Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

Het is een verblijdend - teeken des tijds te achten, dat er meer belangstelling getoond wordt in het werk der Zending.

Om die belangstelling gaande te houden en zoo mogelijk te vermeerderen, willen we gaarne zoo nu en dan eens in „De Waarheidsvriend", ons Geref. Bondsblad, over de Zending schrijven.

De Heere Jezus heeft vóór Zijn heengaan van deze aarde aan Zijn discipelen, en in hen aan gansch Zijn Gemeente van alle tijden, het bevel gegeven: „Gaat heen in de geheele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen."

De discipelen en de eerste Christenen hebben grooten ijver aan den dag gelegd in het volbrengen van dit bevel; en het Evangelie heeft in de eerste 300 jaar na Christus' geboorte-een voorspoedigen loop gehad onder vele volkeren. Trots de haat van satan en de vijandschap van menschen zijn de grenzen van Gods Koninkrijk meer en meer uitgezet.

Maar toen het grootste gedeelte van het Romeinsche rijk bekeerd was — of althans zich schikte naar de vormen van het Christendom, toen was het alsof onder de Christenen gedacht werd: nu is het Koninkrijk van Christus groot genoeg. Althans van zendingswerk  wordt weinig meer gehoord. Maar in de 7de en 8ste eeuw wordt het dan weer anders en ook ons vaderland mag dan door verschillende zendelingen uit andere landen bearbeid worden, "zoodat ook hier de waarheid wordt bekend gemaakt en door velen aangenomen.

Zoo trekt het Christendom door Europa en de andere werelddeelen heen. Zoo worden de grenzen van Christus' rijk wéér meer uitgezet. Maar in de 18e eeuw is het weer stille op zendingsgebied, terwijl er nog millioenen menschen, die een onsterfelijke ziel te verliezen hebben, nooit gehoord hebben van den eenigen Naam, die onder den hemel is gegeven tot zaligheid; en terwijl het bevel van Christus voor Zijn Gemeente nog altijd hetzelfde is: „predikt, predikt in het Noorden en in het Zuiden, in het Oosten en in het Westen, het heerlijk en eeuwig blijvend Evangelie Gods!"

't Was zoo stil. Totdat in het laatst van de 18de eeuw weer zendingsijver ontwaakte, welke ijver in de 19de eeuw is toegenomen en gelukkig nu, in het begin van de 20ste eeuw, niet minder wordt.

Héél het zendingsterrein overzien, gaat niet.

Want immers op de geheele aarde wonen ongeveer 1400 a 1500 millioen menschen en daarvan zijn ongeveer 1000 millioen nog ongedoopt; Jood en heiden en Mohammedaan saam gerekend.

Nu voelt gij wel, dat het een onmogelijke zaak is om te overzien, wat er onder de 7 a 8 millioen Joden, wat er onder de 800 millioen heidenen en wat er onder de 200 mülioen Mohammedanen door de belijders van het Christendom gewerkt wordt. Dat gaat eenvoudig niet.

Bovendien is de arbeid der zending onder Joden, heidenen en Mohammedanen over zooveel Kerken en Vereenigingen verdeeld, dat maar niet met een paar woorden gezegd is, wat die zendingsarbeid van onze dagen omvat.

Alleen in ons kleine landje zijn 11 of 12 zendingsvereenigingen en over de geheele wereld worden zeker wel 80 Vereenigingen of Kerken gevonden, die zendelingen onder de heidenen zenden.

En zien we op het werk dat op den zendingsakker zelf geschiedt, dan kunnen we gerust spreken van 3000 zendelingen, die worden bijgestaan in hun arbeid door 23000 inlandsche helpers; (dat wil zeggen: menschen, die uit de heidenen voor het Evangelie zijn gewonnen en die nu door huisbezoek, onderwijs, prediking of ziekenverpleging medewerken aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk onder hun stam-en landgenooten).

Nog eens, nu voelt gij wel, dat het zoo maar niet gaat om met een paar woorden u de heele Zendingsgeschiedenis te vertellen.

