Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE GEMEENSCHAP DER HEILIGEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEMEENSCHAP DER HEILIGEN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

S. Paas, DE GEMEENSCHAP DER HEILIGEN. Kerk en gezag bij Presbyteriaanse en Separatistische Engelse Puriteinen 1570-1593 (dissertatie Universiteit Apeldoorn), 430 blz., ƒ 62, 50, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer 1996.

Deze in heldere stijl geschreven kerkhistorische studie diende als dissertatie ter verkrijging van de doctorsgraad aan de universiteit van Apeldoorn, waarbij prof. dr. W. van 't Spijker als promotor optrad. Eien gedegen onderzoek aan de hand van tal van bronnen en een respectabele hoeveelheid secundaire literatuur, lagen aan het resultaat ten grondslag. Dat resultaat mag er zijn. Graag willen we hiermee de jonge doctor (en zijn promotor) van harte complimenteren. Het bijzondere van Paas' invalshoek is niet zozeer dat zijn keuze op de Puriteinen viel, maar op een specifieke categorie daarvan, te weten de separatisten, waaronder de hecht met elkaar bevriende Henry Barrowe en John Greenwood een voorname plaats innemen. Beiden zijn om hun staatsgevaarlijk geachte kerkvisie en praktijk in 1587 gevangen gezet en op 6 april 1593 te Londen door ophanging om het leven gebracht! Paas heeft uiteraard beseft dat een analyse en evaluatie van hun geschriften slechts dan zinvol was, indien ze stonden tegen de achtergrond van de kerkelijke context waarop de vrienden reageerden. Vandaar dat de auteur eerst een overzicht en peiling biedt van de vroeg-Anglicaanse ontwikkeling, alvorens tot zijn eigenlijke onderwerp te komen. De kerkelijke situatie in het Engeland van Elizabeth (die gekroond werd in het jaar waarin de definitieve editie van Calvijns Institutie het licht zag:1559) was complex. Paas probeert in deze wirwar helderheid te verschaffen. Enigszins versimpeld komt het hierop neer. In de Engelse staatskerk tekenden zich globaal twee lijnen af: en conformistische en een nonconformistische. Vertegenwoordigers van de eerste lijn stemden met de van hogerhand opgelegde orde in en verdedigen de episcopale kerkstructuur, terwijl de nonconformisten zich daartegen verzetten. Deze laatstgenoemden vertakten zich op hun beurt in anabaptisten enerzijds en (calvinistische) puriteinen anderzijds. De anabaptisten brengt Paas slechts indirect ter sprake, de puriteinen vormen zijn veld van onderzoek, en dan niet zozeer de zogenoemde Pietists daaronder, wier ecclesiologie in de schaduw bleef van de soteriologie, maar de Church Puritans, die zich actief inzetten voor hervorming van kerk en kerkleer. Deze groepering splitste zich opnieuw in tweeën: resbyterianen die bij alle kritiek niettemin binnen de kerk bleven, en separatisten die van de in hun ogen vals geworden kerk afscheid namen. Het zijn de ecclesiologische uitgangspunten en implicaties van het Puritanisme die de auteur als een z.i. onderbelicht aspect van de beweging voor het voetlicht haalt. Verreweg het zwaarste accent valt daarbij zowel kwantitatief als kwalitatief op het standpunt van de separatisten. Wellicht zou de ondertitel van Paas' studie dan ook adequater hebben kunnen luiden: erk en gezag bij de separatistische puriteinen in onderscheid van de presbyteriaanse. De (genoemde) separatisten komen immers breeduit en gedetailleerd aan hun trekken, en wel aan de hand van vier ecclesiologische hoofdpunten: redienst (geen stelsel van liturgische formules, maar de plek waar Christus de Zijnen vergadert door het Woord), lidmaatschap (niet volksbreed, maar 'a fellowship of select, peculiar, seperated persons', die het geloof belijden), bediening (alle leden in zekere zin 'pastor or prophet') en regering (zaak van alle gemeenteleden), terwijl als een uitloper tevens hun visie op de staat afzonderlijke aandacht krijgt.

Van cruciaal belang acht de auteur de tijdgevoelige zienswijze van de separatisten, dat de fase van het corpus christianum voorbij is. Kerklidmaatschap geschiedt niet langer 'geografisch-automatisch' op grond van geboorte in de kerk van Engeland. Het verbond valt niet samen met de natie, maar eist bewuste geloofsbelijdenis en geloofsgehoorzaamheid. De Calvijnse criteria van zuivere Woord-en sacramentsbediening, waarin de presby-

teriaanse Puriteinen de garantie van de ware kerk gelegen zagen, waren in het oog van de separatisten ontoereikend. Het is duidelijk hoezeer de onderscheiden visie op het verbond de kerkelijke praktijk beheerste. Zorgvuldig en naar het mij voorkomt met veel invoelingsvermogen en sympathie schetst Paas de principiële en contextuele bezwaren die de separatisten tegen de Calvijnse in hun ogen gedateerde visie in stelling brachten. Hoe zij zich verweerden tegen het verwijt van anabaptisme blijft weliswaar niet onvermeld, maar had in de evaluatie wellicht wat meer aandacht kunnen krijgen. Dit laatste geldt naar mijn besef vooral ook voor de verhouding van het separatisme en de uitgesproken antiseparatistische stellingname van Calvijn.

Ik zou deze wens niet kenbaar maken als Paas had volstaan met een louter descriptieve studie. Nu hij het zich echter veroorlooft te eindigen met de normatieve ontboezeming, dat de kerk van vandaag er wel bij zou varen, de kerngedachte van de kerkleer van Barrowe en Greenwood ter harte te nemen, meen ik dat mijn vraag geen dissonant is. Bij alle begrip die men kan opbrengen voor de compromitterende situatie die de staatskerkelijke structuur in het zestiende eeuwse Engeland met zich meebracht, blijft toch de vraag klemmen of de separatistische gronden en gevolgen zijn te beschouwen als een legitieme ontwikkeling binnen de gereformeerde ecclesiologie. Waar ik vooral heel benieuwd naar ben, is de spiritualiteit van de separatisten. Gaat hun zware nadruk op de tucht wellicht gepaard met een verwettelijking van het geloofsleven? Paas licht ons hierover niet in. Maar ik verwijt hem dat niet. Er blijft altijd wel wat te wensen. Het zijn echter wensen die opkwamen uit de lectuur van een boeiend en verrijkend boek, dat veel informatie verschaft en bovendien aan het denken zet, niet in het minst met betrekking tot een vraagstuk dat geen vraagstuk zou mogen zijn: de kerk.

D.

A.d.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

Theologia Reformata | 353 Pagina's

DE GEMEENSCHAP DER HEILIGEN.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

Theologia Reformata | 353 Pagina's