Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De „Gereformeerden" en de „Confessioneelen."

In »De Gereformeerde Kerk«, het orgaan der Confessionele Vereeniging, vinden wij het verslag van een lezing, door ds. C. A. Lingbeek te Spijk, gehouden over de vraag: Waarom staan wij (de Confessioneelen) tegenover «den Gereformeerden Bond.» 0f, zooals het eenigszins verzacht werd geformuleerd: Waarom gaan wij niet mee met den «Gereformeerden Bond.« Spreker wil, door 't ontstaan van de Confessioneele beweging en ook van den sGereformeerden Bond« te schetsen, het onderscheid tusschen die beide doen zien. .

»Na een veldslag is 't leger gedund en vaak verspreid. Eerste zorg is dan wat verstrooid is bijeen te brengen en verzamelen te blazen.

De doleantie had in de Hervormde Kerk de gelederen gedund, maar het vaandel, de Belijdenis, was behouden en het was rondom dat vaandel, dat nu wijlen dr. Hoedemaker, dr. v. Ronkel, prof. Klein en ds. Felix de overgeblevenen verzamelden en in de Confessioneele Vereeniging bijeenbrachten, terwijl het weekblad  De Gereformeerde Kerk« ontstond om rekenschap van gevoelens en voorlichting te geven. Wel erkende men 't verval van de Kerk der Vaderen, maar men liet ze niet los, doch zocht haar herstel in den door Schrift en Belijdenis aangewezen weg der tucht. Men had door ervaring geleerd, waartoe partij vorming in de Kerk leidt. Tegenover het streven om de «getrouwen* als de Kerk aan te merken en de overigen als »Jan' Rap en zijn maats aan hun lot over te laten, werd de leus gesteld «Heel de Kerk en heel het volk«. Waar de uitleiding der "getrouwen" de Kerk prijs gaf, daar bleef men hiertegenover de Kerk als een planting Gods getrouw, wijl hare Belijdenis ongerept bleef en zij door God geregeerd werd.

Men was niet blind voor de gebreken der Kerk, maar wees aan de hand van Schrift en Belijdenis aan, dat afdwaling geen recht geeft tot scheiding, maar wel roept om tucht en waar deze afstuit op de organisatie, daar werd de eisch van reorganisatie naar voren gebracht en blijft deze nog steeds aan de orde.

Ondertusschen bleek al spoedig, dat er onder de Broeders tweeërlei strooming was. Daar waren er, die eigenlijk wilden voortzetten wat dr. Kuyper voor 86 gedaan had: een gereformeerde partij vormen, waartegen vooral dr. Hoedemaker zich schrap zette. Al was dr. Kuyper uit de Kerk, men was hem niet kwijt. Terwijl dr. Hoedemaker meende dat Doleantie en anti-revolutionaire politiek beide hun ontstaan dankten aan afwijking van de Gereformeerde beginelen, meenden anderen dat men Kerkelijk van dr. Kuyper gescheiden, toch in de politiek met hem mee kon gaan. Deze tweedracht had eindelijk ten evolge dat tegenover de Confessioneele Vereeniging ontstond: De Gereformeerde Bond tot handhaving er waarheid die in De Waarheidsvriend haar oraan vond en evenals de Confessioneele Vereeniging fondsen bijeenbrengt ter bevordering van haar doel.

Vergelijkt men de statuten van de beide vereenigingen, dan blijkt daaruit niet zoo groot verschil, ja zou men bij oppervlakkige lezing veeleer den indruk krijgen van eenheid in doel en streven, maar wie geen vreemdeling is in ons Kerkelijk Jeruzalem en tusschen de regels weet te lezen, die merkt toch wel dat er tegenstellingen zijn.

»De Gereformeerde Bond beweegt zich op Labadistische lijn, en waar onze Belijdenisschriften naast de leer der verkiezing die van het genadeverbond stellen, daar wordt van de zijde van den Ger. Bond vaak eenzijdig nadruk gelegd op de leer der verkiezing en verwerping en de indruk gewekt, dat de 5 artikelen tegen de Remonstranten heel de Belijdenis zijn.

Van een milde aanbieding van het Evangelie aan allen is bij hen geen sprake; zij hebben alleen een Evangelie voor hen die reeds eenige teekenen van uitverkiezing bezitten of beweren te bezitten. Een gevolg van een en ander is ook geringschatting der Sacramenten van Doop en Avondmaal, en leêge of zoo goed als leêge Avondmaalstafels schijnen in die kringen als een teeken van vroomheid beschouwd te worden.

«Hierbij komt nog, dat men in de kringen van den Bond over 't algemeen veel op heeft met de Kerkbeschouwing van dr. Kuyper, die de kerk als een kerkenbond beschouwt en de volkskerk als een dwaling onzer Vaderen veroordeelt. Uit een boekje van een der woordvoerders van den Bond en uit tal van uitlatingen zijner voormannen blijkt dit duidelijk. Dit huldigen van het kerkbegrip der gescheidenen, terwijl men in de Volkskerk blijft, veroorzaakt, dat zij in de practijk in lijnrechten strijd met de gescheidenen handelen, gelijk vooral uitkomt in de waardeering van Doop en Avondmaal. Hun positie dwingt hen met de eene hand af te breken wat zij met de andere opbouwen. Zij prediken in de Kerk, maar richten hun prediking feitelijk slechts tot hun kringetje; zij doopen, wat in het doophuis komt, maar erkennen de gedoopten niet als erfgenamen des Verbon ds: zij nemen aan tot lidmaat, maar achten het geheel niet noodzakelijk, ja zelfs niet wenschelijk, dat de lidmaten ook ten Avondmaal komen.

Resumeerende komt spreker tot de volgende tegenstelling: De Confessioneelen erkennen de Herv. Kerk met al hare gebreken voor de Kerk des Heeren, en hebben dus voor Prediking, Doop en Avondmaal een grondslag in het Verbond.

»De lieden van den Geref. Bond missen dien grondslag en daardoor moet hun werk aansturen op een nieuwe afscheiding, zooals reeds duidelijk wordt uit het streven van sommigen hunner naar boedelscheiding. Dat velen dit pad misschien onbewust opgaan moge waar zijn — zeker is, dat ze in dat geval komen, waar ze niet begeeren te zijn, wat trouwens ook anderen overkomen is.«

Al eerder hadden we dit verslag willen opnemen, maar plaatsgebrek verhinderde het ons telkens te doen.

Natuurlijk dat we het onze in deze zaak ook gaarne in ons Orgaan willen bespreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's