Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zuurdeesem, welken eene vrouw nam en verborg in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was. Mattheüs 13 : 33b.

Ëen zuurdeesem.

Een der gelijkenissen, waaronder de Heiland de werking van Zijn Woord, de vestiging van Zijn' Koninkrijk hier op aarde heeft voorgesteld, is de gelijkenis van het zuurdeeg. Inderdaad een treffend beeld van de wijze waarop de Heere het Godsrijk hier plant.

De hoofdgedachte, waar het in deze gelijkenis om gaat, is natuurlijk deze, dat het Koninkrijk Gods, dat oogenschijnlijk zoo klein en zoo gering-is, toch een machtig beginsel is, dat alles waaraan het ten grondslag ligt, ten eenenmale doortrekt.

Een zuurdeeg immers is klein, en vooral in vergelijking met het meel dat het moet doortrekken, hebt ge maar weinig zuurdeeg noodig. „Een weinig zuurdeesem verzuurt het geheele deeg", zegt Paulus in Galaten 5. Welnu, zoo is het ook met het Koninkrijk der hemelen, dat door de komst van den Heere' Jezus hier op aarde gevestigd is. Hoe klein en gering is het werk des Heeren in den aanvang niet altoos geweest. Vooral uit Israels geschiedenis kunnen daarvan de duidelijkste bewijzen bijgebracht worden.

Wat was b.v. Abraham niet klein, toen de Heere hem uit Ur der Chaldeën riep om naar Kanaan te gaan! Wie had gedacht dat deze kinderlooze man eenmaal de vader van vele volken zou worden, dat zijn zaad zou wezen als de sterren des hemels in menigte en als het zand aan den oever der zee?

Wat was Mozes niet klein toen' hij zich bevond in 'het biezen kistje aan den oever van den Nijl! Wie had gedacht dat dit hulpeloos wicht straks zou worden de redder zijns volks, de Middelaar des Ouden Verbonds ?

Wat was David niet klein toen hij de schapen van zijn vader nog weidde in de velden van Bethlehem! Wie had gedacht dat die eenvoudige herdersknaap straks zulk een roemrijke koning zou zijn?

Wat was Christus niet klein toen Hij daar lag in de kribbe, toen Hij optrad onder het volk en zelfs toen Hij hing aan het kruis! Wie had gedacht ..dat-dat kleine kind, - die, gehate Nazarener, die gevloekte kruiseling de Overwinnaar der wereld zou zijn?

Wat waren de apostelen niet klein toen zij temidden der groote scharen uitgingen om predikers te zijn van den eenigen Naam! Wie had gedacht dat zij door hun prediking het middel zouden zijn dat de Kerk des Heeren gesticht en het Koninkrijk Gods aan alle plaatsen verbreid zou worden?

Telkens dus weer dat kleine zuurdeeg, dat weinig en gering is in vergelijking met het meel dat het doortrekt, maar waardoor toch dat meel straks geheel gezuurd is geworden. Ja, hoe gering dat zuurdeeg op zichzelf ook is, de gevolgen zijn toch dat het meel, - waarmee het in aanraking komt, gaat rijzen, uitdijen en zwellen en dat uw brood, dat van het doorzuurde meel gebakken wordt, straks smakelijk is.

Welnu, ook dit kan op het Koninkrijk der hemelen worden overgebracht. Immers waar het Woord des Heeren komt, daar brengt het, evenals het zuurdeeg in het meel, roering, beweging en gisting teweeg.

O, zoolang het Woord Gods ons niet heeft aangeroerd, zoolang is het met ons net als met het meel waar geen zuurdeeg in is; zoolang is er vrede, zoolang is er rust. Ziet het maar aan zoovelen, die daar rustig voortleven op de eeuwigheid aan. Waarom zijn zij zoo gerust? Waarom is het hun leuze: „Vrede, vrede en geen gevaar"? Het is omdat zij niet met het zuurdeeg van Gods getuigenis in aanraking kwamen.

Eerst als de zuurdeesem van Gods Woord in het hart van den mensch is uitgestort, dan komt er gisting, dan wordt er onrust geboren, dan ontstaat daar van binnen een strijd.

En gelijk het nu inwendig is in het hart van den zondaar, zoo is het ook uitwendig, zoo is het overal waar de zuurdeesem van Gods Koninkrijk werkt. Of is het niet zoo, wordt het Woord des Heeren aan de eene zijde niet gehaat, gewraakt en tegengestaan, terwijl het daarentegen aan de andere zijde wordt geliefd, beleden en gezocht?

Blijkt het overal waar het Woord werkt niet waar te wezen wat Christus eenmaal gezegd heeft: „Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard; Ik ben gekomen öm de menschen tweedrachtig te maken tegen elkander, den zoon tegen den vader, de dochter tegen de moeder, de schoondochter tegen hare schoonmoeder"? .

Maar juist door de gisting wordt het brood smakelijk; en zoo ook worden Gods kinderen juist door den strijd, door de moeite en door de worstelingen, die zij hier vaak doorstaan moeten, toebereid om een gedurig spijsoffer voor het aangezicht des Heeren te zijn.

Het Koninkrijk Gods, d. w. z. de werking van Gods Woord vergelijkt de Heere dus met een zuurdeesem; maar die zuurdeesem moet volgens onze gelijkenis gedaan worden in drie maten meel.

