Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Jong en Oud.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Jong en Oud.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De school van Overdorp.

[Auteursrecht voorbehouden.)

„Mooi idee, " meent de notaris. „Ik teeken dadelijk voor vijfentwintig pop."

„Welja, " gaat hij voort z'n handen wrijvend, „ik geloof, m'neer van Marsen, dat we hier den boel op den duur wel wat opstoffelen zullen. Dat bekrompen bijbelgeloof moet er maar wat uit. Daar kom je tegenwoordig niet meer mee door de wereld."

„Och de Bijbel is goed voor den preekstoel. Maar voor je leven heb je als mensch toch wat anders noodig!"

Ds. Van Sleen stond tusschen twee vuren. Blijven waar hij stond, kon niet. De gloed van weerszijden zengde reeds zijn kleederen; hij moest kiezen welken kant hij uit wou.

Overdórp is in beroering gekomen. Dat heeft „de nieuwe meester" gedaan, 'n kind weet het u te zeggen. Willem van Marsen heeft zich leelijk misrekend; hij heeft van den Overdorper in-doorsnee 'u gansch averechtsche voorstelling gemaakt.

Lankmoedigheid zag hij aan voor suffige berusting; langzaamheid voor vadsige verpaffing. De Overdorper had zoo niets van den grootsteedschen handelsreiziger, wiens woordenmolen ratelen gaat, als ge er maar even tegen tikt; niets van den kofïiehuis-dandy, die de kuif opsteekt en z'n borst welft, als 'n ander even naar z'n glas kijkt. 

De Overdorper was voorzichtig in 't redeneeren, traag in 't overwegen, langzaam in 't besluiten.

En daarom had Willem hem aangezien voor 'n gewillig proefdier, waarop hij gerust de inentingskuur zijner vrijzinnige ideeën kon toepassen. Hij mocht wat grommelen, 'n weinig tegenspartelen, maar ernstig verzet zou de operatie wel niet vinden.

Dat kwam mis uit. De nieuweling kende z'n volk niet. Het proefdier sprong overeind, schudde den kop, liet z'n tanden zien en of Van Marsen dreigde of vleide, 't was al om niet — eenmaal schichtig geworden en mistrouwen gekregen hebbende, hield het zich buiten 't bereik van z'n hand.

Na 't „Nut" was de „Volksbibliotheek" gekomen.

't Idee vond bijval, ook in de orthodoxe kringen. Men was nog zoo gewoon in den „meester" een zijner geestelijke leidslieden te zien, gelijk de vorige ook geweest was, dat velen zich door zijn vurige opwekking, om toch voor ontwikkeling en beschaving te zorgen, ' door 't verbreiden van goede lectuur, lieten belezen.

Van Marsen, op zijn manier, meende het eerlijk.

„Neutraal, " dat begreep hij, kon zulk een bibliotheek slechts zijn, als van het grootste gedeelte der boeken de inhoud werd weggenomen en alleen de banden overbleven.

Maar hij zou geven „elk wat wils." Als in 'n café, waar de drinkebroer konjakjes klokken, en de geheel-onthouder kwast lepperen kan.

Hijzelf, gelijk Penman, zat in 't bestuur. Maar ook de „zwaarste" ouderling, als vele boeren, tuk op 'n post, had er 'n plaats gekregen.

De catalogus toonde gelijke mate van verscheidenheid. Er waren godsdienstige boeken in, maar ook vrij luchtige romans, de „Stichtelijke Uren" van Beets, maar ook de Ideeën van Multatuli.

Nog niet dadelijk had het volk daar erg in. Maar de lont viel in 't kruit, op den avond, toen Jan Rips, de boer, z'n pijp brak, wat hem, den voorzichtige! bij menschenheugenis niet was gebeurd.

Rips had aan de nieuwigheid met die boeken niet willen meedoen. Hij had drie breede planken vol boeken en dat was hem geestesspijze te over. Bovendien kwam er, volgens hem tegenwoordig weinig goeds van de pers.

Zelfs de „bekeeringsgeschiedenissen" deden het bij hem niet meer. Zóo leven ze nog in de zonde en 'n avond of wat daarna zingen ze „Hallelujah!"

Maar Rips' zonen en dochteren hunkerden naar de vleeschpotten der „Bibliotheek" hun vader had toegegeven; ze mochten boeken lezen.

„Als je maar onthoudt: ik zal ze aanschrappen en andere boeken neem je niet: 'k wil weten wat er bij me in huis komt."

Rips, met den catalogus voor zich, had heel de avond zitten „aanschrappen." Hij ging nog prat op z'n belezenheid en maakte zich diets aan de titels wel te kunnen proeven, of inhoud , gezond' was of „rans"; zich bovedien gedragende naar 't latijnsche spreekwoord „In twijfel onthoud u, " moest zijn kennis meende hij, scherp genoeg uitvallen.

En zoo overkwam 't hem, na weinig weken, te gaan bladeren in 'n boek, omwelk zijn oudste dochter gisteravond met geweld wou opblijven: „ïn en buiten 't paradijs, " dat Rips om zijn bijbelsch klinkenden titel had aangeschrapt, maar waar hij nu tamelijk vrije theorieën over het huwelijk en wat zoo meer zij, leest, iets vermomd onder 't boeiend verhaal, maar voor Rips — hoewel ongeoefend in 't romans lezen, - zoo duidelijk, dat hij bij 'n toorn sterk opwekkende passage opsprong dat z'n stoel kraakte en z'n pijp brak.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Voor Jong en Oud.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's