatie van H.G. Janszen (1989). Hierin zit een eenzijdigheid, waaraan de auteur niet te zwaar tilt.

Hij acht een theodicee noodzakelijk wil men als ontwikkeld mens in God (blijven) geloven. In elk geval kunnen we die vraag niet uit de weg gaan.

De criteria voor een theodicee-ondememing zijn volgens de auteur:1. Zij moet aansluiten bij de Bijbel en de traditie. 2. Zij moet consistent zijn. 3. Zij moet existentieel relevant zijn. De schrijver meent een theodicee te kunnen geven door erop te wijzen dat de mens goed geschapen is. Hij heeft zelf het kwaad gekozen. Die keus is onredelijk, absurd en onbegrijpelijk. Dat is het mysterie van de zonde. Juist omdat de schrijver alle kwaad als volstrekt zinloos ziet, kan naar zijn oordeel het bestaan van een volmaakt goede en almachtige God gerechtvaardigd worden. God heeft het kwaad niet geschapen. Hij schept slechts de mogelijkheid van het kwaad als voorwaarde voor liefdesrelaties. De mens kiest voor de actualisering van het kwaad. Het passieve kwaad is daarvan een gevolg. De schrijver spreekt in dit verband van een 'devaluering', een degeneratie-proces van de schepping. Ook het passieve kwaad is volkomen zinloos.

Deze studie getuigt van onderzoek en van het vermogen om streng logisch te denken. Vanuit deze positie brengt de schrijver vaak terecht kritiek uit op wat anderen over een theodicee hebben geschreven. Het betoog is volstrekt abstract. Hoe kan een gelovige, ook als filosoof, dit probleem bespreken en 'oplossen' buiten Jezus Christus om? Ik zie dit bezwaar niet verdwijnen, als aan de christen-theoloog de eis gesteld wordt om de rationaliteit waar te maken door aan te tonen dat het christelijk geloof

in beginsel een contradictie-vrije en coherente formulering toelaat, dat het existentieel relevant is en dat het universeel toepasbaar is.

Het is jammer dat de schrijver nog niet kon ingaan op het standpunt van J. van Genderen in diens Beknopte Gereformeerde Dogmatiek. Of de schrijver tot een andere conclusie zou zijn gekomen, weet ik niet. Wel ben ik ervan overtuigd dat zijn betoog door een discussie met Van Genderen zou zijn verrijkt.

Het is mij niet duidelijk hoe de schrijver stellen kan, dat Calvijn tot een meer universalistische visie zou zijn gekomen, als hij meer tijd gehad zou hebben om zijn theorieƫn te doordenken of als hij in deze tijd zou hebben geleefd. Ten onrechte haalt de schrijver zonder kritiek aan de stelling van Bakker en Breukelman dat Karl Barth pas helemaal heeft uitgesproken wat Calvijn ten diepste bewoog. Het zou interessant zijn geweest als de schrijver-filosoof nog iets meer van zijn dogmatische papieren had laten zien. Hier en daar wordt er iets van getoond, zoals blijkt niet ahijd tot mijn voldoening. Niettemin heb ik voor dit boek waardering. Het is een verkwikking het te lezen, ook al meen ik dat er - dogmatisch - meer gezegd moet worden.

A.

W.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

Theologia Reformata | 347 Pagina's

GOD EN DE ZINLOOSHEID VAN HET KWAAD

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

Theologia Reformata | 347 Pagina's