En daarom willen we beginnen met ons eigen Vaderland en eens zien wat Nederland in den loop der tijden aan de Zending gedaan heeft.

Dan zullen we kunnen opmerken, dat er tijden zijn geweest, dat er onder ons volk véél aan het zendingsbevel van Sions Koning gedacht is; maar dat er héél, héél dikwijls weinig of in 't geheel niet aan gedacht is.

En wanneer wij dan nu bedenken, dat ervan de 1400 à 1500 millioen menschen, zoo ongeveer 1000 millioen nog verzonken zijn in ongeloof of bijgeloof, Christus niet kennend als den van God gegeven Zaligmaker (van de 3 menschen zijn er dus nog 2 ongedoopt tegen dat er één gedoopt is!!) wat is er dan groote oorzaak om ons zelf te onderzoeken en. te vragen: wat doen wij, wat doet Nederland, wat doet Europa voor de Zending?

Misschien dat we beschaamd tot den Heere leeren vluchten om te smeeken, dat Hij, die een jaloersch God is en die ons beweldadigt boven bidden en boven denken, ons niét vergelde naar onze zonden — en misschien dat we méér leeren bidden: „Heere .Jezus, Uw Koninkrijk kome!" om ook in den middellijken weg dan onze gaven en krachten te geven, dat het Evangelie toch worde bekend gemaakt aan zoovelen, die nu nog in de duisternis neerzitten.

De Heere heeft toch beloofd door den mond van Jesaja: want het zal geschieden te dien dage, dat de heidenen naar den wortel van Isaï, die staan zal tot eene banier der volken, zullen vragen, en Zijne.ruste zal heerlijk zijn." (11:10).

Humboldtsbaai.

In de laatste bestuursvergadering der Utr. Zend. Ver. is besloten, den arbeid in de Humboldtsbaai aan te vangen.

De overwegingen, die tot het nemen van dit gewichtig besluit leidden, waren:1. dat de gelegenheid om aan te vangen ongezocht werd geboden; 2. dat de mededeeling daarvan in de bladen met groote sympathie door de zendingsvrienden is ontvangen.

De gelegenheid werd ongezocht geboden. Op de laatste Algemeene Vergadering zei de Voorzitter, Prof. Valeton, nog, dat de Humboldtsbaai wel ons ideaal zou blijven, maar dat op dit oogenblik niet aan beginnen kon gedacht worden. De geldmiddelen waren niet toereikend en de Geelvinksbaai eischte alle beschikbare krachten.

Onverwacht komt echter tot zendeling van Hasselt de vraag van Luit. Scheffer, een der leiders van de expeditie daarheen, een goeroe beschikbaar te willen stellen voor eene door hem geopende school. Br. van Hasselt kon en mocht die vraag niet afwijzen; een voor dit doel zeer geschikten goeroe kon hij er juist heenzenden. Het Hoofdbestuur heeft daaraan zijne goedkeuring gehecht. In deze ongezochte aanleiding om aan te vangen, ziet het een vingerwijzing Gods. Meer dan 50 jaren heeft de Humboldtsbaai gewacht; het kan, het mocht niet langer.

Maar de geldmiddelen ? Nauwelijks heeft Prof. Valeton van dezen gang van zaken mededeeling gedaan in de bladen, of er kwamen van alle kanten sympathie-betuigingen en speciale giften voor dit doel. Dat was een tweede vingerwijzing Gods.

Het begin is klein: één goeroe aan het hoofd eener school. Een tweede zal na niet te langen tijd volgen. Wanneer zal de eerste Europeesche zendeling gaan? Wij weten het niet; voorloopig hebben wij er geen. Maar ook in deze behoefte zal God voorzien

In het Koninkrijk Gods is alle begin gering; het Koninkrijk Gods is als een mosterdzaad, maar als het opwast wordt het een boom, alzoo, dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijne takken.

Worde de vervulling van dit woord spoedig in de Humboldtsbaai aanschouwd!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Over de Zending.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's