Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want Ik de Heere worde niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs' niet verteerd.

Oudejaarsavond.

We reizen voort, wij allen, snel, zeer snel. Nu herdenken wij alweer den sterfdag van het oude jaar. Op de snelle vleugelen des tijds vloog het heen met zijn kommer en verdriet. Als een schaduw ging het voorbij, vervullend het profetische woord: „wij brengen onze jaren door als een gedachte."

Meer dan ooit voelen én beseffen wij dat op den Oudejaarsavond. Ons leven is een 'gestadig gaan en 'komen, wisselen, worden en veranderen. Het „niets bestendigs hier beneen" is het bijna onvergankelijk refrein van het vergankelijke. Niets blijft hier. Het wordt alles afgesneden.

Deze gedachte is het, die ons bovenal aangrijpt, op den laatsten avond des jaars. En dat stemt ons zoo weemoedig en somber. Toch schuilt in het bedenken hiervan nog genade Gods. Meer dan ooit komt dan des Heeren roepstem tot ons. „Bereid uw huis, want gij zult sterven." Wie overigens koud bleef onder de vermaningen Gods, wordt nog wel eens geroerd door den ernst van den Oudejaarsavond. Natuurlijk dat is niet genoeg. Maar daar schuilt toch genade des Heeren in, dat wij allen dan denken aan ons einde. Dat is zoo noodig voor ons, voor ons, die daar meenen naar onze „binnenste gedachte", „dat onze huizen zullen zijn tot in eeuwigheid, onze woningen van geslacht tot geslacht." Op den Oudejaarsavond wordt die waan althans geschokt, want we zien het voor oogen dan, dat over heel ons leven hangt de schaduw van den dood. Niet waar, wij toeven in dezen oogenblik zoo gaarne met onze gedachte bij onze dierbare dooden. Hoevelen werden er in dien afgeloopen jaarkring niet weggemaaid door den sikkel des doods ! Hoe menigmaal ging niet de rouwklager door de straten! Wat werden er niet een graven gedolven, klein en groot voor ouden van dagen en jeugdigen van jaren! Wat werden er niet heete tranen gestort over dierbare verwanten en vrienden, die toevertrouwd moesten worden aan den killen schoot dër aarde! Hoevelen, met wie wij het nieuwe jaar introkken, zijn al niet meer! Is het wonder dat in een ure als deze doffe avondtinten ons gemoedsleven kleuren? Dat kan wel niet anders.

Het oude jaar trekt ons terug naar het verleden, waarin, o zeker, veel was dat tot danken noopte, maar toch ook zoo veel, dat ons hart ên leven benauwde. Naast blijdschap, moeite, zorg en strijd. Daar zijn er die het vervlogen jaar meer zijn doorkropen, dan doorloopen. O wat een idealen verbleekten. Wat een teleurstellingen waren het deel van velen!

En nu, wij zijn nog, die we zijn, dank zij Gods genade. Te midden van den woelenden vergankelijken tijd was er Eén, die gister en heden Dezelfde is, Ik de Heere.

Hoe troostvol is dat! Hoe heerlijk dat er Eén is, die te midden van het wisselende en wankelende leven, blijft van geslachte tot geslachte! Dat is de Heere, de Onverandelijke, trouwe Verbonds-Gods, die het ge­sproken heeft: „Bergen zullen wijken en heuvelen wankelen; maar mijne goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond mijns vredes zal niet wankelen." Het is die zelfde God, die op de vleugelen Zijner lankmoedigheid' ook ons, u en mij, droeg. Laat ons dat niet vergeten. Wat hadden wij verdiend? Klaagt gij over zooveel, dat gij anders hadt gewenscht? Maar, waar hadt gij recht op? Is het niet enkel genade, dat gij nog zijt, die gij zijt? Immers ook dit afgeloopen jaar was rijk aan zonde en zondevrucht. En, zoo de Heere u nu had willen doen naar die zonde èn u had willen vergelden naar uwe ongerechtigheden? Wat dan? O leg dan de hand op uw mond en zie het dat gij daarom niet zijt verteerd, wijl de Heere de Onveranderlijke was. Zijn goedertierenheid is het, dat gij niet zijt vernield. O wat wordt het daarin openbaar, dat de Heere geen lust had in uw dood, maar daarin, dat gij u zoudt bekeeren èn leven. Hoe zou het met u gegaan zijn, zoo Hij u had opgeroepen om rekenschap af te leggen van uw rentmeesterschap?

Wat zou uw lot geweest zijn, indien de engel des doods ook uw venster was binnen geklommen ? Maar alleen het stellen van deze vragen, moet u doen uitroepen: „O Heere, Gij waart goed en goeddoende over mij, maar ik, ik heb U vergeten, ik heb gezondigd en gedaan, wat kwaad was in Uw oog."

Niet verteerd, dank zij Gods lankmoedigheid. Het is nu de tijd, dat de boeken worden opgemaakt. Maar, als gij dat nu eens doet, met betrekking tot uw leven voor God, dan is er niet slechts veel, neen maar dan is er alles tekort.

Dagelijks maakten we onze schuld grooter. We stapelden zonde op zonde. We deden niet, wat we doen moesten en we deden, wat we niet moesten doen. Op niet een' van duizend kunnen wij antwoorden, als God ons in het gericht betrekt. Allen staan we diep in de schuld en het is, alsof wij ons telkens hooren toeroepen: Hoe hoor ik dit van u?

