Ned» Herv. Jongelingsbondé

Bond van Ned. Herv. Jongelings-Vereenigingen op Geref. grondslag.

Bij bovengenoemden Bond die den 9en November van het vorig jaar te Utrecht werd opgericht, zijn thans de volgende Jongelingsvereenigingen aangesloten :

Ter Aa, «Onderzoek de Schriften«,, Ds. Kyftenbelt Voorz, , G. Fokker Secr., 16 leden

Wilnis, »De Heere is onze Wetgever«,, Th. P. Leenhouts Vporz., J. v. Harberden Dz. Secr., 18 leden.

Montfoort, «Dient den Heere«, M. H. van Zutphen Voorz., B. A. Blanken Secr., 15 leden.

Sprang, «Timotheüs«,, Adr. Jansen Voorz., B. de Rooy Secr., 15 leden.

Muiden, »Ora et Labora«, G. Blanken Voorz., J. A. Karsemeijer Secr., 17 leden.

Zegveld, «De Heere is ons Heil«,, L. Brak Voorz, , A, van Doorn Secr., 13 leden.

Zeist, »De Heere is mijn Banier», G. van Huis Voorz., A. C. F. van Hunnik Secr., 17 leden.

Delft, «Guido de Bray«, J. Dijkshoorn Voorz., C. Rodenburg Secr., 20 leden.

Monster, sSamuël«, A. van der Kooy Voorz., A. van Eendenburg Secr., 20 leden.

Delfshaven, «Tot onderling nut en genoegen» (Rom. 12:21), W. P. van Gent Voorz., P. A. C. Bliek Secr., 19 leden.

Vinkeveen, «De Heere is onze Banier«, E. J. de Jong 2e Voorz., Jan van Vliet Secr., 28 leden.

Leerbroek, »Obadja«, A. J. Sterk Voorz., W. Hijkop Secr., 36 leden.

Dordrecht, »Immanuël«, W. J. Verweij Voorz., G. C, den Hertog Secr., 20 leden.

Linschoten, »Obadja«, J. Brouwer Tzn. Voorz., G. Eikelenboom Secr., 10 leden.

Huizen, »Samuël«,((, F. Bongers Voorz., E. van der Roest Secr., 45 leden.

Veenendaal, «Pred. 12: 1a«, S. Strijbos Voorz., P. Bos Johz. Secr., 32 leden.

Oud-Beierland, «Maranatha«, J. Noteboom Voorz., C. H. Veldhoen Secr., 22 leden.

Ameide, »Obadja«, L. Blok Voorz, , A. de Boer Secr., 21 leden.

Benschop, «Samuël«, B. J. Benschop Voorz., A. van Vliet Secr., 10 leden.

Waddingsveen, »Pred. 12: 1a«, C. Plomp voorz., P. A. Trommel Jz. Secr., 19 leden.

De Bond bestaat dus uit 20 Vereenigingen die te samen ruim 400 jongelingen vertegenwoordigen.

Voorwaar geen slecht begin!

Toch stellen wij ons voor dat er nog meer jongelingsvereenigingen in ons vaderland zijn, die bij geen der reeds bestaande Bonden zijn aangesloten en die toch wel eens de behoefte aan organisatie gevoelen. En zooals het ook bij de oprichting van onzen Bond werd uitgesproken is het ons met name te doen om juist die vereenigingen tot nauwere aaneensluiting te brengen.

Het behoeft toch wel geen betoog meer hoe noodzakelijk het is dat onze jongelingsvereenigingen niet slechts uitgaan van één vast beginsel, maar ook bij hunne besprekingen en werkzaamheden zooveel mogelijk eenzelfden leiddraad volgen. En nu kan het niet ontkend, dat het daaraan juist in onze Hervormde kringen zoo veelzins ontbreekt. Daar is, evenals op menig ander terrein, ook op het terrein van het vereenigingsleven onzer jongelingen zoo weinig eenheid, zoo weinig band tusschen degenen die, omdat zij éénzelfde levensbeschouwing zijn toegedaan zich toch ook éénzelfde doel hebben voorgesteld. Er zijn geen vaste lijnen waaraan onze jongelingen zich in hun vèreenigingsleven kunnen vasthouden. Vandaar dat ook in dezen ieder doet wat recht is in zijne oogen en dat onze jongelingen zich zoo vaak laten leiden door een geest die aan alle gezond kerkelijk leven is gespeend.

De reeds bestaande Bonden nu bleken onmachtig om voor de jongelingen uit onze kringen in dit gemis te voorzien.

