Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VRAAG. Wat beteekenen de woorden die we lezen Marc. 2 : 27 »de Sabbath is gemaakt om den mensch, niet de mensch om den Sabbath ? «

ANTWOORD. De Farizeën hadden geen oog voor de geestelijke beteekenis van den Sabbath, die een profetie was van de verlossing door Jezus aangebracht voor al Zijn volk, om door Zijn lijden en sterven de eenige ruste deelachtig te worden.

Hadden ze daar iets van gevoeld, dan hadden ze verstaan, dat de Heere door de strenge Sabbathsgeboden den mensch leeren wilde, dat hij in den weg des geloofs en niet in den weg der werken behouden kon worden.

Alle werken waren krachteloos tot zaligheid. Ook lag er een prediking in aan 's Heeren volk : rust van de doode werken der zonde en verlustig u in den Heere (Jesaja 58 : 13 en 14.)

Om den mensch alzoo — onder de genadige werking des Geestes — te vervullen met de ware vreugde" die uit God is, daartoe had de Heere den Sabbath gemaakt.

Opdat Gods volk zich op dien dag in een heilig leven ongemeen zou mogen verlustigen in God.

Opdat de mensch dus in en met dien Sabbath gezegend mocht worden.

Zoo was de Sabbath gemaakt om den mensch.

De Sabbath had de goddelijke functie te verrichten om den mensch te bepalen bij het heil van Gods genadeverbond en een voorsmaak te geven van de ruste, die de Groote Jozua voor Zijn volk zou verwerven.

Maar daar hadden de Farizeën geen gevoel voor.

Die dachten, dat zij er waren om van den Sabbath te maken wat zij wilden.

Om den Sabbath luister en heiligheid bij te zetten door hun doode werken van raak niet en smaak niet en roer niet aan.

Zij wilden dus den Sabbath maken tot hetgeen zij meenden, dat de Sabbath zijn moest.

Een dag van doode werken, naar hun ordinantie.

Zij wilden zich niet door den Sabbath laten leeren en zegenen.

Neen, omgekeerd, zij zouden den Sabbath maken en regelen naar hun welbehagen.

En zoo begrepen zij den Sabbath niet.

Zoo werden zij door den Sabbath niet gezegend.

Zoo verknoeiden zij den Sabbath met al hun doode werken en eigengerechtige inzettingen.

Neen — de mensch is er niet om van den Sabbath te maken wat de mensch wil.

De Sabbath is er om den mensch te zegenen uit de volheid van Gods genade.

Waardoor het geheele karakter van den Sabbath bepaald wordt.

Waardoor wij ook begrijpen, dat, zonder eenig bepaald bevel of voorschrift, de zevende dag veranderd werd in den eersten dag.

De eerste dag der week, de dag der opstanding van Jezus Christus, werd de dag van het groote heil voor Sion.

Dat was de dag, dat de Heiland Zijn werk volbracht had en de overwinning aangebracht.

Dat was de kroon van het genadeverbond,

»Hij leeft — en gij zult levens klonk toen uit 's Heeren mond voor al Zijn gunstgenooten.

En daarom, dacht Sion aan de vreugde hun voorgesteld, dan was hun hart bij de opstanding uit de dooden.

Dat was de deur des hemels voor hen.

En daarom werd de zevende dag, de dag die geprofeteerd had en voorspeld had, dat Jezus Zijn werk zou volbrengen en dat er dan verlossing zou komen, als van zelf omgezet in den eersten dag, toen het werk volbracht was en de verlossing was aangebracht.

Gelijk ook nu begrepen kan worden, dat de meest zuivere Sabbathsviering niet bestaat in niets doen. Maar in het zich verlustigen in het heil des Heeren in Christus geopenbaard.

Waarbij een voorsmaak van de eeuwige ruste door den Heere geschonken wordt aan Zijn volk, uitdeelend in den weg des geloofs, uit de volheid van Jezus Christus, die het hemelsch Kanaan reeds binnengegaan is. En waarbij Sion mag ervaren, dat door Christus den geest der zonde gebroken is, daarbij uitstortende van Zijne genade en waarheid, opdat er een loslaten van de doode werken der ongerechtigheid zou zijn en een inleven in de zaligheden van het genadeverbond.

Wat de Catechismus (Zondag 38) noemt: »dat ik alle de dagen mijns levens van mijne booze werken viere (de doode werken der zonde loslaten), den Heere door Zijn Geest in mij laat werken en alzoo den eeuwigen Sabbat in dit leven aanvange.«
 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juli 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's