Met dat meel wordt natuurlijk bedoeld alles waarmee het Woord des Heeren in aanraking komt.

Over de beteekenis waarom er juist drie maten meels genoemd worden, loopen de meeningen uiteen. We willen daarnaar niet gissen en zouden ons nog het liefst willen vereenigen met het gevoelen van hen, die meenen dat het getal drie hier een volheid wil aangeven; dat er dus niets is dat buiten de aanraking van het Woord des Heeren blijven mag.

In de eerste plaats moet het Koninkrijk Gods gevestigd worden in het hart van den mensch. Vandaar dat dan ook de mensch .persoonlijk door de werking van Gods Heiligen Geest van dien zuurdeesem geheel doortrokken moet  worden. Immers zijn verstand moet verlicht, zijn wil moet geheiligd en zijn genegenheden moeten vernieuwd.

Maar niet alleen de mensch persoonlijk. Immers ieder kind Gods is maar een deel van het geheel, - is slechts één lid van die velen die met elkaar de Kerk des Heeren zijn. En zoo. moet dus ook gansch de Kerk des Heeren doortrokken worden van den zuurdeesem waarmee de Heere hier Zijn Rijk vergelijkt.

En van uit die Kerk moet dan weer een kracht, een invloed ten goede uitgaan op de wereld in welks midden zij immers is als een licht op den kandelaar, een stad op een berg, die niet verborgen kan zijn.

De gelijkenis van het zuurdeeg is dan ook ten eenenmale in tegenspraak met de meening derzulken die het Koninkrijk Gods alleen beperken willen tot het terrein van het hart, die dat Koninkrijk beschouwen als een zaak van de binnenkamer, die eigenlijk te hoog staat om voor het leven dezer aarde nog waarde te hebben of van beteekenis te zijn.

Door deze gelijkenis heeft de Heere ons juist willen leeren dat het geestelijk leven van groote waarde en van rijke beteekenis is voor het leven dat de Heere ons hier op aarde te leven gegeven heeft. Wanneer we dan ook de geschiedenis nagaan dan zien we dat overal waar het Christendom kwam de zegenrijke werking van het Godsrijk openbaar is geworden.

Overal waar het kruis van Christus onder de volken werd geplant, daar heeft het niet nagelaten zijn invloed uit te oefenen zoowel op het gebied van het huiselijk als van het maatschappelijk leven, zoowel op het gebied van de wetenschap als op dat van de kunst, zoowel op het terrein der algemeene als op dat der bijzondere genade.

Het Koninkrijk Gods een zuurdeesem! Geen enkel terrein van ons menschelijk leven mag dus aan de werking van het Woord des Heeren onttrokken. In al het meel moet de zuurdeesem verborgen worden. En het moet geschieden in den middellijken weg. We lezen immers ook in de gelijkenis dat het verbergen van den zuurdeesem in de drie maten meel geschiedde door een vrouw.

Dat was natuurlijk in de eerste plaats hierom, omdat het bakken in de oudheid, vooral in het Oosten, in den regel het werk der vrouwen was.

Maar waarschijnlijk hebben sommige uitleggers niet verkeerd gezien wanneer zij in deze vrouw meenden 'te moeten opmerken een beeld van de Kerk. Immers de Kerk is hier op aarde de draagster van Gods Woord. Althans dat behoort ze te zijn. Aan haar heeft Christus, toen Hij van deze aarde heenging. Zijn Woord toevertrouwd.

De vrouw nam den zuurdeesem. Zoo heeft ook de Kerk den zuurdeesem des Woords als 't ware genomen uit de hand van Hem, die hem haar gaf en vandaar dat nu ook de Kerk des Heeren de roeping heeft om, hetzij dan meer rechtstreeks of zijdelings dien zuurdeesem in de drie maten meel te verbergen.

Meer dan den zuurdeesem in het meel verbergen kan de vrouw niet doen. Wanneer zij dat gedaan had moest zij het overlaten aan de krachten die God in het rijk der natuur werken doet.

En zoo is het nu ook geestelijk. Meer dan het zuurdeeg door het meel mengen, meer dan het Woord des Heeren op ieder terrein des levens verkondigen, kan de Kerk des Heeren hier op aarde niet doen. Verder hangt het van den Heere af of Hij door de onzichtbare werking Zijns Heiligen Geestes het zuurdeeg zoo doet gisten dat het waarlijk tot zegen strekt.

Maar die roeping heeft de Heere dan ook door deze gelijkenis aan Zijn volk hier op aarde willen bekend maken. Hij heeft haar willen leeren dat het gansche leven van den Christen van den zuurdeesem van het Koninkrijk der hemelen doortrokken moet zijn.

O, dat de Kerk des Heeren de rijke strekking van deze gelijkenis mocht verstaan.

Dan zou haar Christendom nooit gelijk zijn aan een oliedrop, die op de wateren des levens drijft, zonder zich met die wateren te vermengen. Integendeel, dan zou zij op elk terrein des levens haar roeping zien, die zij nooit straffeloos verwaarloozen kan. En als zij zich dan zelve onbekwaam vindt om die roeping te vervullen, dan zou zij haar toevlucht zoeken bij Hem, Wiens kracht in zwakheid wordt volbracht. En in Zijn kracht zou zij haar gansche leven wijden aan Hem die het waardig is om van al wat leeft en adem heeft geloofd, geliefd en geprezen te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1911

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's