Gevoelt ge het dan niet, dat het enkel des Heeren onveranderlijke trouw was, dat gij niet zij verteerd? Zoo veel malen heeft God u, die daar nog voortleeft naar het goeddunken van uw hart, laten waarschuwen.

Wat hebt gij met die roepstemmen gedaan ? Heeft het u tot verootmoediging gebracht voor uw God? Nog dit jaar heeft God u laten staan. Nog zijt gij niet verteerd. Het is enkel én alleen, omdat God nog geen lust had in uw dood, maar daarin, dat gij u tot Hem zoudt bekeeren. O Zijn armen zijn uitgebreid den ganschen dag, ook op dezen Oudejaarsavond. Hij laat u het hooren, dat er bij en in Jezus Christus alleen genezing en verberging is. In onzen dood is Jezus ingegaan, opdat Hij het leven en de onverderfelijkheid zou aan het licht brengen voor allen, die gelooven in Zijn Naam.

Hij schenkt vrede, dengene die geen vrede in de wereld kent. En wie als een arme, ellendige zondaar tot Hem vlucht, dien zal het licht in de duisternis opgaan én zal ervaren, dat Hij de lammeren wil dragen, de zogenden zachtkens wil leiden. Dat daarom  uw oude mensch op dezen laatsten avond des jaars met Hem gekruisigd moge worden, opdat gij in Zijn dood begraven worde en met Hem moge opstaan tot een nieuw leven. Dat zou een heerlijk begin zijn in het Nieuwe jaar. Ontwaakt dan, gij die slaapt en staat op uit de dooden en Christus zal over u lichten.

Het langste leven is kort. In het graf is geen bezinning meer. De genadetroon zal verwisselen in een troon des gerichts. Daarom, zoo gij u niet bekeert, ge zult worden verteerd, door een worm die niet sterft en een vuur dat niet wordt gebluscht.

Zit gij op dezen Oudelaarsavond onder uw schuld gebogen ter neer? O zie op den onveranderlijk getrouwen Verbonds-God, die hulpe heeft besteld bij een Held. Bij Jezus kunt gij ruste vinden voor uw ontruste ziel. Hij heeft schatten van gerechtigheid verworven, juist voor dezulken die verslagen staan vanwege hun groote schuld. Die geen geld heeft, kome en neme van het water des levens, om niet.

Wat buigt gij u dan neder, o verslagene ziel, én wat zijt gij onrustig? Hoop op Christus, wiens oneindige gerechtigheid al uw zonden volkomen uitdelgt, gij zult Hem nog loven, Hij is de menigvuldige verlossings uwsaangezichis en ook uw God. Dat de genade van den Onveranderlijke u genoeg zij en trek dan voort langs de levensbaan met het oog op Hem, die ook tot u zegt: Ik de Heere worde niet veranderd, daarom zijt gij o kinderen Jacobs niet verteerd. De Heere is dus de Getrouwe bij al uw ontrouw. Niet waar, daar kunt giuj van spreken kinderen Gods. Ook nu  gij op dezen avond terug ziet, op wat de Heere voor u is geweest. Al deden zich moeielijkheden voor op uw pad, Hij heeft u er doorgeholpen en gesterkt. Met schaamte des aangezichts moet gij het belijden, dat ge menigwerf zoo weinig vertrouwen des geloofs hebt gehad, maar zeg eens: Heeft de Heere het u aan iets doen ontbreken ? Immers neen. Welnu mocht gij dan winste doen met de lessen die ge dit jaar hebt ontvangen, opdat het leven van Christus meer en meer in u worde geopenbaard.

Het lijden dezes tegenwoordigen tijds is niet te waardeeren tegen de heerlijkheid hiernamaals. Uit de tranen hier beneden gezaaid, zal een oogst van vreugde verrijzen.

Alles herinnert ons op dezen avond, dat de tijd voorts kort is. De tien dagen der verdrukking gaan haastig voorbij. Wie weet of de Heere het niet zóó heeft beschikt, dat deze Oudejaarsavond voor het laatst door u zal zijn herdacht, maar geen nood, ook in uw sterven zal Christus uw leven zijn. Met u zal Hij gaan in de doodsvallei om u te wezen tot een star, die u voorgaat naar het Jeruzalem, dat boven is. Daar wisselen geen jaren meer, het oude is voorbij gegaan, het is alles nieuw geworden. Daar blijft slechts dat ééne: de liefde van den Onveranderlijken Getrouwen Verbonds God, die alles in al de Zijnen vervult.

Daar te komen, is dat, mijn lezer, uw gegronde verwachting?

Zie dan toe óf gij deel hebt aan Christus. Zoo gij niet wandelt in Zijn licht, zal de dood u niets baren dan een eeuwigen nacht. En uw naam staat reeds op de doodenlijst. Wie weet, hoe spoedig gij zult worden afgeroepen ?

Nog kunt gij behouden worden, nog is daar redding.

In Christus geborgen, wordt gij niet verteerd. Die Christus roept ook u. Geef gehoor aan Zijn stem. Verhard u niet, laat u leiden, maar haast u, haast u om uws levens wil. Ziet, de Rechter staat voor de deur.

Voor Hem dan de knieën gebogen. Hem om genade gesmeekt. Nu is het tijd! nu is het tijd, o stel het niet langer uit. Alleen in God kan uwe ziel waarlijk rusten. Hij is verheven boven alle wisseling, naar des dichters woord:

Maar Gij hebt, o Opperwezen! Nooit verandering te vreezen. Gij, die d' eeuwen acht als uren, Zult all' eeuwigheid verduren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1912

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's