Het Nederlandsch Jongelingsverbond is in zijne beginselen te vaag dan dat de jongelingen van Gereformeerden huize zich daar op den duur kunnen thuis gevoelen; en de Gereformeerde Jongelingsbond bestaat zoo overwegend uit jongelingen die tot de Gereformeerde Kerken behooren, dat iongelingen van Hervormden huize zich daar in den regel wat vreemd gevoelen en meestal dan ook zelfs niet tot aansluiting te bewegen zijn.

Met waardeering dus van het goede dat door beide Bonden ieder op eigen terrein gedaan is en nog gedaan wordt, meenden we, dat de oprichting van een Bond van Hervormde Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden grondslag geenszins iets overbodigs mocht worden geacht.

Integendeel, om «het verstrooide tot een te vergaderen«, meenden we juist dezen weg te moeten inslaan en zoo is het gekomen tot een nieuwe organisatie, tot een nieuwe Bond van Jongelingen die komend uit de Gereformeerde kringen in onze Ned. Herv. Kerk elkander ook in hun vereenigingsleven tot een hand en een voet begeeren te zijn.

Nu heeft deze Bond natuurlijk in de eerste plaats behoefte aan den zegen des Allerhoogsten. Zonder den Heere is er geen enkele arbeid in het koninkrijk Gods, waarvan vrucht wordt gezien.

Maar in den middelijken weg heeft onze Bond ook behoefte aan medewerking en steun van allen die de waarheid belijden en dus ook het goede voor onze jongelingschap zoeken.

Bovenal stellen wij er prijs op dat nog meerdere vereenigingen die op den bodem onzer Gereformeerde belijdenis staan, tot den Bond zullen toetreden. Komt, jongelingen, toont eens dat gij het uwe er toe wilt bijdragen, dat het pas gestoken stekje straks een breedgetakte boom zal zijn. Werkt eens mede, dat de Hervormde Jongelingsbond spoedig in plaats van 20, 200 vereenigingen zal tellen, en weldra een organisatie, niet van 400, maar van 4000 jongelingen zal zijn.

De statuten, die reeds vastgesteld en die in hoofdzaak reeds in een der voiige nummers van dit blad afgedrukt zijn, worden op aanvraag aan den Voorzitter, Ds. van Grieken te Delft of den Secretaris, Ds. Jongebreur te Veenendaal gaarne gratis ter kennismaking toegezonden.

Correspondentie Jongelingsbond.

De Vereeniging »de Heere is onze Banier« te Vinkeveen mocht op Donderdag 16 Maart haaf eerste jaarvergadering houden.

Voor die gelegenheid was overgekomen haar Oud-Voorzitter en Eerelid Ds. Remme van Rijssen die een openingswoord sprak naar aanleiding van Prediker 12: 1a: «Gedenk aan uwen Schepper in, de dagen uwer jongelingschaps.«

Daarna werden door den Secretaris, Penningmeester en Bibliothecaris hunne jaarverslagen uitgebracht en werden door eenige leden opstellen en gedichten voorgedragen. Ook hadden de vereeniging van Wilnis, Ter Aa en Naarden, benevens de Geref. Jongelingsvereeniging «Samuël« te Vinkeveen afgevaardigden gezonden die allen hunne gelukwenschen ten beste gaven.

Het was dan ook reeds laat toen de geanimeerde vergadering met het zingen van Psalm 72:11 en dankzegging door Ds. Remne gesloten werd.

De gehouden collecte bracht de niet onbelangrijke som op van f 22, 71 1/3.

Vinkeveen, Maart 1911.

De Secretaris, J. VAN VLIET DZ

Dinsdagavond 14 Maart, 's avonds 7 uur, trad voor de C. J. V. »Maranatha« te Oud-Beierland op. Ds. van Grieken van Delft, met het onderwerp »Simson, als Nazireër.«

Z. Eerw. opende de vergadering door te laten zingen Psalm 95:5 en ging daarna voor in het gebed.

Spreker sprak naar aanleiding van Richteren 16 : 20b, »Simson, de Filistijnen komen over u.«

Deze rede van Spr. werd met groote aandacht aangehoord.

Wij meenen ook hier de tolk te zijn, om Ds. van Grieken dank te zeggen voor zijne schoone rede, dien hij ons heeft ten beste gegeven.

C. H. VELDHOEN.

Secretaris der C. J.V.»Maranatha.«, te Oud-Beierland.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen